We publiceren het boek De macht van Facebook in hoofdstukken op Netkwesties.nl. Het boek dateert uit 2011, maar veel van de onderwerpen keren juist nu terug in actuele artikelen van bekende titels.
Eerder verscheen:
Inleiding
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Hoofdstuk 14
Hoofdstuk 15
Hoofdstuk 16
Hoofdstuk 17
Het onophoudelijke verjaardagsfeest
Zie het voor je: op je verjaardagsfeest zit er in een hoekje een jongeman met prachtige schrandere ogen en krullend haar een verslag te schrijven. Hij noteert op zijn tablet: wie praat er met wie en hoelang? Over welke onderwerpen? Op welke toon, met welk gezicht? In een aparte column noteert hij wie er wanneer 'enig joh' door de huiskamer roept, en welke muziek je draait. De oom met zijn onontkoombare schuine moppen gaat 'op rapport', evenals het neefje dat een joint opsteekt. Van buren en kennissen die nieuwsgierig voor het raam komen kijken, vraagt de jongeman of je ze kent en of ze mogen binnenkomen. Je durft hen niet te weigeren. En het wordt voller. Iedereen die foto's of een video van het feest maakt, levert een kopietje in bij de jongeman. Na verloop van tijd verschijnen er steeds meer gezichten voor de ramen. Op je nieuwe plasmascherm staat een selectie van de conversaties en in een snelle ticker kun je ze allemaal lezen, vergezeld van aanprijzingen van de lokale winkeliers. Na afloop komt het verslag in je levensloop die de jongeman openbaar maakt, met de video en de foto's waaraan de namen van de gasten zomaar zijn toegevoegd.
Het verjaardagsfeest: velen zeggen er een hekel aan te hebben, sommigen hebben er echt een afkeer van maar zeker zo veel mensen vinden het leuk: Met Facebook is elke dag een verjaardagsfeest. En wie misgun je het plezier?
Lekker drinken, keuvelen, roddelen, gebak eten want je kunt toch geen nee zeggen. Elkaars kleren, meegetorste foto's en nieuwe kapsels bewieroken, omfloerst naar kruis en borsten gluren en vaak iets te hard 'enig joh' roepen; het leuken in het echt. Dat is het verjaardagsfeest. Niet de uitgelezen gelegenheid voor een goed gesprek met een beetje diepgang. Met onomwonden de waarheid zeggen doe je ook weinigen in deze kring een plezier. Dus je doet mee, lacht mee, probeert op te gaan in de stijgende roes van de avond. En het wordt 'eigenlijk nog best wel leuk'. Toch?
Zo frivool mag je op Facebook elke dag weer die fijne contacten onderhouden op het verrukkelijke feest waarvoor Mark Zuckerberg ons, via zijn vrienden, heeft uitgenodigd. De hele dag selecteert hij nieuws voor je waarop je kunt reageren. Als je wat zegt weten al je vrienden dat in één keer en mag de hele wereld het weten. De jolijt gaat niet meer over. Altijd tref je aandacht, altijd een glimlach, nooit iemand te beroerd om een seconde op de 'enig joh'-knop te klikken. Je ziet er goed uit, maakt de juiste keuzes, maakt vreselijk leuke foto's en video's die Mark gratis en voor niks je hele leven voor je bewaart, en daarna ook nog.
Het hoeft nergens meer op te houden. Je hoeft nooit meer te vertrekken, wat fijn is omdat de wereld een betere plek wordt. Wat we doen is transparant, en gaan we in de fout, dan wordt er gelukkig gecorrigeerd door de hand van God, even onzichtbaar als onberekenbaar. Betalen hoeft niet, zolang je af en toe maar eens op reclame klikt, wat koopt en de merken noemt die je hebzucht bevredigen. Facebook is de perfecte religie.
Homo Facebookius
Gestuurd door onze nauwelijks te stillen nieuwsgierigheid en libido surfen we ongehinderd en ongelimiteerd door profielen van kennissen, hun partners, vriendjes van vroeger, die flirt van een voorbije juniavond. Beelden pakken je, trekken je steeds weer. Facebook begrijpt dat.
Altijd die prettige afleiding voorhanden als je dreigt te vervallen in serieus werk of diepgang. Facebook is een sterker magneet dan de leuke buurman die voorbij wandelt, de Wii, GTST, DWDD, YouTube en e-mail.
Behalve nieuwsgierigheid en libido bevredigt Facebook nog een serie prettige en nare behoeften, zoals streling van je ijdelheid, zucht naar bevestiging en gezien worden. Alleen al de behaagzucht heeft dankzij Facebook een enorme vlucht genomen. Was die met televisie nog voorbehouden aan een elite, sociale media zorgen er voor dat iedereen z´n exhibitionisme kan botvieren.
Is Facebook één grote etalage van aandachtsziekte? Zou kunnen, maar is dat zo erg? Is het niet een diepe behoefte om gezien te worden, om aardig of gevat over te komen? Op het sociale net sta je voortdurend in de belangstelling, of je er nu bent of niet. De middelbare school en studentenvereniging houden nooit meer op. En die relaties uit het verleden lopen voortdurend door elkaar met je familie, vrienden, kennissen en (ex-)collega's.
Hoezo aandachtsziek? Vriendin Eveline stuurt een prachtige portretfoto van zichzelf als kerstkaart, vriend Kees ook, met een aanbeveling voor zijn nieuwe dvd's. Deze foto's aan het lint bezorgen het Facebookeffect boven de kerststal in de huiskamer. Hier zal 80 procent van de aandacht naar uitgaan. De sneeuwplaatjes en tekstboodschappen vallen in het niet. Leuk! Toch?
Ik heb het lef niet om Eveline en Kees m'n oordeel te vertellen: ben je een haartje betoeterd? Of hun kaarten te verscheuren, want stel dat ze aanwippen. Naar dichter William Blake: "Thy friendship oft has made my heart to ache; do be my enemy - for friendship's sake." Echte vriendschap kenmerkt zich door weerwoord, meer dan door instemming. Maar 'leuk' is de kern van ons Facebook.
Geen vrienden maar kennissen
Filosofe Stine Jensen betitelt relaties op Facebook als 'net niet echte vrienden'. Tien, twintig, veertig mensen? Nee, zevenhonderdvijfendertig! Wat zegt dat over je? Zelfs bij het Facebookgemiddelde van 130 komt het overgrote deel al niet in aanmerking voor het predicaat 'net niet echte vrienden'.
Toch vind ik dat afgeven op Facebook vanwege de inflatie van het begrip 'vriend' wat larmoyant. 'Friend' is in Amerika meer dan een 'vriend' hier, of eigenlijk minder. Je hebt er meer van. Misschien moet je het zo formuleren: degenen van wie je vermoedt dat ze op je begrafenis zullen komen. Vervang het woord 'vrienden' van Facebook door 'kennissen' en een groot deel van de kritiek vervaagt.
Van bekende merken (commercieel of cultuur, dat maakt niet meer uit) ben je 'fan', in het Nederlands 'aanhanger' of 'supporter', in Facebooktermen sinds kort ook 'abonnee'. Maar een 'vriend' van bedrijven, zoals de marketing wil?
Je kunt het cynisch omdraaien: van een bedrijf ben je vriend vanwege materiële voordelen, en zo kun je ook vriendschappen met mensen louter omwille van voordelen onderhouden. In die opvatting draait het leven om het geven om te kunnen nemen en staat ook vriendschap ten dienste van transacties. De 'vriendendienst' is dan geen term met een interne tegenstelling meer. Facebook puilt uit van de vriendendiensten, ruilhandel met imago's.
Aandacht schenken
Kun je een relatie onderhouden met 130 vrienden op Facebook of zelfs de 753 van supervriendin Jensen? Zijn ze nodig als bij een toneelvoorstelling of voetbalwedstrijd waarvan je veel meer geniet bij een vol huis?
Verbonden zijn met heel veel vrienden vergroot de kans op boeiende of sappige uitingen, net als 100 tv-zenders 100 kansen op een goed programma bieden. Hoe meer vrienden, des te meer mogelijke conversatie, maar ook meer kans op reacties of leukjes op jouw uitingen. Criteria voor goede communicatie op Facebook zijn kwantitatief. Werkt het zo: vergroot meer de kans op beter? Of is het niet precies andersom?
Facebook stimuleert elk dag weer opnieuw het 'vrienden' met vele suggesties en gebiedt aanhoudend: 'Share' of 'Delen'. Het klinkt zo fraai: een gedachte, mooi filmpje of een foto samen met een ander gebruiken, alsof we iets van onszelf geven. Als kind moest je leren delen, iets van jezelf afstaan. Op Facebook heerst ook veel goedertierenheid, maar niet zelden eist de gulle gever iets op, te weten aandacht.
Wat schenken we? Wat krijgen we? De antwoorden zijn ook impliciet kwantitatief van aard: jij een leukje, ik een leukje, hij een commentaar geplaatst, ik ook. Communicatie met vrienden of bedrijven verschilt niet zo heel veel. Onbaatzuchtig is ze zelden meer.
De zekerheid van aanhoudende onzekerheden
Uit de oude doos, Leen Jongewaard in 'Ja Zuster Nee Zuster': "De oude Jacob zit voor het raam. Staart in de verte, fluistert haar naam. Zal zij nog komen die hij bemint?" Jacob moest geduld oefenen. Wij niet meer, altijd is er antwoord, nu is er antwoord. Het scherm is 'always on'.
Onzekerheden bannen we uit. De technologie van Facebook biedt (schijn)zekerheden, op de immer prangende vragen: wat doet zij nu? Waar denkt hij aan? Facebook speelt op die klemmende onzekerheden in met de 'statusupdates'. De deerniswekkende armoede daarvan kennen we al jaren van mobiele telefonie als voorbode van altijd internet: "Ik ben hier hoor, in de trein."
Facebook biedt het meest kernachtige gebruik van het internet. Weten we wat onze relaties doen en denken, dan stimuleert Facebook vervolgens ook de drang - of dwang - om te reageren. Gelukkig is er een uitvlucht: we mogen het snel afdoen met een leukje. Dat betekent: 'Ik negeer je niet.'
Nieuwe onzekerheden zijn het gevolg, in veel groter getale. We moeten de hele dag door bepalen: wat denken ze van me? Wie mag er weten waar ik ben? Leuk? Hoe te reageren? Kan het wel even tussendoor? Er ontstaat een gigantisch patroon van wel en niet ingeloste verwachtingen. Dit wordt gedragen door de sociale structuur van Facebook. Die is niet neutraal, maar van grote invloed op je persoonlijkheid.
Sturende technologie
De tv als technologie veranderde ons mens zijn wezenlijk, sluipenderwijs maar onmiskenbaar. De magneetwerking van het format is kenmerkend voor alle krachtige media. Ruud de Wild en de Top-2000 op je radio, de Libelle voor moeder, Nieuwe Revu voor vader, de heerlijke zaterdagkranten. Of 'heel vroeger': in bad geweest, met vader, moeder en vijf kinderen in pyjama op zaterdag samen naar 'Swiebertje' kijken en later naar 'Ja Zuster Nee Zuster', 'Zeskamp' en 'Eén van de acht'. Die formats bepaalden je leven voor een deel.
Mobiel internet ook, met daarop Facebook als krachtigste software. Immers, Facebook kan dankzij de ingenieuze bouw van sjablonen die nieuwe vormen van communicatie bieden of eisen. Software stuurt gedrag. We kennen het niet, dus onderkennen het niet. It's the code, stupid!
Wordt tv gemaakt in sterke concurrentie, met toptalent als selectiecriterium, op het Nieuwsoverzicht van Facebook is die strijd om de kijkcijfers er ook. Deskundigen in sociale media reppen over de voordelen van het 'interactief' zijn. Niet om de inhoudelijke kwaliteit maar vanwege het pingpongen in voortdurende beschikbaarheid. Dat is het ideaal van het internet. Is dat zo perfect?
De reclame gaat mee. De leuke tv-spotjes van Centraal Beheer worden online de honderden flikkerende banners van de Thalys dagenlang achter elkaar, die mij 'doelgericht' worden voorgeschoteld omdat ik op die site was. Nota bene terwijl ik al heb geboekt.
Zonder dat we er erg in hebben dringt Facebook ons een manier van communiceren op die relaties inhoudelijk verandert. Hoe meer real-time (mobiel) dit wordt en hoe meer Facebook zijn tentakels uitstrekt over meer terreinen van het leven, des te meer bepaalt de inrichting van haar scherm hoe we converseren.
Heeft Google pas recent doorgekregen hoe ze de stroom toepassingen tot een eenheid moet smeden, Facebook deed het precies andersom: vanuit één concept steeds nieuwe functies toevoegen, die logisch met elkaar verbonden waren, met als kern die maximaal 420 tekens tekst per uiting 'waar denk je aan?' (in veel andere landen: 'wat doe je nu?'), plus het ongelimiteerd spuien van foto's en video.
Facebook is een perfecte dwangbuis, door de structuur, software en scherm. Het format van Facebook lijkt zo volkomen natuurlijk. Dat uitdagende vakje waarin je in principe totaal vrij bent om te schrijven wat je maar wilt of die leuke foto of video te delen. En dat voor vrienden van wie je – per definitie van het systeem – gemiddeld de helft zelf hebt gekozen. Anders dan tv kijken of de krant lezen brengen interactieve media altijd onrust en onzekerheid mee over de mogelijke reacties. Dat is de vorm waarin Facebook onze communicatie heeft weten te gieten.
Miljard mensen in het ongeluk gestort?
Is de magneetwerking van Facebook en Twitter slechter dan opgeslokt worden door een boeiend tv-programma, krant, tijdschrift of boek? Filosofen menen van wel, ook beïnvloed door de vorm waarin zij doorgaans zelf werken: 'het boek'. Ze delen bovendien, meer nog dan gewone stervelingen, in morele categorieën in zodat hun betogen kunnen culmineren in oordelen van goed en fout. Facebookaandacht is een dankbaar onderwerp. Ze veroordelen het internet met zijn korte stroomstoten die ten koste gaan van alles wat concentratie en aandacht vergt, van diep nadenken en boeken lezen tot innige vriendschap en theaters bezoeken.
Zijn die harde oordelen terecht? Gaan we ook evident slechter met elkaar om? Hadden mensen verzameld rond de piano een beter gevoel dan degenen die muziek 'delen' met Facebook en Spotify? Is met natte, gekamde haartjes samen 'Swiebertje' kijken veel beter dan de voortdurende opwinding van het interactief bezig zijn, ook nu dit socialer en meer ontspannen kan met de tablet op de bank? Ieder mag het voor zich bepalen.
De grote onrust die zich vooral mobiel etaleert, kan tijdelijk zijn. We moeten ermee leren omgaan. Dat geldt zeker voor Facebook. Zien die honderden miljoenen gebruikers de finesses van de nieuwe Tijdlijn die zich als een biografie ontvouwt? Van de ticker, die als een wezenloze aandacht slurpt opdat je maar niks mist van de activiteit van je kennissen? En bovenal van de uiterst sluwe integratie tussen Facebook en Spotify, als voorbode van talloze toepassingen voor alles wat je maar kunt bedenken?
Nu gaat het niet helemaal goed, want we staan niet stil bij wat technologie met ons doet. De opgelegde snelheid van het absorberen ligt te hoog, ook voor jongere generaties. We hebben meer tijd nodig om te bevatten wat we ermee (kunnen) doen. Dat geldt al voor de elektrische fiets waarmee veel mensen vallen in bochten, omdat hun gedrag wordt gestuurd.
Toch zie ik veel prettig sociaal gebruik en online onderlinge hulp. Ofschoon de online aandachtscarrousel van sociale media op hol geslagen is, draait ze nog wel om aandacht en niet om onverschilligheid. De nieuwe pullover en de eekhoorn in de tuin krijgen de aandacht, maar ook het wereldnieuws. De uitwisseling van intimiteit leidt niet louter tot barbarij, net zo min als de televisie ons beroofde van wonderschone opera's, films en toneel.
Kunnen we beschaving, sociale omgang en zelfs iets van wellevendheid niet beter maken met sociale media als Facebook? Lijkt me een mooie uitdaging. Leerzaam is het praktische contact tussen opa's en oma's en hun kleinkinderen via het scherm, dat meer geluk brengt dan de Oude Jacob voor het raam kende.
Facebook kan er met goed advies en eenvoudiger gebruik toe bijdragen dat een miljard mensen in de wereld beter gaan nadenken over hun relaties en sociaal leven. Dat kun je niet van iedereen verwachten. Wie ben ik om een miljard mensen die met Facebook vermaak, opwinding en troost vinden amorf te veroordelen vanwege verspilling van tijd en aandacht?
De extreme reactie regeert nu nog, ook vaak bij een elite: eerst wilde iedereen erop, nu is het in elitaire kringen bon ton je ervan af te keren. We leven niet in een tijdperk van nuances.
Anders gaan facebooken?
Facebook propageert de kwantiteit, net als de zoutjes- en wasmiddelfabrikant. 'All you can eat' regeert, omdat het kan. Wij analoge kinderen hebben geen benul van de enorme hoeveelheid uitingen waartoe we ons door digitale technologie laten uitdagen. De inflatie is hevig, maar ook het afbreukrisico. Je riskeert met dat onophoudelijk babbelen, uiten en smachten naar contact regelmatig een relatie naar de knoppen te helpen. Nou ja wat maakt het uit, we hebben tenslotte vrienden genoeg.
Gebruik van lijsten en besloten groepen biedt mogelijkheden om de reikwijdte van uitingen te beperken. Het begrip 'circle', waar Google van uitgaat, getuigt al van voortschrijdend inzicht. Ik verwacht een radicale toename van gebruik van Lijsten op Facebook, teneinde onderscheid te maken tussen kringen waarin je verkeert.
De volgende, of wellicht gelijktijdige grote stap voor Facebookers, is meer gebruik van besloten en geheime groepen. Daar ben je veilig voor de buitenwereld, ofschoon niet voor de datafabricage van Facebook.
Toch zijn het nog maar stappen en niet de omwenteling.
De vraag is natuurlijk of Facebook die echt kan bewerkstelligen. Ik denk het niet, gezien de belangen die bij Facebook momenteel de boventoon voeren en na de beursgang nog krachtiger zullen worden: waarde in identiteiten en reclameprofielen, gebaseerd op een maximum aan sociale interactie en (de nieuwe loot) mediaconsumptie op het platform.
Commercieel twijfel ik zelfs aan de kern van Facebook: je koopt meestal niet wat kennissen kopen en ook entameren ze geen behoefte bij je. Als Zuckerberg echt de kracht van de transparantie hoog in het vaandel draagt, dan zou hij commercieel een andere keuze maken, voor het klantenoordeel als centrale element. Reclame gestuurd door merken is niet sociaal, zo simpel is dat. Ze moeten verkopen.
Het ideale sociale net; word weer de baas!
Ik betwijfel of ander gebruik, als Facebook dat al zou willen stimuleren, afdoende is. Het ideale sociale netwerk biedt Facebook niet. Weliswaar begreep Zuckerberg als geen ander dat het profielen verzamelen op zich niet volstaat om een net levendig te houden, en dat communicatie de motor is van het sociale net. Toch faalt Facebook nog in het centraal stellen van individuen. Het sociale netwerk gaat uit van de sociale verbanden die individuele levens bepalen. Dus hanteert Facebook als belangrijkste stimulans de suggestie van steeds nieuwe vrienden. Dat levert meer verkeer en data en meer reclameomzet op.
Word je gevormd door de kennis over de bezigheden van je vrienden en kennissen? Nee, de realiteit is andersom. Mensen hebben behoefte aan een uitgebalanceerd communicatiepatroon waarin hun eigen leefwereld centraal staat, waar ze vervolgens zelf de meester van zijn en niet Facebook. Facebook neemt nog te veel en geeft te weinig en sluit daardoor niet werkelijk aan bij onze behoeften. Het dringt zijn behoeften op, hoe razend knap ook gedaan.
M'n ideaal van sociale media, beredeneerd vanuit techniek en geschiedenis van communicatie: sociaal netwerken vanuit een eigen domein. We laten ons te veel opsluiten op internet. Om te beginnen door de providers UPC, Ziggo, KPN, Vodafone en T-Mobile, waar we menen aan vast te zitten vanwege een e-mailadres. Dan ga je over naar Gmail of Hotmail, maar vanaf dat moment is je e-mail onderdeel van reclame-exploitatie.
Vrij ben je pas met een eigen domein zoals Jeanineopviool.net, Sylviawittevrouw.org, Kereltjepechtold.nl. Dit betekent niet enkel dat je een leven lange eigen e-mail hebt, maar dat je in principe alles op een eigen domein kunt houden. Om toch sociaal te kunnen netwerken, moet er een sociaal softwarepakket beschikbaar zijn om jouw domein standaard, eenvoudig te verbinden met dat van je familie en vrienden voor alle functies, van e-mail en chat tot aan aanbevelingen maken of twitteren, etc. Bovendien moet je dat niet enkel optimaal kunnen gebruiken zoals bij Facebook, maar ook zelf kunnen beheren.
Dit werpt nog de nodige vragen op van verdeling van functies en opslag tussen je pc en servers elders (cloud), ondersteuning en vooral beveiliging. Bij Facebook is dit allemaal geregeld, vooralsnog heel goed. We kiezen voor gemak, voor het ogenschijnlijk grootste voordeel dat gratis voorhanden is. De geschiedenis wijst uit dat gemakzucht niet de drijfveer is die maatschappelijk het meest oplevert.
To facebook or not to facebook?
'Onderzoek alles en behoud het goede' hield mijn oude vader me keer op keer voor. Zijn motto werd mijn werk. Na die vele pagina’s onderzoek rest daarom de vraag: moet je op Facebook blijven? Die vraag voor iedereen willen beantwoorden is hovaardig, daar ga ik niet over. Maar onontkoombaar is de ultieme vraag: hoelang duurt dit verjaardagsfeest nog?
Behoort Facebook tot het goede? Google hanteerde als motto 'don't be evil' en plaatste zichzelf in het kamp van het goede. Na het onderzoek van Google kon ik alleen opmerken: schrap die leus maar snel, want het is een blok aan het been van een kapitalistisch concern dat klanten, aandeelhouders en werknemers tevreden wil stellen.
Adverteer je, kocht je aandelen of sta je op de loonlijst, dan behoor je tot die drie belangrijke groepen van Facebook. Als gebruiker ben je een product van Facebook om die drie partijen tevreden te stellen door zo veel mogelijk geld binnen te harken.
Zo scherp gesteld is het antwoord op de vraag wel of niet doorgaan met Facebook natuurlijk: "Om de dooie dood niet. Ik laat me niet exploiteren door de firma Facebook. Wegwezen." Dit boek biedt je argumenten genoeg om te stoppen met facebooken of er niet aan te beginnen, maar ook tips om te blijven. Je kiest zelf, volop meedoen, bescheiden of stoppen. Facebook pleziert gelukkig velen, maar zonder dat blijft er genoeg moois te genieten op dat prachtige internet, maar ook daarbuiten met allereerst natuurlijk de vriendschappen die er echt toe doen.
Jij en de Facefabriek
Facebook wil je absoluut behouden, terwijl het gratis is. Gratis? Natuurlijk niet. Gratis is de lucht die je inademt, de glimlach van je dierbaren en collega's die je door de dag heen helpt, het spel van kinderen. Niet Facebook is gratis, jij bent gratis. Je bent de grondstof in de Facefabriek met de adverteerders en aandeelhouders als klanten. Dat juist in de economie te pas en te onpas 'gratis' opduikt, komt voort uit onze zucht naar zelfbedrog.
Je deelt je identiteit met Facebook en vindt dat best, geen gezeur. 'Facebookdata zijn goud waard', kopte marketingblad Adformatie begin december boven een interview met Jan Willem Alphenaar, adviseur in sociale media. Opdat iedereen het weet: wat je vrijelijk verspreidt op Facebook is een goudmijn voor exploitatie door de Jan Willems. Vermoed jij dat je je gegevens alleen met je moeder, je beste vriendin, kennis of collega’s deelt? Facebook deelt mee.
Facebook kan dus 'vriendelijker' worden. Zo niet, dan weeg je af of de voordelen van Facebook opwegen tegen de nadelen. Elsevierjournalist Wouter van Noort merkte na de ophef in de Tweede Kamer over Facebookprivacy volkomen terecht op: "De mensen die moord en brand schreeuwen vergeten echter één essentieel feit. Niemand hóeft op Facebook te zitten. Als de website gebruikers niet bevalt, kunnen ze hun profiel verwijderen, en krijgen hun vrienden niet te zien dat ze een artikel over aambeien lezen of naar Abba luisteren."
Ook geldt: des te hoger de toon over privacygevaren in de media, des te eerder kom je bij het punt 'laat maar waaien'. Je gaat een stuk lichter door het leven als je je nergens om bekommert en gewoon fijn ongelimiteerd blijft facebooken.
En aan de andere kant: wanneer bereikt de irritatie of angst een verzadigingspunt? Vaak is het ineens welletjes geweest, dan wordt een kritische grens gepasseerd. Het ophouden met een online dienst gebeurt niet zelden even onbezonnen als het aanmelden. Op naar het volgende vermaak. Je zegt tabee, het lucht op, net als je een nummer van een lastpost uit je telefoonlijst verwijdert.
Privacy als kat-en-muisspel
Mark Zuckerberg ziet weinig in privacy, zijn goed recht. temeer daar hij er in woord en daad zo open over is, al hanteert hij zelf wel strikte grenzen in wat hij 'deelt' met ons. Zijn strategie lukte om 's werelds grootste identiteits- en marketingplatform annex datafabriek te worden. Het ging duur naar de beurs dankzij jouw vastgelegde online voorkeuren, gedrag, foto's en beeldherkenning, transacties, je locaties en apparaten in gebruik. Kortom alle bijdragen aan het leukcircus dat hier de voorkant van vormt.
Gek genoeg kwam die realiteit van megaverzamelaar pas echt aan het licht met de actie van een Oostenrijkse student. Max Schrems vroeg op grond van Europese privacyregels al zijn opgeslagen data op en kreeg die uit Silicon Valley per cd opgestuurd. Iets wat niemand tot op heden was gelukt: inzage in het reclameprofiel met tonnen aan informatie over je relaties en uitingen.
Na onderzoek naar de klachten van Schrems scheidde de kleine Ierse privacywaakhond eind 2011 een uitstekend rapport af, en liet zich nog maar op een paar punten het bos in sturen door Facebook. De volgende hoge horde voor Facebook is de nieuwe Europese regelgeving. Die leidt ertoe dat Facebook vooraf toestemming zal moeten vragen om jouw data te verzamelen en je verzamelde data moet kunnen wissen. Op die manier wordt het verzamelen van gegevens als betaalmiddel veel zichtbaarder.
Privacy moet concrete en vooral bewuste waarde krijgen in commercieel verkeer. Die waarde kun je overdragen. In zo'n model krijgen bedrijven persoonlijke data en/of toestemming om die te verzamelen in ruil voor bepaalde diensten, gelimiteerd voor een periode. Het individu beheert zijn eigen privacyportemonnee of -rekening.
Facebook zal uiteraard op uitvluchten zinnen en er volgt een kat-en-muisspel. Privacy vormt een moeras waarin niemand precies de weg weet en iedereen vast dreigt te lopen.
Uiteindelijk zal Facebook ontdekken dat ze de kloof tussen de eigen commerciële belangen en die van gebruikers zo klein mogelijk moet maken. Nu zijn adverteerders, app-aanbieders en F-winkels de klanten die de kassa van Facebook vullen.
In feite zie ik een prachtige paradox van de beursgang: hoe minder Facebook zich bekommert om het geld verdienen en de winst voor aandeelhouders, des te sterker zal het worden en uiteindelijk des te waardevoller voor de aandeelhouder. Dat is het verschil tussen korte- en lange termijn denken. Of bondig: afzien van hebzucht levert het meest op, in elk geval aan geluk voor gebruikers.
Gigantisch potentieel
We ain't see nothing yet met Facebook. Ik ben meer van de feiten dan van het luchtfietsen, maar wil er even een uitzondering op maken. Wat kan Facebook nog gaan doen? De introductie van de Tijdlijn opende m'n ogen, na enige maanden pas. Momenteel (begin 2012) is iedereen verplicht om hier op over te stappen. Dag Profiel, dag Prikbord! Waarom moet dit? Immers, het gevolg is in aanvang een nogal chaotisch geheel van alles wat je in het verleden op Facebook deed , nu doet en bent met je uitingen , beelden en kennissen. Op de Tijdlijn balt Facebook alles samen. Samenhang zoekt Facebook in de chronologische opbouw, waardoor een soort van biografie ontstaat, die je overigens zelf mag redigeren.
Dit is nu nog grof. De verbanden tussen je uitingen en interesses ontbreken, net als tussen je conversaties met je individuele kennissen. Facebook boekstaaft dit wel om bijvoorbeeld reclame met informatie van 'vrienden' te tonen. Daar is niet enkel commercieel veel mee te doen, maar is ook in het voordeel van de deelnemers. Facebook kan interesses en uitingen gaan koppelen en structureren. Is je hobby voetbal dan kan Facebook alle uitingen op dit terrein groeperen en (laten) analyseren, of vanuit die hobby je uitingen de wereld in sturen.Facebook kan het nog veel intenser en boeiender gaan maken, met als kernvraag: hoe ziet je leven eruit? Met als direct vervolg: wat boeit je echt, wat maakt je blij, bedroefd, nerveus etc.?
Facebook kan ook met elke kennis van je conversaties, leukjes etc. afzonderlijk gaan groeperen en (laten) analyseren. Hierdoor zal een veel krachtiger 'sociale grafiek' ontstaan dan Facebook je nu toont. Dat zou Facebook bijvoorbeeld kunnen doen met het aanbod van 'dossiers' van verschillende terreinen, relaties, kringen etc. Dit is volgens mij een gigantisch onontgonnen terrein voor expansie.
Het is belangrijk dat Facebook dit transparant doet en voor gebruikers zelf en niet louter in systemen op de achtergrond. Als Zuckerberg er in slaagt om het vertrouwen van 1 miljard wereldburgers vast te houden, dan kan hij dit potentieel aanboren. Maar ook andersom: als hij veel meer functionaliteit aanbiedt om je leven virtueel en in het echt te ondersteunen, is dat de perfecte klantenbinding. Tenzij er een golf aan privacyvrees komt die iedereen doet terugschrikken.
Wat kan en moet Facebook doen?
Facebook is de beste webdienst op internet en dus het meest gebruikt, en heeft nog gouden kansen. De groei is fenomenaal, dus gaat Facebook voort op de ingeslagen weg. Na de aanstaande beursgang zal de hebzucht toenemen, dat wil zeggen dat de verhouding tussen aanbieder en gebruikers verslechtert in het nadeel van de laatsten. Dat is billijk in een vrije markt, maar op lange termijn slecht voor beide partijen. Ik ben zo arrogant om Facebook een paar tips te geven om voor lange tijd dominant te worden op internet, ten koste van de winst op korte termijn:
1. Geef de data aan de deelnemers
Het verzamelen, opslaan en gebruiken van persoonsgegevens door Facebook had de afgelopen jaren veel weg van een roofjacht. Gebruikers hebben geen benul waar Facebook commercieel mee bezig is. In het kader van de veel gepredikte transparantie en 'in control' is dat een gotspe.
Als Zuckerberg echt ballen heeft, dan geeft hij de gegevens terug aan degenen van wie ze zijn. Dit betekent dat iedere Facebooker een eigen bak met gegevens beheert, waarin hij op eenvoudige wijze zelf data kan wissen en kan toevoegen, net als op de openbare Tijdlijn.
Dit leidt tot een enorme toename van het vertrouwen, zeker op lange termijn, wat de sleutel kan vormen tot een lang en gelukkig leven van Facebook. Waarschijnlijk kost de teruggave van data een paar centen, maar als dit nog vóór de beursgang plaatsgrijpt maakt Facebook schoon schip zonder aandeelhouders te benadelen. Bovendien steekt Facebook daarmee de Europese regelgevers met hun nieuwe stringente privacyverordening de loef af.
2. Vanuit de deelnemers opereren
Het concept van Facebook sluit, ondanks het megasucces, niet aan op de manier waarop wij sociaal acteren. Facebook programmeert ons vanuit het primaat van de sociale banden en conversatie. Echter, wij hebben een scala aan individuele behoeften waaruit met enige regelmaat de behoefte tot communicatie voortvloeit. Dit is een fundamenteel verschil.
Je Tijdlijn is bijvoorbeeld principieel iets van jezelf, dat je zelf wilt beheren en als het uitkomt wilt delen met een ander. Die ongeveer 600 sociale banden die een persoon gemiddeld heeft in het 'gewone' leven vereisen steeds andere vormen van communicatie en geen permanente uniforme uitwisseling van 'wat doe je nu?' en 'waar denk je aan?', waarop de antwoorden vervolgens in één amorf Nieuwsoverzicht komen.
Zo functioneren we zowel sociaal als online niet, ofschoon Facebook buitengewoon knap haar format tot een standaard maakt.
Commercieel gaat het er net zo aan toe. Reclame en individuele behoefte sluiten zelden op elkaar aan.Zelfs bij gerichte reclame ligt het klikpercentage doorgaans beneden de 1 procent. Zo'n economische verspilling is in de 21e eeuw niet meer rationeel goed te praten. De oplossing van marketeers om merken tot vrienden te maken is leuk bedacht, maar economisch even zinloos. Het zit fundamenteel fout en Facebook kan het oplossen.
3. Gebruikers compensatie/invloed/aandelen geven
Deelnemers bepalen de waarde van Facebook met. Kunnen ze meedelen in de opbrengsten? Wanneer ze attractief posten, bijvoorbeeld veel bekeken foto's en video's, kan Facebook hen laten meedelen in reclameopbrengsten. Dat komt wellicht ook de kwaliteit van uitingen, foto's en video's ten goede.
Ook invloed kun je distribueren. Ooit besloot Mark Zuckerberg om belangrijke besluiten eerst aan gebruikers voor te leggen voor debat en/of goedkeuring. Moeilijk werkbaar met honderden miljoenen gebruikers en daarom al jaren niet toegepast. Het was echter een principe en principes verkwansel je niet omdat de praktijk weerbarstig is. Facebook doet er goed aan om die invloed van deelnemers weer in praktijk te brengen, in de vorm van adviezen of zelfs besluiten. Dat kan op verschillende manieren.
Het best bij deze tijd past het optuigen van een directe democratie waarin de kleine miljard gebruikers kunnen stemmen over voorstellen die Facebook aanbiedt. Daarbij moet Facebook altijd de consequenties van voorgestelde vernieuwingen tonen en het debat aanzwengelen.
Een alternatief is een indirecte democratie, waarbij Facebook voor elk land een schaduwparlement laat samenstellen dat op een intelligente manier wordt gekozen. Anoniem zijn de verkiezingen dan niet, maar dat is nu eenmaal inherent aan het Facebooksysteem met identiteiten.
Er is een tweede lijn waarlangs Facebook de invloed gestand kan doen: de financieel-organisatorische. Facebook kan een substantieel deel van de aandelen met korting aanbieden aan zijn deelnemers met restricties voor verdere handel.
Die preferente aandeelhouders kunnen enkele leden van de Raad van Commissarissen kiezen. Teneinde deze invloed te kunnen controleren moeten de vergaderingen van de Raad van Commissarissen openbaar worden, ook al zal dat er toe leiden dat er meer in achterkamertjes wordt geregeld. Transparantie is nu eenmaal niet alles.
3. Bereikbaar worden
Facebook is dagelijks heel dichtbij, maar fungeert als organisatie ogenschijnlijk ergens in het heelal. Vele duizenden noodkreten van Facebookers die hun inschrijving om welke reden dan ook verloren, getuigen daarvan. De wellicht onbedoelde arrogantie gaat Facebook een keer opbreken.
De sympathie voor het bedrijf is minimaal, ook van de pers en bloggers die net zo min als gewone gebruikers fatsoenlijk door Facebook te woord worden gestaan. Zo'n slecht imago past zo'n goed bedrijf niet.
Publiek hoeft niet massaal gratis antwoord op verzoeken en vragen te krijgen. Dat kan een betaalde dienst worden. Een helpdesk kost geld. Facebook kan dit ook organiseren met kringen van deelnemers die in stappen toegang krijgen tot een helpdesk, een soort eerste hulp van ervaren gebruikers die door Facebook zelf online zijn opgeleid. Met wat 'leuke dingen' en erkenning als tegenprestaties komt Facebook al ver met zo'n vrijwilligersleger.
4. Betaalde abonnementen en compensatie invoeren
Ofschoon een onderzoekje in eigen kring me duidelijk maakte dat weinigen bereid zijn om voor een klein bedrag per jaar de reclame van Facebook af te kopen, moet die mogelijkheid zeker worden geboden. Het is economisch gezien goed als er een betaalde optie komt. Een betaalrelatie maakt gebruikers ook echt tot klant van Facebook, net als adverteerders.
Facebook waardeert er zijn status mee op. Ook krijgt het eigen betaalsysteem van credits een flinke stimulans en kan Facebook betalende klanten eenvoudiger andere betaalde diensten gaan aanbieden en afrekenen.
Uiteindelijk zou Facebook zelfs tot afspraken met providers kunnen komen, of natuurlijk direct zelf toegang tot internet kunnen gaan aanbieden. Vroeg of laat zal dat toch een keer plaatsgrijpen, zeker als de fricties met telecombedrijven zullen toenemen.
5. Het privacydebat zelf leiden
Facebook is nu dankbaar doelwit van elke organisatie en individu die meent iets over privacy te moeten roepen. Dat zijn er nogal wat en ze zijn behoorlijk mondig en invloedrijk, hoewel niet helemaal duidelijk is hoe groot hun steun onder de bevolking is. Facebook laat zich in de verdediging drukken in het debat en probeerde jarenlang op sluwe manieren in de praktijk 'in control' te blijven.
Dat is nauwelijks te handhaven. Zelfs als het overgrote deel van de Facebookers zich aan privacy niets gelegen laat liggen, verliest Facebook deze strijd. Op argumenten kan Facebook een debat naar zich toe trekken en winnen, maar door het initiatief aan anderen te laten begint het deze strijd altijd met een achterstand.
Daarom moet Facebook zelf het heft in handen nemen en toezichthouders en politici vóór zijn met standpunten. Technici zijn vaak te koppig. Ze menen dat gelijk hebben gelijk staat aan gelijk krijgen.
6. Anonimiteit selectief toestaan
Het lijkt me goed als Facebook minder rigide gaat vasthouden aan het identiteitsmanagement. Facebook kan dit op bepaalde terreinen opheffen, bijvoorbeeld waar het gaat om medische thema's of andere gebieden waar identificatie moeilijk ligt en niet noodzakelijk is. Dat is technisch goed te doen en er zijn geen onoverkomelijke bezwaren.
Ik ben geen principieel tegenstander van de identificatie, integendeel, liever een open vizier dan de lafheid van de anonieme mening. Maar er zijn discussies en uitingen denkbaar die beter anoniem kunnen plaatsvinden. Facebook kan in geval van misbruik bij een juridische vordering de identiteit alsnog verstrekken.
Met de mogelijkheid van anoniem uiten worden we ook een beetje van de tendens verlost dat het bouwen aan het persoonlijk imago voorrang krijgt boven waarachtigheid. Anoniem (met een pseudoniem) hoef je niet meer bij elke aansluiting of uiting op Facebook op de eerste plaats na te denken over hoe anderen je kunnen beoordelen. Deze onoverkomelijke gewoonte is momenteel namelijk schadelijk voor de waarachtigheid en komt ook het vrije denken en de creativiteit niet altijd ten goede.
7. Nieuw wereldconcept naast vriendenconcept
Facebook stoelt nu op het vrienden; het opbouwen van kringen van mensen die je kent. Dat is kennelijk buitengewoon aantrekkelijk, maar ook nogal voorspelbaar en het beperkt het converseren en de creativiteit.
Voor Facebook ligt er een prachtige kans om de wereldbevolking echt goed onderling kennis te laten maken door juist vreemden met elkaar te gaan verbinden. Natuurlijk gebeurt dat nu ook al in beperkte mate, maar tot een werkelijke 'friending' van vreemden komt het niet.
Daar zou Facebook veel actiever in kunnen worden door niet voortdurend nieuwe vrienden voor te stellen die dicht bij je staan, maar juist op grond van interesses en nieuw te ontwikkelen sociaalpsychologische algoritmes. Of gewoon door mensen met dezelfde interesses te gaan koppelen (ook leuk: dubbelgangers voorstellen uit fotoherkenning). Via vrienden van vrienden was verbreding van kringen ook de bedoeling, maar dit concept is behalve uitgesleten ook veel minder succesvol gebleken dan aanvankelijk vermoed.
8. Persoonlijke adviesdienst bieden
Google opteerde diverse malen voor de uitbreiding van de zoekdienst naar een persoonlijke adviesdienst. Zo'n persoonlijke adviesdienst kan onder de Facebookvlag nog beter tot zijn recht komen, om de eenvoudige reden dat Facebookers gekend zijn.
Facebook kan alle data die ze verzamelt ter beschikking stellen van de gebruikers en hen zelf analysetools bieden om verbindingen te maken met experts die adviseren. Advies kan uiteenlopen van begeleiding bij examenangst tot en met rimpelbehandelingen. Ook qua ontsluiting van kennis en kunde kan Facebook een intermediair zijn.
Dat adviseren geldt ook voor gebruik van Facebook zelf. Iedereen begint immers maar te facebooken en moet maar zien hoe het afloopt. Wat instructie kan geen kwaad.
9. Wetenschapsplatform beginnen
Facebook beschikt over een ongeëvenaard arsenaal aan data. Dat is een goudmijn voor de wetenschap, om te beginnen voor de statistiek. Waar veel onderzoek tegenwoordig gebaseerd is op het drijfzand van enquêtes kan Facebook een grote hoeveelheid feiten aanboren die betrouwbaarder is dan wat doorgaans voorhanden is voor wetenschap.
Facebook zelf kan bijvoorbeeld in techniek en software een mooie onderzoekstraditie beginnen. Bell Labs is een vermaard voorbeeld, IBM heeft een prachtige bijdrage aan wetenschap geleverd en Google Labs en The Google Foundation brengen mooie toepassingen voort.
Vanuit zijn platformgedachte zou Facebook dankzij die enorme gebruikersgroep juist de toepassing van nieuwe technologie kunnen testen en bestuderen. Facebook kan ook een poort vormen naar de verbinding tussen bio- en informatietechnologie in ons dagelijks leven.
Met een eigen Facebook Academy kan het bedrijf haar status op een prachtige manier verhogen. Behalve positief voor het imago is het ook werkelijk een manier om op een hoger niveau te komen. Uiteraard is dit geen kernactiviteit en kan Facebook goed een samenwerkingsverband met een groep van bestaande universiteiten aangaan. Ik denk dat ze in de rij zullen staan om mee te doen.
10. Debatten en enquêtes entameren
In het verlengde hiervan heeft Facebook de mogelijkheid om een prachtig publiek platform voor discussie te kunnen aanbieden. Uiteraard kan dit technisch en inhoudelijk door derden worden verzorgd in de vorm van apps met thema's. Facebook kan ze ondersteunen met feitelijke data, en voor zover nodig aanvulling halen met het aanbod om enquêtes op te zetten. Ook kan Facebook experts en expertpanels entameren om deskundigen naar voren te halen. Het gewone volk kan zich rondom hun meningen uiten.
Op velerlei terreinen is dit mogelijk, van de inrichting van het speeltuintje in de wijk tot en met de grote thema's als de schulden- en eurocrisis, al heb ik elders laten zien dat juist massale bewegingen zich minder goed lenen voor Facebook. Juist de persoonlijke betrokkenheid is een sterk punt, dat verloren gaat in massa's.
Je kunt discussies echter eerst decentraliseren en later bij elkaar brengen. Zoetjesaan ontstaat er wellicht een schaduwdemocratie.
11. Een helder, open juridisch domein
Facebook onderhoudt de grootste samenleving na China (en India). Meer en meer interactie vindt er plaats. Daar ben ik wat frivool mee omgegaan met misdaadberichten, maar dit versluiert een groot gebrek: Facebook kent geen juridische status, anders dan dat Facebook beweert zich in alle landen aan de wet te houden.
Facebook doet er goed aan om een open, begrijpelijk en transparant juridisch domein op te tuigen dat gebaseerd is op de algemene voorwaarden, maar ook jurisprudentie ontwikkelt op grond van uitspraken en handelingen. Dat moet zichtbaar zijn voor iedereen. Dan is ook duidelijk op grond waarvan Facebook personen van het net gooit of elders juist opstandelingen steunt door regimes buiten de deur te houden.
Waar staat Facebook voor qua normen? Welke principes zijn leidend? Hoe behandelt Facebook strafvorderingen vanwege verdachte deelnemers?
Hoe behandelt Facebook verdachte groepen? Facebook houdt zich aan de wet. Punt uit, maar eigenlijk niet. Als dat feitelijk al mogelijk zou zijn, hoe gaat dit dan in zijn werk? Inzicht in de procedures ontbreekt volledig.
Een leuke, maar ook riskante optie is de start van een 'sociale rechtbank' waarin zaken worden aangebracht waarover Facebookers kunnen oordelen. Tegenstanders zullen direct 'volksgericht' roepen en 'virtuele lynchpartijen' voorspellen. Sowieso is de dreiging op Facebook daarvan groot, maar misschien kun je het met wat lichte zaken introduceren onder het principe 'wat u niet wilt dat u geschiedt doet dat ook een ander niet'.
Meest complexe technische omgeving
DPC, de Ierse privacywaakhond die Facebook eind 2011 zo hard in de kuiten beet, begon zijn rapport zo: "Facebook is, zoals herhaaldelijk uiteengezet in dit rapport, misschien de meest complexe technische omgeving op internet." Daar was ik erg blij mee. Voor dit boek dacht ik vlot het naadje van de kous te weten te komen over Facebook. Vergeet het maar. Niet alleen bleek het buitengewoon moeilijk om alle finesses op een rij te krijgen, maar Facebook veranderde gedurende onze wedren ook voortdurend de spelregels met de inhoud en de indelingen van de privacyvoorschriften. Niet zelden nog waziger gemaakt met brakke vertalingen, onbegrijpelijke nieuwe zinnen en verwijzingen.
Als historicus en ICT-journalist wilde ik vanuit de opbouw van het medium, techniek, onderzoek en externe kritiek Facebook doorgronden. Door de hoeveelheid onderzoek en informatie liep dit project uit de hand. Het doel was om de feiten te bieden met kritische oordelen, om de lezer aan het denken te zetten. Een pasklaar advies kwam er niet, want dat is er niet. 'Ophouden' is het eenvoudigst, maar voor die miljoenen deelnemers is dat geen optie.
Laatste woord met Gerrit
Onder de intelligentsia die zich over Facebook uitten, gaat m'n voorkeur uit naar schrijver Gerrit Komrij (1944). Diens teneur beviel me buitengewoon, met als rode draad zijn mensenkennis waarmee hij technologie-invloed op waarde weet te schatten. Overdreven projecties noch onnodig bagatelliseren kenmerken zijn observaties. Ironie en sarcasme vormen de scherpe wapens. Daarom tot slot nog uit zijn prachtige oudejaarscolumn:
"Mijn overgrootvader heeft nog mensen gekend die onder Napoleon vochten. Mijn grootvader heeft de eerste socialist van Nederland nog gezien. Mijn vader heeft nog een paard beslagen met een hoefijzer. Ik heb nog een brief op papier geschreven. Napoleon, smidsen en brieven zijn er niet meer. De wereld gaat er, zoals we weten, voortdurend op vooruit. De vooruitgang is al zo lang bezig dat ik me afvraag of we intussen niet al een beetje volmaakt zijn geworden. Vooral in de internetwereld kom je de gedachte tegen dat we in een schitterend nieuwe wereld leven met fantastische perspectieven. Ze hebben er geen superlatieven genoeg voor. Maar ze halen twee zaken door elkaar. Ze zijn misschien bezig met iets nieuws en schitterends, maar dat betekent niet dat ze er zelf nieuwe en schitterende mensen door zijn geworden. Of ooit zullen worden."
Dat is de opvatting van de dromer die Komrij plaatst tegenover de profiteur. Niet zelden wordt de eerste een tweede: "Het uitwisselen van dromen en ideeën is, waar je bij stond, vervangen door het uitwisselen van polshorloges en hypotheken."
En ook: "Wie openhartig wil zijn komt bij Facebook van een koude kermis thuis. 't Is beslist het verkeerde adres voor emotionele flapuiten."
Zo erg is het gelukkig niet, oprechtheid en rechtschapenheid kom je zelfs op Facebook tegen. Het is evenwel het medium bij uitstek om persoonlijke imago's op te poetsen. Het verschil tussen producenten en consumenten vervaagt volgens visionairs, maar dit is met marketing al begonnen: jezelf net wat mooier voordoen dan je bent, en als dat bevalt het verschil tussen wie je bent en zoals je gezien wilt worden laten groeien.
Niemand legt je een strobreed in de weg. En reputaties worden beloond, ook materieel. Toeval of niet, maar op Facebook kregen bedrijven dezelfde status als personen. Verschil is er volgens Facebook niet veel, behalve dat de eerste geld in het laatje komt storten en de tweede zich daartoe gewillig laat exploiteren. Ach, de wereld…
En voor iedereen die Facebook 'asociaal' noemt en die ik vóór de aanvang met dit boek zonder meer gelijk zou geven: een boek erover schrijven, dat is pas asociaal…