Marleen Stikker strijdt voor zuiver internet:

Publieke investeringen als tegenwicht

Dominante exploitatie met bedrijfsmodellen gebaseerd op data is funest voor internet. Vanuit het publieke domein moet veel meer tegenwicht komen, vindt Marleen Stikker.

 Het internet als een vrijplaats voor mooie nieuwe initiatieven is meer en meer verdrongen door grootschalige exploitatie waar we vraagtekens bij moeten plaatsen. Terecht, meent Marleen Stikker oprichter van Waag Society. ‘Ik denk dat het ongemak is toegenomen. Het gevoel dat er iets niet klopt. Je weet inmiddels dat er oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van data, dat er surveillanceprogramma’s zijn en dat voelt natuurlijk ongemakkelijk.’

Kritiek op de macht van grote techbedrijven groeit, te meer daar van de fraaie beloften van de ‘deeleconomie’ weinig terechtkomt. Stikker: ‘Uber is kapitaal dat zichzelf een positie in de wereldmarkt verovert en in steden. Want het maakt geen winst, betaalt geen belasting, biedt vervoer onder de prijs aan met gigantisch veel kapitaal. De hele beurs, alles wat geld heeft, heeft zich genesteld in de platform-economie. En zolang we startups met datzelfde kapitaal op pad sturen, zullen ze ook allemaal steeds hetzelfde businessmodel gaan kiezen, namelijk data exploitatie.’

Niet internet is het probleem volgens Stikker, maar het verdienmodel van technologiebedrijven dat ons een ongemakkelijk gevoel bezorgt: ‘We moeten aan alternatieven werken, want heel veel mensen denken dat het inherent is aan het internet dat je je privacy kwijt bent. Je kunt echter ook technologie-toepassingen maken met respect voor privacy. Dan moet je wel op zoek naar een ander verdienmodel.’

Durven reguleren

Ze noemt DuckDuckGo, Signal en ProtonMail als alternatieven. Hoe brengen we de verandering op gang? Stikker: ‘Regulering is een van de belangrijke factoren. Het klinkt heel erg fout als je zegt dat je voor internetregulering bent, maar we reguleren alles, voedsel, auto’s, noem maar op. Maar waarom menen we dat we het internet vooral niet moeten reguleren? Omdat dan de innovatie kapot zou gaan?’

Met regulering kan de exponentiële groei en het winner takes all-principe worden beteugeld volgens Stikker: ‘De grote partijen kopen ongestoord allerlei nieuwe partijen op, zoals Facebook met Instagram en Whatsapp. Techgiganten nestelen zich met hun grote geld ook op publieke terreinen als de gezondheidszorg met bijvoorbeeld verzameling van genetische informatie. Ik zie een enorme mobilisatie van kapitaal.’

Dat partijen als Amazon zorg betreden met hun datamodellen die stap zetten vindt Stikker zeer ongewenst: ‘Hou dat soort partijen buiten onze zorgdata. Maar dat is bijna onmogelijk omdat er zoveel kapitaal achter zit. Dus je moet politiek heel sterk staan en keuzes maken over wat je wel en niet toestaat. Daar is de nationale politiek nog helemaal niet aan toe. Europa wel.’

Maar Stikker ziet ook vanuit Brussel onvoldoende standvastigheid om de expansie van de grote techbedrijven te dimmen. Aan de ene kant legt de EU de GDPR op met strenge privacyregels, maar tegelijkertijd verplicht ze banken met PSD2 om alle data te delen met derde partijen teneinde fintech innovatie te bevorderen. Dat staat haaks op elkaar, vindt ze.

De politiek moet wakker worden en duidelijke regels durven stellen. Maar is er wel een dam op te werpen? Immers, het geld van technologiebedrijven is zo verweven met allerlei facetten van onze economie, dat beperking niet eenvoudig is. Neem bijvoorbeeld wetenschappelijk onderzoek waarin privaat geld steeds belangrijker wordt. ‘Zelfs in ons innovatiebeleid, zetten we al in op het exploitatiemodel wat we op een ander moment willen gaan reguleren.’

Ingrijpen in drieën

Stikker noemt drie punten voor verandering:

1. Financiering: ‘Je moet er voor zorgen dat in de creatie van technologie een ander type geld gaat, zodat er ook een andere winstdoelstelling uitkomt. Dus niet het exploitatiemodel of de exponentiële groei. Dat is dus de start.’

2. Rol van steden: ‘Steden moeten de nieuwe vormen van technologie ondersteunen door het te adopteren. Barcelona loopt daar echt enorm in voorop, maar ook Amsterdam en Eindhoven doen het goed; steden die bewuster worden over inkoop van technologie.’

3. Bestendigen van alternatieven: ‘Open source betekent niet dat het direct goed gaat. Wanneer je iets op Github zet, betekent het niet dat het gaat leven. Dus je moet rondom open source ook een hele infrastructuur creëren van support en onderhoud en kennis en expertise. Daarin zie ik heel veel mogelijkheden.’

Maar het begint allemaal met geld: ‘Als je dan toch publieke middelen hebt, stop het dan in het ontwikkelen van nieuwe typen technologie. Niet locked-in raken zoals al die gemeenten en de publieke sector die vastzitten in technologie waar ze permanent service op moeten blijven inkopen, inclusief het inkopen van experts om met die leveranciers te onderhandelen. Overheden zitten zo klem in dat ict-domein en het kan echt anders. Dat bewijzen ook heel veel partijen…’

Dit is een bewerking van een vraaggesprek van Fast Moving Targets

 

 

Publieke investeringen als tegenwicht

Gepubliceerd

4 mrt 2018
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0