Een algemeen bezwaar tegen referenda is dat bij een ja/nee antwoord onduidelijk is wat het publiek nu eigenlijk precies tegen de wet heeft die het parlement heeft aangenomen. Dat is bij dit referendum niet of veel minder het geval.
Het ‘nee’ is in het publieke debat dat aan het referendum vooraf ging door vrijwel alle voorstanders van een ‘nee’, niet als een algemeen veto tegen de wet verdedigd, maar als een dringend verzoek om de wet op het punt van controle van bevoegdheden en bescherming van de privacy aan te passen, omdat de wet op deze punten gebreken vertoont.
Dit spoort met de stemmotivering van het overgrote deel van de deskundigen en hun belangenorganisaties die Netkwesties.nl op 21 maart heeft gepubliceerd. Het ligt ook in de lijn van de vele amendementen die tijdens de parlementaire behandeling van uit deze hoeken zijn ingediend en waarmee het Parlement weinig tot niets heeft gedaan.
Het Parlement is door dit referendum op dit punt op de vingers getikt. Wanneer Haersma Buma de nucleaire optie in stelling brengt dat de uitslag van het referendum de nationale veiligheid in gevaar brengt en dat daarom de uitslag moet worden genegeerd, is dat dus pure demagogie.
Een meer pragmatische en redelijke benadering is dat nu eerst bezien wordt welke delen van de wet per 1 mei wel in werking kunnen treden en welke niet. De wet brengt immers verbetering, maar vertoont ook gevaarlijke lacunes.
Buitenlandse uitwisseling
Een belangrijk bezwaar in het publieke debat was dat de grote hoeveelheden gegevens die mogen worden verzameld en zonder voorafgaande beoordeling met buitenlandse veiligheidsdiensten mogen worden gedeeld. De wet bevat weliswaar de waarborg dat alleen gegevens mogen worden gedeeld met, kort gezegd, veiligheidsdiensten in democratische landen, maar artikel 166 van het overgangsrecht stelt deze regel voor bestaande samenwerkingsverbanden voor twee jaar buiten werking. Artikel 64 van de wet dat de diensten toestaat in bijzondere gevallen ongeëvalueerde gegevens uit te wisselen kent helemaal geen beperking. De CTIVD heeft in zijn recente advies ervoor gewaarschuwd dat het laatste jaar veel te veel gegevens met buitenlandse diensten worden gedeeld. Dus met die ruime uitwisselingsbevoegdheid misschien maar even wachten.
De tweede kwestie is een inventarisatie van de amendementen die gingen over privacybescherming en controle van bevoegdheden, en de inmiddels door de regering na het aannemen van de wet over de toepassing van de bevoegdheden gedane toezeggingen.
Spoedig indienen
De derde stap is welke juridische bezwaren er door verschillende belangenorganisaties (van journalisten, privacy belangenorganisaties) in de reeds ver gevorderde plannen van gerechtelijke procedures tegen de staat naar voren worden gebracht. Een belangrijke rol speelt immers het Europese recht en de waarborgen die daarin zijn ontwikkeld om toezicht te houden op veiligheidsdiensten. De Nederlandse rechter moet krachtens onze grondwet nationale wetgeving aan Europees recht toetsen.
Tenslotte kan dan bezien worden hoe deze bevindingen in een reparatiewetgeving kunnen worden verwerkt die zo spoedig als mogelijk kan worden ingediend. Aldus zou een redelijke uitvoering aan de referendumuitslag worden gegeven en kunnen wellicht rechterlijke procedures worden voorkomen.