De actie van Zondag met Lubach van 1 oktober 2017 tegen de nieuwe inlichtingenwet Wiv leverde de actievoerders voor een referendum naar schatting 200.000 handtekeningen van kijkers op. Daarmee werd de drempel voor een referendum gehaald, dat overigens ook inhoudelijk slaagde maar nauwelijks gevolgen had. Het kostte de ondertekenaars niet meer dan een paar kliks.
Op 8 april 2018 introduceerde Zondag met Lubach de actie Bye Bye Facebook, met de oproep om op woensdag 11 april vanaf 20.00 uur de deelname aan Facebook te beëindigen. De redactieleden van Zondag met Lubach en Vpro-werknemers gaven het voorbeeld en ook de populaire Facebook-pagina van het programma stopte.
Weg van Facebook…
Probleem is dat Facebook adverteerders en makers van apps te veel ter wille was, onder het mom dat iedereen moet delen in data van gebruikers. En dat elke website die Facebook toelaat ook data verschaft, ook gevoelige data. En dat Facebook breed wordt misbruikt, bijvoorbeeld voor waarderingen. Bovenal wist Facebook al jaren van het misbruik toen het schandaal met Cambridge Analytica naar buiten kwam.
Reclamevoorwaarden worden aangepast, met de nodige gevolgen voor marketeers en adverteerders. Op Facebook kunnen gebruikers voorkeuren aanpassen, en privacy-instellingen worden minder sneaky. Maar een blik op wat je als gebruiker bij Facebook in de schoot wierp (krijgt een mail met downloadlink) brengt het werkelijke probleem in beeld: de gebruiker zelf die zich zelden de vraag stelt: waarom doe ik dit eigenlijk en word ik er een gelukkiger wezen van als die schermonzin? Als het antwoord onbevredigend is, kun je heel makkelijk van Facebook af. Met het pijltje rechtsboven en dan ‘Instellingen‘ en ‘Account beheren’ kun je er tijdelijk vanaf door te ‘deactiveren’; en zij spijt terugkeren. Data-abonnement opzeggen is ook effectief.
Zo’n 30.000 mensen verklaarden zich solidair met Lubach en nog eens 80.000 hadden ‘interesse’ in het evenement, gezien de cijfers op datzelfde Facebook. Volgens AD.nl volgde er echter slechts 2.000 opzeggingen bij Facebook, 0,02 procent van de bijna 11 miljoen Nederlandse deelnemers. De actie van Zondag met Lubach mislukte.
Ondertussen zou in de VS al 9 procent van de gebruikers Facebook hebben verlaten. Althans, dat zeggen ze in een enquête, en dus is het niet waar. Wensdenken en zelfbedrog liggen doorgaans ten grondslag aan dit soort vragenrondjes.
Lubach verliest zelf 140.000 volgers op Facebook, Zondag met Lubach telde zelfs 360.000 ‘leukjes’. Ze danken er hun succes aan met 'America first, Netherlands second', dat via Facebook 52 miljoen kijkers trok. YouTube was goed voor 26 miljoen kijkers van het filmpje.
… door met YouTube
Echter, Zondag met Lubach schrapt niet zijn kanaal op YouTube. De Google-dochter doet qua dataverzameling weinig onder voor Facebook en gluurt mee met ons kijkgedrag. Ook van kinderen en daar is genoeg kritiek op geweest die Lubach niet horen wil. Tadek Solarz van marketingbureau CMG Nederland maakt gehakt van deze hypocrisie.
De marketing van de gewaardeerde Vpro gebruikt met verve de zogenaamd sociale media. Solarz verwijst fijntjes naar het grof datagraaien door Google met Chrome. Lood om oud ijzer met Facebook en YouTube (Google).
Bovendien laat de Vpro de Facebookpagina’s van de omroep zelf (met 134.000 leukjes) en van Tegenlicht en van Metropolis vooralsnog wel in stand. Principes hebben grenzen, althans bij ‘in principe’. Bij ‘uit principe’ ben je echt principieel. Maar waar vind je dat nog?
Datagraaien stopt niet met Facebook
Lubach was moedig door de daad bij het woord te voegen, en aan het juiste adres. Het zijn, zoals op deze site betoogd, de deelnemers die Facebook machtig maken. Ze gaan akkoord met de voorwaarden van Facebook en allerhande apps omdat voorwaarden lezen lastig is. Of beter nog: omdat die hun, inclusief de instemming met het datagraaien, minder erg lijken dan de geneugten van het gratis genieten van de voordelen.
Nog meer relativering: Facebook strijdt met Google om het kampioenschap datagraaien, maar als je de datamarkt wilt aanpakken ben je er niet. Zo toont deze krachtige illustratie met beschrijving dat dat we de walvissen van de persoonlijke profilering moeten zoeken in de verwerkingsindustrie van data, beheerst door Axciom, Experian, Equifax, Nielsen (voorheen Nederlands, VNU) en (bij weinigen bekend) Oracle. De eerste geeft enig inzicht in de werking van de datahandel op aboutthedata.com. Het kan allemaal.
Wel wordt Facebook dankzij het boekstaven van de big data van sociale interactie de sterkste in sociaalpsychologische profilering van individuen. Patronen bieden diepgaand inzicht in sociaal gedrag en daarmee in persoonlijkheden met voor- en afkeuren. Zelfs van kinderen die nog geboren worden zal Facebook aan de hand van data van familie profielen kunnen raden.
Slap Congres
Vele analisten en journalisten vermoedden dat de hoorzittingen voor Congres en Senaat in Washington voor Facebookbaas Mark Zuckerberg loodzwaar zouden worden; zelfs zijn einde als Facebook-baas konden betekenen. Maar natuurlijk niet, Facebook is niet enkel een kroonjuweel van de Amerikaanse economie, ook hebben de meeste parlementsleden geen benul van dataverzameling. Het bontst maakte een parlementslid het met de groeten van zijn zoontje aan Zuckerberg. Een ander wist werkelijk niet hoe het gratis Facebook aan z’n miljarden kwam.
Bij aanvang van de eerste hoorzitting was Zuckerberg bloednerveus, mede als gevolg van de tientallen fotografen die zijn bevreesde blik, pak en stropdas wilden vastleggen. Spoedig ontspande hij bij het aanhoren van de vaak simpele vragen. Dit was grotendeels een thuiswedstrijd en geen grillen. (Beluister hier m’n commentaar bij BNR: de hoorzitting was een ‘farce’).
Niet dat er geenkritische vragen gesteld werden, maar die sloegen als een boemerang terug op de volksvertegenwoordigers: ze hadden zelf nagelaten om de kroonjuwelen van de Amerikaanse economie te reguleren.
Dat gaan ze wel doen, maar zonder Amerikaanse belangen al te veel te schaden. Silicon Valley brengt niet enkel economische macht, maar ook bijdragen aan politieke, culturele en militaire invloed van de VS.
De milde aanpak van Zuckerberg was dus geen verrassing voor degenen die Facebook langer volgen. Ook vorige keren toen journalisten verwachtten dat Washington het platform hard zou aanpakken, kwamen ze bedrogen uit. Ook nu weer speelde wishful thinking een rol. En dus verschenen er voorspelbare analyses na afloop: niet gegrild.
De koers van Facebook begon al tijdens de hoorzitting te stijgen. Ook bleven de meest kritische leden van Congres en Senaat gewoon Facebook gebruiken. Ze posten er hun bijdragen aan de hoorzitting, waar de algoritmes van Facebook wel raad mee weten. (Zo moest ook Lubach ervaren dat Facebook niet echt meewerkte aan de opzegactie, net als mijn spelletje om je waarde voor Facebook te bepalen nauwelijks verspreid werd in tijdlijnen.)
Twee opvallende feiten uit de getuigenissen van Zuckerberg (dag 1 en dag 2 en ‘hoogtepunten’):
* Op de vraag of Facebook ook van degenen die de dienst niet gebruiken data verzamelt, zei hij het antwoord niet te weten. Hij kan zichtbaar slecht liegen. (En zou dus geen goede presidentskandidaat zijn.)
* De Europese privacyverordening (AVG) werd herhaaldelijk als voorbeeld gebruikt, een erkenning van het werk van het Europees Parlement. Zuckerberg was er min of meer positief over.
Onthullingen
Na al die jaren nagenoeg zonder goed onderzoek Facebook te hebben gebruikt voor promotie, werden journalisten wakker om de werking en effecten te onderzoeken. Bijvoorbeeld de NOS deed goed onderzoek.
Zo bleken de grote zorgverzekeraars data van bezoekers van hun webpagina’s met medische informatie met Facebook te delen via ‘trackers’, vaak niet meer dan een pixel. Ook omroepen deden dit volgens de NOS, waaronder de Vpro. Dat gebruikt Facebook voor het aanmaken van doelgroepen voor adverteerders. Die met hun marketingspecialisten natuurlijk ook voor Facebookmarketing ook gebruikmaken van data van de Kamer van Koophandel. Daar wil de Tweede Kamer nu plotseling meer van weten.
Ook worden de door Cambridge Analytica in opspraak geraakte methoden door Nederlandse partijen toegepast, wist NRC te melden. De Politieke Academie biedt al vele jaren nauwkeurige data van doelgroepen op postcode. Micro-targeting is zo oude als de weg naar Rome, zeker met gemeenteraadsverkiezingen, met de meest vulgaire trucs. Trouwens, toen Obama nauwgezet gebruikmaakte van sociale media zoals Facebook stonden dezelfde mensen die nu ‘boe’ roepen te applaudisseren.
Marketeers beter dan journalisten
De waan van de dag regeerde als gevolg van het Cambridge Analytica schandaal. Journalistiek liet zich van de slechtste kant zien: hypocriet en opportunistisch.
Marketeers toonden zich wijzer, geholpen door de ervaring van tien jaar intensief werken met Facebook - zie ook de kritiek van Solarz op Lubach. Zo presenteerde Andor Admiraal de Volkskrant en de ‘vele privacy-hysterici die ons land rijk is’ een koekje van eigen deeg, met een opinieverhaal:
‘Zoals zo vaak met hysterie is de realiteit genuanceerder. Natúúrlijk ben jij bent het product waaraan Facebook geld verdient. Dat mag omineus klinken, maar exact hetzelfde geldt voor RTL4, Metro en CBS Outdoor, dat advertenties verkoopt in het bushokje waar je voor de regen schuilt. Ook de Volkskrant draagt advertenties en dus is ook de lezer van dit stuk opeens een product. Is dat erg?...
Wie in de Volkskrant adverteert zoekt een ander publiek dan wie een pagina inkoopt bij de Telegraaf. Daaraan ligt lezersonderzoek ten grondslag. Facebook weet inderdaad veel meer van haar gebruikers en met hun algoritmen kan ze veel nauwkeuriger segmenten samenstellen dan een krant of de Ster ooit zouden kunnen.
Een krantenadvertentie is te duur als maar één op de tienduizend lezers geïnteresseerd in je is. Via Facebook-advertenties kan zo'n bedrijfje echter snel honderden of duizenden mensen bereiken die wel iets hebben met hun specifieke niche. Veel succesvolle maar kleine bedrijven in 2018 zouden zonder het bedrijfsmodel van Facebook en Google nooit hebben bestaan, terwijl ze gezamenlijk de samenleving een grote meerwaarde bieden.’
‘Wurgcontracten voor uitgevers’
Ombudsman Jean-Pierre Geelen moet toegeven dat de Volkskrant en uitgever Persgroep Nederland een kluitje boter op het hoofd hebben en een serie cookies plus Facebook Pixel gebruiken (ook op AD.nl, Trouw.nl en bij regionale kranten): om geïnteresseerden in de titel via Facebook te benaderen voor een abonnement. Wie een artikel online leest, geeft zijn data weg aan vele partijen, zegt privacychef Daniël Okma. ‘Wat daar precies mee gebeurt, weet ook de Persgroep niet, erkent hij. Beter inzicht daarin is hard nodig.’
Facebook is één grote marketingmachine en iedereen wil ervan profiteren. En dan: ‘Tegelijk krijgen uitgevers nu, in het zicht van de AVG-wet, 'wurgcontracten' opgedrongen door de grote spelers, die uitgevers onder druk zetten het eigendom van die data af te staan. Al met al is een monster geschapen dat aan alle kanten geketend is: het hangt aan de touwtjes van de Googles en Facebooks en zit verstrikt in een web van datahandelaren.’
Dat is een belangrijke onthulling, maar die bleef verstopt in de column van de Ombudsman. En niet onthullend, maar voor een krant die leesbaarheid voorstaat wel beschamend, over de privacyverklaring van de krant: ‘De tekst is vast bedoeld ter geruststelling, maar hij is zoals vaak in dit genre: algemeen en ondoorgrondelijk.’
De Volkskrant had afgelopen jaar in de zaterdagbijlagen de ene na de andere predikant aan het woord met klachten over Facebook; vette meningen zonder feiten. Die feiten komen nu ineens in een vloedgolf over de Nederlandse lezers en kijkers heen. Zoals zaterdag over het modereren van Facebook dat een ‘hel’ is voor de – laagbetaalde - schoonvegers. Ook daarover is eerder uitgebreid geschreven.
Lanier: internet is schuldig
Dat is Jaron Lanier niet te verwijten. Hij is al jaren een fel criticaster van sociale media. Tijdens een TED-bijeenkomst zei hij echter recent dat de datamachten konden opkomen dankzij elementaire fouten van internet: iedere consument kan diensten gratis genieten en zichzelf laten horen en aan de andere kant kunnen ondernemers daarop los gaan.
Dus ligt de oplossing volgens Lanier in betaling van diensten en informatie. Dat is geen opportunisme, want hij verkondigde het vijf jaar geleden al onder de fraaie titel Gratis informatie, hoe fraai het ook klinkt, maakt ons tot slaven. Ik rekende eerder tijdens presentaties graag uit wat Facebook en Google moeten kosten zonder reclame en datagraaien: toen 2 cent per zoekopdracht bij Google en hooguit 15 euro per jaar voor Facebook. En vroeg: wie wil deze bedragen betalen? Maar je krijgt de kans niet eens: ook nu weer beweerde Zuckerberg diverse malen dat dit niet in het belang van de gebruikers is. Vooral arme mensen zou hij treffen.
Bij 40 miljard omzet en 2 miljard gebruikers zou een reclame- en datavrij Facebook abonnement bijna 20 euro per jaar kosten. In het Westen meer, vanwege de hogere reclameopbrengsten per deelnemer. Facebook zou prijzen vergaand kunnen variëren. Zoals de rijke Westerlingen de armen in Afrika en Azië laten sponsoren. Maar voor je het weet, heb je een echt ‘sociaal netwerk’ en dat gaat de nerdy oogkleppen van Silicon Valley en de hebzuchtige investeerders voorbij.
Morozov-plan: betalen voor data
Evgeny Morozov, die ons vaak retorisch de baas is, gaat zelf over tot opportunisme: we moeten gebruik maken van dit kritische moment om de data-economie van Silicon Valley een kopje kleiner te maken. Facebook is een symptoom van het probleem is en niet de oorzaak, en dus lossen we het ook niet op met nieuwe Europese privacyregels.
Hij komt met een model vanuit Europees gedachtegoed: laat concerns als Facebook gaan betalen voor het gebruik van onze collectieve data: ‘Veel andere partijen die met deze gegevens willen werken en diensten op baseren – van universiteiten tot bibliotheken, van welzijnsinstellingen tot openbaarvervoerbedrijven, van ondernemers tot gemeenten – kunnen eigen toegangsvoorwaarden stellen, soms gratis en soms gesubsidieerd – onder meer misschien door speciale staatsfondsen uit risicokapitaal.
Waar al deze fondsen vandaan moeten komen? Tja, het zou zeker helpen als Facebook en Google voor de toegang tot gegevens echt een tarief zouden moeten betalen. Het doel is om verschillende databomen te ‘planten’. Wil Facebook diensten aanbieden die systematische dataverzameling te gelde maken, dan moet het daartoe de vrijheid hebben – tegen een prijs en met de volle instemming van de gebruikers. En er is geen reden om rond diezelfde dataverzamelingen geen andere modellen uit te proberen (abonnementsgelden, gesubsidieerde toegang, geheel gratis toegang op grond van inkomen, etc.).’
Morozov vindt dat Europa dom geweest is tegenover de VS en China die hun data-industrie lieten floreren, maar dat biedt voor Europa nu juist kansen: ‘Het goede nieuws is dat Europa, anders dan de VS (waar de binnenlandse economie sterk met de technologie verbonden is) en China…als enige speler in een goede positie is om voorop te gaan in een heel ander soort data-revolutie. Een revolutie die tot een ommekeer in de tech-industrie kan leiden en voor innovatie op technologisch en politiek gebied kan zorgen…
We moeten databescherming combineren met een proactieve economische en democratische agenda. Deze moet ertoe leiden dat de burgers de controle niet kwijtraken over de kostbare bron (data) en infrastructuur (kunstmatige intelligentie), want hier omheen zullen toekomstige politieke en economische instellingen worden gebouwd.’
In navolging van alt-right voorman Steve Bannon spreekt Morozov van ‘data-soevereiniteit’ als doel: we worden weer de baas over het verwerken van onze data. Over dit principe, dat anderen als Geert Lovink en de bedenkers van de Nederlandse QIY Foundational veel eerder opperden, is pas het begin van de discussie. Morozov wil met zevenmijlslaarzen direct het gelijk innen van de praktische uitvoering, maar die is niet zo eenvoudig.
Samenleving betaalt, aandeelhouder incasseert
Morozov is goed in het geven van schoten voor de boeg, maar er liggen fundamentele economische vragen over wat begin deze eeuw als ‘de nieuwe economie’ gold (bijna vergeten term, uit de tijd van kaartenhuizen World Online en Newconomy) maar die nu domineert. Het ‘onttrekken van waarde’ is het model geworden.
Zo beschrijft Mariana Mazzucato van University College London de ‘parasitaire economie’ in The Value of Everything. Haar centrale idee is dat de wetenschap gefinancierd door staten de belangrijke uitvindingen brengt, maar dat de winst uiteindelijk bij de aandeelhouders en chefs van concerns terechtkomt en niet bij de maatschappij.
Met name tech- en farmaceutische concerns zijn ‘gefinancialiseerd’, gericht op winst voor aandeelhouders en hun productiviteit is twijfelachtig. Prijzen worden niet gereflecteerd in accountancy en nationale statistieken. Dus moet er bijvoorbeeld een belasting komen over financiële transacties, betoogt ze. Ze pleit voor een ‘meer symbiotic model’ met hele andere manieren van waarderingen.
In die zin maakt Facebook onderdeel uit van een veel groter economisch vraagstuk. Dat echter nooit ‘opgelost’ zal worden omdat de menselijke drijfveren als hebzucht en ijdelheid de diepere oorzaken zijn, zoals ook een grondige analyse van Facebook aantoonde.
Dat is niet uit te roeien en domineert periodiek. Je kunt de onhebbelijkheden een tijdje indammen of met een heel systeem ten goede keren voor collectief belang, zoals met communisme. Maar doorgaans houdt dit niet lang stand.
Al zou het aardig zijn als we een echt sociaal netwerk zouden krijgen. Het idealisme daartoe steekt allerwegen de kop op, zoals in dit pleidooi van Jan van Dijk.
Beeld by Jared Rice on Unsplash