We publiceren het boek De macht van Facebook in hoofdstukken op Netkwesties.nl. Het boek dateert uit 2011, maar veel van de onderwerpen keren juist nu terug in actuele artikelen van bekende titels.
Eerder verscheen:
Inleiding
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4
Hoofdstuk 5
Hoofdstuk 6
Hoofdstuk 7
Hoofdstuk 8
Hoofdstuk 9
Hoofdstuk 10
Hoofdstuk 11
Hoofdstuk 12
Hoofdstuk 13
Bekentenis
Verslaafd aan internet? Natuurlijk, alleen al aan e-mail. Er is waanzinnig veel tijd verloren gegaan aan het lezen maar vooral beantwoorden van berichten. Ik heb me zelden goed gehouden aan het belangrijkste advies in dit boek: is het wel echt nodig? Zo veel conversatie gezocht in stille uren, een encyclopedie vol aan berichten. Dat wil zeggen: kwantitatief. Of het inhoudelijk wat voorstelt moet de generatie na mij maar bepalen.
E-mail stond vele jaren de hele dag open. Het was een sport geworden om kennissen binnen een paar minuten van een antwoord te voorzien. Dat gold voor het overgrote deel van de dagelijks 500 tot 700 e-mails die binnenrolden gedurende de intensieve jaren bij Planet.nl. Berichten met diepgang van vrienden liet ik tot het weekend staan om op zondagmorgen in alle rust te beantwoorden.
Aan de andere kant van die vermeende verslaving: op vakanties, mobiel of gedurende privétijd met m'n dierbaren doet die hele e-mail me niets. Nee, echt niet, ook niet stiekem even een internetcafé in. Alleen al de naam vind ik vreselijk: café raakt een prettige snaar in m'n hersenen, het geschuif van de houten tafeltjes en stoelen, de glimmende toog, het geneuzel en glimlachende vrouwen. En dan zo'n bloedeloze computer in de hoek met een toetsenbord besmeurd door de vingers van velen?
Maar de iPad vind ik onweerstaanbaar, vooral in combinatie met YouTube en spelletjes met kinderen. Dus heb ik die, zoals een dreigende verslaafde betaamt, niet zelf in huis. Elders gris ik het ding altijd van de bank of tafel, na de vraag of het mag. Want de iPad is in de huiskamer op de bank dus geen privéding. Steeds meer mensen bevolken die huiskamer echter in hun eentje. We hebben de warmte van gezelschap van mensen vervangen door die van verbonden apparatuur.
Verslaafd aan GeenStijl
De eerste echte verslaving bemerkte ik pas na 9 jaar internet, op kantoor van m'n internetbedrijfje rond 2003. Een collega, brave huisvader, twee kinderen, huishypotheek in het Gooi en hoogopgeleid, had de hele dag GeenStijl openstaan op de pc. Als zo vele fans van het rabiate weblog was hij een verstokte 'F5-er'.
Hij keek de hele dag of GeenStijl nieuwe berichten had gepubliceerd en, vooral, welke nieuwe reacties er waren op reeds geposte artikelen. De 'reaguurders' brachten een 'reaguurcultuur' op gang, een combinatie van lol trappen, meligheid en het voortdurend uiten van verongelijktheid en discriminatie. Dat zwelde steevast aan tot een golf van afschuw die GeenStijl tot een icoon van de internetcultuur in Nederland heeft gemaakt.
De maker van GeenStijl raakte overigens eerder ook verslaafd, maar dan aan het publiceren op GeenStijl in de baas z'n tijd. De schrijver, de beste jonge journalist die ik kende, was toen vrij man om het fenomeen tot een succes te gaan maken en verdiend miljonair te worden na verkoop aan De Telegraaf.
Goed, verslaving aan plezier op het scherm, het was er in grote mate in alle vormen van persoonlijke, overdreven betrokkenheid. Want dat is een voorwaarde. Jarenlang zijn er grote zorgen geuit over verslaving van kinderen aan het msn'en, de chat die begin deze eeuw enige jaren het internet in Nederland domineerde, als wereldwijd koploper. Het was een logisch vervolg op de babbelbox- en telefoonseksverslaving, die overigens via de 0900-nummers ook de portemonnee nog eens plunderden, in tegenstelling tot internet.
Daarop schoten de sociale netten uit de grond zoals CU2, Sugababes en Hyves, als pleisterplaatsen voor online verslaafden. Evenzogoed tel ik onder vriendinnen/buurvrouwen twee verslaafden aan het handelen via Marktplaats, dat in die zin ook een sociaal netwerk is.
Twitteren dreigde voor mij de nieuwe verslaving te worden, met de hele dag Tweetdeck open. De concentratie op dit boek versloeg Twitter met gemak, ofschoon een offline pc daarbij helpt.
Blackberry bashen
Het lukt me nog altijd goed om mobiel internet te negeren, want daar is een hoop verslavingsellende van gekomen; die onafwendbare blik op het schermpje gaat ten koste van aandacht voor de omgeving. De eerste ellende ontwaarde ik met de introductie van de Blackberry in Nederland, door Telfort aan hooggeacht publiek uitgedeeld met een exquise diner. Internetgoeroe Vincent Everts was ingehuurd om de promotie te leiden. Dat ging hem geweldig af, tot hij aan einde van de promotieavond nog eens langs tafels ging voor wat meningen. Hij dacht de mijne ook te kunnen gebruiken, maar die luidde: "Een verschrikkelijk asociaal medium. De hele avond hier aan tafel kijken ze op hun schermpjes, zelfs terwijl ze een gesprek voeren." Stilte, schaamte, en ook kritiek op mij als degene die het pr-feestje verziekte…
Toen m'n partner ook zo'n ding kreeg, bedong ik dat die 's avonds uit zou staan. Dat ging een tijdje goed. Inmiddels is dat een wereldvreemde eis, wanneer ik die opper ben ik van lotje getikt. Nu hoor ik niet zelden de halve avond gepiep vanwege het 'pingen'. Oude chat (daar heb je hem weer) in een nieuw Blackberry-jasje.
Ik zie ze vaak op de boulevard hier aan zee, dertigers van de managementcursussen van De Baak die onophoudelijk liever op schermpjes staren dan over zee te turen, met daarboven het vaak fascinerende firmament: waarom zouden ze hun creativiteit stimuleren als ze binnen de twee decimeter van hun virtuele oogkleppen kunnen blijven?
Verslaving Facebook erger dan seksverslaving
Bedrijfje TheInternetTimeMachine.com, dat beweert trendanalyses op internet uit te voeren, kwam begin 2011 met het persbericht: 'Facebookverslaving overtreft seksverslaving'. Dat scoort in elk geval, maar is het ook waar?
Het bedrijf vergelijkt zoekopdrachten, blogconversaties en forumpostings van wel 55 miljoen bronnen. Dit lijkt heel wat, maar iedereen kan dat doen. Ga bijvoorbeeld naar Google Trends om het zoeken naar termen te vergelijken, iets wat ik in m'n vorige boek uitgebreid heb beschreven en een boeiend spel vormt.
Vul in: 'Facebook addiction' en 'sex addiction'. De eerste is zeker niet groter dan de tweede, al groeit Facebookverslaving als zoekterm iets harder. Maar neem het over de afgelopen twaalf maanden en je ziet dat er ruim twee keer meer is gezocht naar 'sex addiction' dan naar 'Facebook addiction'. Wel opvallend is echter dat in een aantal landen het zoeken naar 'Facebookverslaving' groter is dan naar 'seksverslaving': om te beginnen op de Filippijnen, maar ook in India en Maleisië. Overigens zegt het zoeken naar de termen niet alles over verslaving zelf. Veel publiciteit over een onderwerp, bijvoorbeeld van een Hollywoodster of golfer met een seksverslaving, doet het zoeken naar de term met sprongen omhoog gaan.
Dan kun je nog in blogs zoeken met Technorati. Daar levert 'Facebook addiction' 25,5 miljoen resultaten op, en 'sex addiction' slechts 14,8 miljoen resultaten. Dit zegt in lichte mate iets over de aandacht voor beide onderwerpen, maar nog niets over de intensiteit of het voorkomen van de afwijking.
Facebook Addiction Disorder
"Akash Deep Rattan heeft uw verzoek goedgekeurd voor aansluiting bij de groep 'Facebook Addiction'." De bevestiging op een verzoek om toegang tot dit virtuele gekkenhuis was binnen een minuut een feit, natuurlijk. Het startpunt van het zicht op een litanie van verschrikkelijke bekentenissen over verwaarloosde kinderen, vaders en (vooral) moeders die hun gezin niet meer kunnen liefhebben, verloren banen, straatvrees, slapeloosheid plus een serie fysieke klachten.
Ik moet toegeven dat er, net als in Nederlandse groepen over verslaving, een hoop satire tussen zit. Het is al net als bij de reaguurders van GeenStijl: echt is moeilijk van geveinsde emotioneel betoonde ellende en verontwaardiging te onderscheiden.
Er is ook een naam voor: Facebook Addiction Disorder (FAD), overigens nog geen onderdeel van de psychologiebijbel. Maar het kan in de nieuwe versie (DSM-5) in 2013 worden opgenomen. In 2008 kwam onder meer de Amerikaan dr. Michael Fenichel met FAD op de proppen. Hij gaf het een plek bij de vele vormen van internet- en telefonieverslaving, ofschoon er een extra dimensie is boven de verslavingen aan e-mail, surfen, chatten en gamen. Fenichel schetst een hemel en hel van pathologisch gebruik van de persoonlijke collectieve netwerken. Het is een constante arena voor letterlijk onophoudelijke versterking van exhibitionistisch, voyeuristisch en/of interactie zoekend gedrag, vaak in combinatie.
Hij ziet er dus een aparte categorie verslaving in, het is wel een serieus probleem. Al moet je daarbij een slag om de arm houden, gezien de marketing van de eigen negotie van Fenichel. Psychologen uiten afschrikwekkende waarschuwingen voor de grote ernst van de kwaal, waarvoor zij een palet aan behandelingen uit de kast kunnen trekken met dito prijskaartjes.
In vergelijking met bijvoorbeeld sms of tv kijken biedt het sociale netwerk een intensiever platform, ook voor verslaving: met foto's en video's plaatsen, popcultuur, spelletjes en quizzen (applicaties). Plus het volgen van niet enkel korte uitingen en links van anderen zoals bij Twitter, maar vaak persoonlijke uitingen die veel attentie vragen. Zo'n kakofonie van aandacht opeisende lekkernijen vormt het smakelijkste menu voor diepgaande (gedrags)verslaving.
"Facebook Addiction Disorder (FAD) lijkt mij de meest intense en zelfversterkende van alle vormen van online verslaving, door directheid, intimiteit, gedeelde ervaring en creativiteit plus het gevoel van macht ontleend aan het kapitein worden van het schip dat Facebookpagina heet […] Het is slechts een kwestie van tijd voordat grote aantallen ten prooi vallen aan de verlokkingen van een 24/7 sociaal netwerk dat zo veel moois te bieden heeft. Een thuis onder vrienden en gedeelde applicaties (spelletjes, quizzen, testen, prijzen en wat er al niet aan verstrooiing voorhanden is)", waarschuwt Fenichel.
De virtuele receptie
Aanhoudende, maar uiteraard toch vervlakkende extase vormt de alles verpletterende verlokking. Facebook is een drug voor velen. De ultieme mogelijkheid om op één scherm je leven te delen met echte vrienden, vermeende vrienden, kennissen, school- en studiematen, collega's, kinderen, tantes en exen. En dat allemaal in een ratjetoe door elkaar. Daarbij komt ook het 'gewoon surfen', omdat tv- en radioprogramma's, bedrijven en merken tot en met politici en leuke figuren die zichzelf moeten etaleren, met boeiende links over elkaar struikelend om de gunsten van de Facebookers vragen.
De spons Facebook is in staat om alles op te zuigen tot één stroom amorfe aandacht die grenzen doet vervagen tussen werk, privé en openbaar leven. Zoals een directeur van Vodafone Nederland me met veel genoegen vertelde: "We zijn aantrekkelijk voor jonge mensen met Het Nieuwe Werken want ze zijn op het werk niet gebonden aan louter zakelijke bezigheden, en kunnen anderzijds thuis hun werk voortzetten."
De kans is dus groot dat als je met zo'n Nieuwe Werker van Vodafone (of willekeurig welk ander hypermodern bedrijf) probeert iets telefonisch te regelen, de jongedame/man ondertussen zit te twitteren of facebooken.
Verschillende houdingen en vormen van aandacht en concentratie beginnen op Facebook dwars door elkaar te lopen, wat de grootste sluipende verandering van gedrag is met computers en telefoons. Goed, je kunt zeggen dat het beter is dan de monomanie van sms'en, chatten of gamen. Ik ben daar niet zo van overtuigd. Facebook biedt een constante receptie waarbij je aan het eind niet meer weet met wie je waarom over welk onderwerp wat hebt gebezigd, een zakelijk onderhoud afwisselde met een flirt, of die misschien bundelde. Niet enkel gaat dit met Facebook dag in dag uit, uur na uur door, je komt ook nooit thuis met de vraag: wat heb ik er in godesnaam uitgevreten? Altijd in de snoepwinkel zonder misselijk te worden.
Onderkennen en vermijden
De Daily Mind publiceerde in mei 2008 'Facebook Syndrome: 8 manieren om uw Facebook Verslaving te verslaan'. De zelfhulp voor wat ze noemde een 'miljarden dollar verslindende verslaving'. De nadruk ligt op verlies aan productiviteit op het werk. De Facebookverslaving lijkt me een privéprobleem van de hoogste orde – economisch waren er wel grotere bedreigingen in de afgelopen jaren. Hoewel, net als een kind zoet is, hoef je je niet te bekommeren om het welzijn van een facebookende partner of ouder. Met een kind dat aan het scherm plakt ligt het wat anders, je ziet het liever 'gewoon' sociaal geslaagd bezig zijn. Ofwel: lekker buiten spelen.
Leidt u aan het Facebooksyndroom of voor mijn part het GeenStijlsyndroom? De bron van verslaving wisselt immers nogal eens. In de eerste jaren van publiek internet was er vooral zorg over pornoverslaving. Alles passeerde daarna, van chat tot sms en van gaming tot downloaden. Verslavingsdeskundigen zijn het erover eens dat aanleg voor verslaving bestreden moet worden en niet het object van verslaving: is er geen Facebook, dan zijn er wel chatsites; is er geen coke voorhanden, dan stellen we het met alcohol. Aangezien Facebook sociale relaties biedt, kan de verslaving voor sommigen echter heftiger zijn dan bij andere afleidingen.
Tekenen van Facebookverslaving
Hieronder tref je een lange rij van kenmerken van een verslaving aan Facebook, van verschillende bronnen vergaard en zelf aangevuld. Het is boeiend na te gaan of je, al is het maar in lichte mate, op een van de punten de bedoelde begeestering bij jezelf kunt vast stellen. Absolute maatstaven voor het aantal kenmerken dat je moet vertonen alvorens je verslaafd bent zijn er niet.
In de browser staan verschillende Facebookvensters c.q. tabbladen tegelijkertijd open;
Je krijgt een beroerd gevoel als je op een uiting geen reactie krijgt, of een bericht of chatverzoek onbeantwoord blijft;
Je gebruikt de Facebooktaakbalk in je browser;
Je gebruikt het Facebook-mailadres;
Je verjaardag is het leukst op Facebook;
Facebook verdringt zakelijk computeren;
Als je foto's maakt denk je meteen aan publicatie op Facebook;
Veel vrienden op Facebook zijn onbekenden;
Bij het ontwaken check je eerst Facebook, en ook nog even voor het slapengaan;
Je komt te laat voor afspraken vanwege Facebook;
Het belangrijkste criterium voor het vullen van je agenda is genoeg Facebooktijd;
Je hebt liever Facebook dan de kroeg of bioscoop;
Fysieke ontmoetingen sluit je af met 'ik zie je op Facebook';
Je dringt bij echte vrienden – mochten die er (nog) zijn – aan om op Facebook te komen;
Als je offline bent denk je vooral aan de eventuele reacties op een Facebookpost of het verloop van een spelletje;
Je raakt gestrest als een benaderde Facebookvriend je niet toevoegt of je verder niet aanspreekt;
Je mijdt websites zonder Facebookicoon of Like-knop;
Van nieuwe vrienden ga je niet enkel van hen maar ook van hun vrienden intensief hun uitingen en levens uitpluizen;
Je voelt je verplicht om te reageren op Facebookers die je normaliter zou negeren;
Je smaken worden sluipenderwijs steeds meer door online vrienden, reclame en spelletjes via Facebook bepaald;
Bij een offline gebeurtenis denk je voortdurend aan je foto of andere uiting ervan op Facebook en wie erop zal reageren;
Je wil steeds je Facebookprofiel bijwerken, je afbeelding, voorkeuren, en statussen veranderen;
Je hunkert naar steeds meer vrienden, filmpjes en uren spelletjes;
Nieuws is pas nieuws als je vrienden het als zodanig bestempelen. Gebeurtenissen die je overzicht niet passeren doen er niet meer toe;
Je verlegt je normen richting Facebook: vrienden vinden je natuurlijk nalatig als je hen niet snel antwoord geeft of een spelletje meedoet;
Je krijgt toespelingen van vrienden en familie op vermeend overmatig gebruik van Facebook;
Het gespreksonderwerp Facebook komt steeds vaker terug met hen;
Verveling en desinteresse komen steeds vaker voor bij activiteiten die eerder boeiend waren, zoals telefoneren met vrienden;
Je favoriete tv-programma’s laat je lopen voor Facebook of kijk je alleen als Facebook onder handbereik is;
Je komt vaker klaar met Facebook dan zonder;
Je zit vaker in pyjama of trainingsbroek achter het scherm en doet met slonzige kleren en ongekamd haar een boodschap, omdat je online imago veel belangrijker is geworden dan de mening over jou in je buurt;
Je probeert een weekendje weg te voorkomen. Voor het boeken van vakantie controleer je eerst of er mobiel internet zal zijn of een internetcafé in de buurt;
Je bemerkt dat je online leven reëler is dan je offline leven. De online conversaties vind je veel boeiender dan offline omgang;
Pijn, verdriet, onrust, uitsteldrang, schuldgevoel en alles wat het leven onaangenaam kan maken weet je meer en meer te compenseren door te facebooken;
Je hebt last van slaapgebrek door te lang facebooken en ligt 's nachts wakker van wat er emotioneel op Facebook plaatsgrijpt;
Herkauwen en nostalgie benemen het leven in het hier en nu. Je bemint het verleden en neemt geen afscheid van voortsluimerende relaties met oude (echte en would be) liefdes;
Ook offline wil je alles wat Facebook noemt, van een flard van een gesprek op het trottoir tot een tijdschrift uit het schap, tot het jouwe maken;
Uiteindelijk begin je zelfs aan een Facebookboek, tegen beter weten in.
Strategie, trucs en tips
Je zult de meeste van bovenstaande criteria lachend voorbij zijn gegaan, maar tenminste een aantal ervan zal iets van herkenning of zelfs een ongemakkelijk gevoel weten op te roepen. Ben je dan niet permanent de slaaf van zo'n verleiding, bij tijd en wijle treedt het wel op, al kun je voor Facebook net zo goed internet, Twitter of iPhone invullen!
Ik meen het echter goed met je en draag ook een aantal tips aan om je verslaving, ook al treedt die maar soms of tijdelijk op, te lijf te gaan:
Open applicaties, vensters en tabbladen pas als je ze nodig hebt en sluit ze weer af na gebruik, want de gewoonte tot multitasken is zeker voor verslaafden funest. Overschakelen naar Facebook zal hierdoor langer duren;
Noteer precies welke tijden je dagelijks aan Facebook besteedt, eventueel met behulp van internetprogrammaatjes;
Begrens de 'speeltijd' met Facebook en geniet dan meer. Je moet leren dat Facebookgebruik in de juiste proporties leuk en gezond is. Totale uitbanning leidt vaak tot een terugval;
Facebooklimiter.com is goed en goedkoop, met slechts 10 dollar voor de betaalde versie, ook te gebruiken op kantoren. iFreeFace doet ongeveer hetzelfde voor 14 pond of 20 dollar. Heel eenvoudig is de online dienst Keepmeout.com, waar je een webadres invult en tijden waarop je er niet mag komen, voor de zwak verslaafden. Met Focus Booster kun je perioden instellen dat je bepaalde websites niet mag bezoeken of helemaal niet mag surfen gedurende het werken of schrijven. Ook veel software voor oudercontrole van kinderen online is geschikt voor begrenzing, de zogenaamde Nanny-software. Zwaar verslaafden moeten het anderen laten instellen met een wachtwoord.
Meld op Facebook welke perioden je er niet zult zijn voor je vrienden. Plan die perioden vooruit en breid ze uit;
Schakel e-mailmeldingen die Facebook stuurt helemaal uit, want berichten in de inbox zijn als kleine rode duivels die op je schouder komen zitten en smeken om terug te keren naar Facebook;
Houd jezelf niet voor de gek. Je vrienden kunnen je reacties heus wel missen, spelletjes lopen niet zomaar in het honderd en een snelle blik op Facebook is wél erg;
Ga mediteren om het Facebooksyndroom uit je bovenkamer te bannen, door het te observeren als een externe dreiging: wat wil die van me? Kan ik haar verslaan?
Loop weg van de computer, ga offline of zet het ding uit. Je houding is die van een geketende aan apparatuur geworden, zoals onze overgrootvader op het land aan zijn zeis;
Vraag anderen boeiender en vooral socialer bezigheden met je te verzinnen dan aan het scherm;
Schrijf op wat je met vriendschappen placht te doen voor het tijdperk Facebook, maar ook hoe Facebook je veranderde. Net als in een relatiecrisis ga je terug naar het prille begin (wat trok me zo aan in hem/haar?). Schrijf op hoe je leefde zonder Facebook. Was je ongelukkiger? Nee toch?
Begin je eens bewust te worden van al je passieve en actieve handelingen op Facebook. Analyseer een aantal uitingen van vrienden en jezelf door ze uit de context van Facebook te knippen en te plakken in een bestandje, waarin je er commentaar achter schrijft;
Geef ook cijfers mee op een schaal van 1-5 of 1-10 voor de waarde die ze voor je hebben, ook voor niet-Facebookactiviteiten. Bouw een breder beeld van je leven: wat geef je, wat neem je, van wie en waarom en wat bezorgt je gelukkige, nare en oppervlakkige momenten? Ben je er over een half jaar nog trots op?
Voor je een app toevoegt, vraag je af: hoe zinnig is dit? Hoe hard heb ik dit nodig? Maak dat toepassingen voor jou werken, niet omgekeerd, zodat nu in feite puur tijdverdrijf of zinloos gebruik het gevolg is;
Weersta de voordurende dwang van Facebook om maar nieuwe vrienden toe te voegen. Begrens het aantal vrienden op een schappelijk aantal. Begin met halveren door er dagelijks een te schrappen;
Stop in elk geval met de race om zo veel mogelijk vrienden te scoren, maar ga in plaats daarvan voor de kwaliteit ervan. Ga eens echt afspreken met de vrienden die je dierbaar zijn en neem afscheid van de rest;
Vraag je ook af wat je betekent voor anderen. Of erger nog: vraag het ze gewoon op de man of vrouw af. Je bent gewaarschuwd voor de ontluistering.
Lekker zo laten
De litanie aan verslavingskenmerken en -remedies klinkt wat al te zeer als de dominee die hel en verdoemenis predikt, met Facebook als de satan. Ik misgun je echter het plezier met Facebook niet, noch heb ik de illusie een miljard mensen terecht te kunnen wijzen. Het is wel goed te weten hoe het nieuwe medium greep op ons krijgt in plaats van andersom. Is het de normaalste zaak van de wereld dat een machine ons dwingt voortdurend in te tikken wat we doen en denken, en is zoiets vrijblijvend?
Natuurlijk kun je domweg gelukkig zijn dat je Facebook hebt. Alleen al als je ziek bent, of door ouderdom beperkt, kan het je een enorm genoegen bezorgen. In mindere mate geldt dat geluk dankzij Facebook ook voor het groeiende leger geografisch uiteengerukte families. Je dierbaren in den vreemde, vooral dochter, zoon en kleinkinderen, kun je via Facebook toch treffen. Ook al zou ik dat liever op een neutralere plek op internet zien gebeuren. Maar dat is letterlijk een ander verhaal.
Hartstikke verslaafd! Toch?
Meer dan tachtig procent van de Facebookers kan geen dag zonder het checken van het sociale net. De helft van hen vindt dit eigenlijk beangstigend, maar kan daar niet veel mee uitrichten. 20 procent zegt immers zijn profiel verwijderd en weer opnieuw toegevoegd te hebben. Een beter signaal van het niet 'cold turkey' kunnen stoppen, is er niet.
Vormen de 2.500 internetters voor wie dit volgens Coed Media Group geldt, als representatief? Nee hoor, het is geturfd op een platform voor publicaties door en voor studenten. Ze konden een spelcomputer winnen als ze aan het onderzoek zouden meedoen. Dus wat zijn de antwoorden waard?
Maar de uitkomsten gaan erin als koek: van de respondenten zei 44 procent hun Facebookpagina dagelijks voor het tandenpoetsen te openen. Ook heeft bijna de helft er de pest in dat ze hun ex niet kunnen blijven volgen omdat tegenwoordig velen hun profiel en Tijdlijn alleen voor vrienden openen. En ten slotte geeft bijna de helft op dat ze dronken op foto's staan, met hun naam eraan verbonden.
Maar hoe verslaafd zijn ze echt? 70 procent van de ondervraagden zou zijn profiel verwijderen als Facebook besluit geld te vragen voor de dienst. Niettemin besteedt al meer dan de helft van de facebookende Amerikanen meer tijd aan het sociale net dan aan verblijf met de echte vrienden.
Aan de antidepressiva
In 2011 bracht de Bostonse psychiater Gwenn O'Keeffe, kinderarts en hoofdauteur van de nieuwe richtlijnen voor sociale media van de American Academy of Pediatrics (AAP), de 'Facebookdepressie' bij deze club onder de aandacht.
De Facebookdepressie komt vooral voor bij tieners die geobsedeerd zijn door het sociale netwerk. Volgens O'Keeffe hebben netten zoals Facebook eigenschappen die een sterk negatieve uitwerking kunnen hebben op kinderen met een gering zelfvertrouwen.
Er ontstaat een te grote afstand tussen de wereld die ze zelf beleven en die van honderden vrienden die onophoudelijk kond doen van hun succes en plezier en zich op profielen tonen met foto's die geluk, plezier, stoerheid en zelfvertrouwen uitstralen. Dit kan ertoe leiden dat een jongere zich minderwaardig gaat voelen. Hij hoort niet bij de optimistische, positieve groep van populaire kinderen.
In de Volkskrant schreef Koen Damhuis (23) over 'mijn generatie', die daar ook door geteisterd wordt: "Hyves- en Facebookvrienden construeren een virtuele identiteit waarin de een nog succesvoller is dan de ander. Het maakt onzeker, rusteloos en zelfs angstig. Nog nooit zaten zo veel opgebrande twintigers aan de antidepressiva. De reden? Wij zien onszelf als oorzaak van ons eigen falen. De wereld blijkt niet zo maakbaar als we meenden.
Schopenhauer wist al dat de bron van onze ontevredenheid ligt in onze terugkerende pogingen om de factor van onze eisen op te drijven. Het is met roem en rijkdom als met zeewater, schreef hij: hoe meer je ervan drinkt, hoe dorstiger je ervan wordt. Mark Zuckerberg is hier een hedendaags voorbeeld van. Maar surfend over zijn Facebook en de vloeibare identiteiten van onze vrienden moeten we goed beseffen dat de sleutel tot geluk in lage verwachtingen ligt."
Megan Moreno van de University of Wisconsin, kinderarts gespecialiseerd in adolescenten, vond in onderzoek een tweezijdig effect van sociale netwerken: goed aangepaste kinderen vergroten met Facebook hun zelfvertrouwen. Ze komen beter uit de verf dan gemiddeld en kunnen daarmee sneller scoren dan in een offline wereld. Het tegenovergestelde effect doet zich voor bij onzekere kinderen.
In deze zin wijken de effecten van Facebook en Hyves niet zo veel af van het gewone internet, behalve dat ze groepscommunicatie zo veel krachtiger maken, en daarmee ook de spiegeling aan de groep door degenen die zich minder bedeeld voelen. Facebook als virtueel schoolplein, hangplek of soos kan juist door de intensiteit meedogenloos worden. De grens waarop jongeren zich door wanhoop en depressie laten overmeesteren, wordt sneller bereikt. Het bewijs kwam met de zelfmoord van een 15-jarige scholiere in Massachusetts, die op Facebook hevig werd gepest, net als in het echt.
Nederlands onderzoek naar jongeren op internet, gevolgd door analyse van onder meer Ouders Online, leidde tot waarschuwingen. Ouders moeten met hun kinderen praten over hun online activiteit, en altijd de mogelijkheid open houden om over de schouder mee te kijken. Dat kan bijvoorbeeld met een open deur naar de slaapkamer waar de computer staat of door de pc in een open ruimte te zetten. Met facebooken via de telefoon wordt dat al een stuk moeilijker, want dat is niet plaatsgebonden en meekijken is moeilijk.
Net als ouders kinderen vragen hoe het op school ging, moeten ze die vraag ook stellen over hun online uitingen en conversaties. Door iets van hun eigen activiteit te vertellen kunnen ouders openheid bij kinderen stimuleren, want doorgaans komt het er niet vanzelf uit. Ouders moeten vooral onderricht geven in privacy, een concept dat kinderen tot voor kort slecht begrepen. Ze betoonden zich bijvoorbeeld hevig verontwaardigd als op ouderavonden op grote schermen gesurft werd naar hun profiel en uitingen. Daar was het niet voor bedoeld; ze hadden geen notie van openbaarheid noch van mogelijk eeuwige toegang tot hun uitingen door anderen, ook later gedurende hun leven.
Maar dan het gevoeligste punt: arts Megan Moreno vindt dat kinderen en hun ouders als vrienden op Facebook elkaars uitingen moeten kunnen zien. Dit is volgens haar de beste 'check and balance'. Natuurlijk zullen kinderen er bezwaren tegen koesteren, maar ik denk dat ook niet alle ouders op Facebook staan te springen om zich kenbaar te maken aan hun kroost.
Een advies van Ouders Online luidt dan ook dat er voortdurend gewaarschuwd moet worden voor te veel sms'en, chatten en facebooken, en bovenal voor de gevaren van 'sexting' (het versturen van een naaktfoto) en van verspreiding van video en foto's waar ze zelf op staan.
Facebookhormoon om te knuffelen
Wellicht is Facebook zo onweerstaanbaar vanuit een biologische oorzaak. Het Center for Neuroeconomic Studies (CNS) onderzoekt onder leiding van dr. Paul Zak of bij gebruik van Facebook een hormoon gekoppeld aan positieve emoties vrijkomt.
Het onderzoek moet aantonen of het hormoon, oxytocin, ervoor zorgt dat Facebook zo verslavend werkt. Oxytocin zorgt er onder andere voor dat mensen zich verliefd voelen, kalm zijn en genegenheid zoeken. Het wordt ook wel het 'knuffelhormoon' genoemd.
Hetzelfde onderzoek heeft eerder al aangetoond dat Twitter dankzij het vrijkomen van dit hormoon verslavend kan werken. Ook dit onderzoek is uitgevoerd door het CNS en dokter Zak. Het onderzoek kan verklaren waarom Facebook in de dagelijkse routine zit en waarom mensen zich er zo sterk mee verbonden voelen. Facebook prikkelt onze hersenen regelmatig met foto's, beschrijvingen en reacties.
Het lijdt geen twijfel dat verslaving de macht van Facebook in de kaart speelt. Nu heeft 'verslaving' direct een negatieve connotatie. Eraan 'verslingerd' zijn klinkt beter. Net als 'adoratie' van een leider doorgaans als positief wordt ervaren, terwijl het in de praktijk wellicht niet zo veel positiever gevolgen heeft dan uitoefening van dictatuur.
Volkskrantredacteur kickt af
Haroon Ali (1984), mediaredacteur van de Volkskrant, schreef 'Verslag van een afkickproces' na drie jaar zelf benoemde verslaving aan Facebook. "Updates bijhouden werd een dagtaak. Op mijn werk stond Facebook de hele dag aan en het eerste wat ik deed als ik thuiskwam, was mijn MacBook openklappen. In de tram of het café checkte ik de nieuwsstroom via mijn mobieltje, want ik wilde gelijk zien hoe mijn updates vielen. En ik wilde weten wat anderen deden en waar ze waren. Miste ik iets? Opmerking van een kennis: 'Als het niet op Facebook staat, is het niet gebeurd.'"
De bekentenis van Haroon Ali leest als een niet aflatende strooptocht naar zelfbevestiging. De onderliggende redenen kan Facebook uit al haar surfdata beter bepalen dan ik. Het aanvankelijke motief om de mooie dingen in het leven te willen delen via Facebook mondde uit in de verslavende zucht naar reacties: "De rode notificatieballon die aangeeft dat er een nieuwe reactie op mijn activiteit is, wordt allesbeheersend. Hoera, iemand vindt dit leuk, of stom. Maar altijd: iemand ziet mij staan. Want actie zonder reactie, daar heeft niemand wat aan… Het spelletje FarmVille heb ik vaak tot drie uur 's nachts gespeeld."
Haroon noemt drie redenen om te stoppen. De eerste is het zien van de korte film 'Farewell Facebook' met klemmende vragen naar het 'waarom' van het ziekelijke facebookolisme. Een tweede was de groei van de familiekring onder de Facebookvrienden (waarvan hij niet wist dat je die apart in een lijst kunt zetten). Een derde reden was het besef dat alle publicaties eigendom worden van Facebook. "…en persoonlijke gegevens worden doorverkocht aan derden voor commerciële doeleinden." (Dat laatste is niet waar.)
Schrijversverslaving
In nrc.next in juli 2011 vroeg Maartje Somers in een interview met Stine Jensen (Denemarken, 1972) waarom schrijvers erg actief zijn op Facebook en of het uitstelgedrag is. Het antwoord: "Schrijvers behoren tot de ijdele soort op zoek naar erkenning, en Facebook faciliteert het ego dat op zoek is naar bevestiging. Bovendien geeft Facebook je het fijne gevoel dat je heel actief bent. Je maakt anderen attent op jouw werk, en je komt allerlei interessante dingen tegen die je kunt gebruiken."
Atte Jongstra en Joost Zwagerman verhalen ook van hun verslaving aan Facebook, inderdaad als perfecte afleiding in het solitaire bestaan in de schrijverskamer. Jensen: "We leven nu eenmaal in een therapiecultuur, zeker als het gaat om sociale media en de 'culture of like'. Het ego heeft continu bevestiging nodig, en soms is dat heel vermoeiend."
Conclusie: onweerstaanbaar maar niet 'verslaafd'
Toen ik na het lezen van alle bekentenissen bij instituut Brijder aanklopte om te praten over socialemediaverslaving zei de woordvoerster dat het alleszins meevalt: "Er is op veel gebieden onder jongeren een toename van verslaving, maar geen toename van internetverslaving."
Alarmerende berichten over het verslavend effect van sociale netten snellen over de wereldbol. De verslaving neemt hand over hand toe. Toch krijgen Nederlandse instanties niet met substantieel meer verslaafden te maken. Een curieuze paradox.
Op verschillende plekken in dit boek bekennen Facebookers toch hun verslaving. Vooral de online conversatie maakt mensen verslaafd. Vaak ook omdat ze op een antwoord moeten wachten. Dan gaan ze heel vaak online om te kijken of die reactie er al is, en een stap verder is online blijven om te wachten op dat antwoord, en vervolgens direct weer een nieuwe reactie proberen uit te lokken.
Duidt dit nu ook op een vorm van milde verslaving? Ik denk van wel, maar we gebruiken het woord niet graag. 'Onweerstaanbaar' past veel beter bij het online converseren en jagen op persoonlijke uitingen, reacties en leukjes van kennissen. De drempel is laag, het genot groot. Facebooken is voor veel personen een heerlijke afleiding maar ook verwennerij, met al die aandacht en aanwezigheid. Het is zoiets als een verse haring met uitjes, een pak drop tijdens het autorijden of aanhoudend flirten op een terras.
Nu lijkt het erop dat ik teleurgesteld ben dat er zo weinig verslaafden zijn, maar het tegendeel is het geval. De verslaving aan internet in het algemeen en Facebook in het bijzonder zien de verslaafden en hun omgeving niet als problematisch. Het is niet als een alcohol- of drugsverslaving, maar meer zoals een verslaving aan sigaretten of aan de 0900-nummers. We leveren in op belangrijke dingen in het leven maar vinden er kennelijk zo veel voor terug te krijgen dat we het liever niet als verslaving betitelen.