Die behelsde het stellen van vragen door Motivaction aan ruim 1.000 Nederlanders van 15 jaar en ouder over privacy en over de AVG, de nieuwe wet die ingaat op 25 mei 2018. KPMG-onderzoeker Koos Wolters (foto) presenteert er een samenvattende pdf van.
(Ook al is dat op deze enquête niet van invloed is het goed om te melden dat KPMG veel opdrachten verricht voor veiligheid en justitie en voor het bedrijfsleven.) KPMG verschafte ons ook de complete vragenlijsten, waaruit we het nu volgende putten:
De waarneming die uit het geheel opstijgt is dat deze duizend Nederlanders niet precies weten hoe ze privacy en veiligheid moeten afwegen en wat de nieuwe wet behelst en voor hen betekent. Dat betekent dat de uitkomsten, per definitie bij een enquête, niet absoluut genomen moeten worden. Ook al is er in de vraagstelling niet gemanipuleerd.
Privacy inleveren?
Vraag 13 luidde letterlijk:
‘In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?:
Ik ben bereid privacy in te leveren voor meer veiligheid’
Antwoorden:
Zeer oneens: 5 procent
Oneens: 14 procent
Niet eens/niet oneens: 29 procent
Eens: 35 procent
Zeer eens: 11 procent
Weet niet: 7 procent
De conclusie van KPMG luidt: 46 procent is bereid privacy in te leveren voor meer veiligheid, en dat publiceert KPMG dan ook. Ook opvallend is dat 36 procent geen helder antwoord op deze vraag paraat heeft: 29 procent neutraal en 7 procent ‘weet niet’.
Volgens privacy-activisten mag je de tegenstelling privacy/veiligheid niet zo scherp maken. Dat valt te bezien. De volgende vraag luidde omgekeerd:
‘In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
Ik ben bereid veiligheid in te leveren voor meer privacy.’
Zeer oneens: 8 procent
Oneens: 31 procent
Niet eens/niet oneens: 29 procent
Eens: 16 procent
Zeer eens: 10 procent
Weet niet: 7 procent
De conclusie van KPMG luidt: 26 procent is bereid veiligheid in te leveren voor meer privacy. Ook hier weer 36 procent die neutraal of ‘weet niet antwoordt.
Want in wezen kun je deze vraag over het uitruilen van privacy en veiligheid niet zo zwart-wit stellen, laat staan die beantwoorden. Toch is de vraag juist, omdat die het referendum over de Wiv van 21 maart 2018 zal beheersen. Vóór of tegen de wet komt in veel discussies neer op voorstander zijn van privacy of van veiligheid. Of beter: tegenstander, want mensen stemmen liever tegen.
Privacyvoorvechters beweren graag dat de tegenstelling vals is: goede beveiliging hoeft niet ten koste te gaan van privacy. Soms geldt dat wel: neem encryptie om berichtenverkeer te beveiligen waardoor je meer privacy geniet. Maar in het huidige debat gaat het om de vraag naar de omvang van het vergaren van data, ook van niet-verdachten en om het inbreken in computers: politie en inlichtingendienstendiensten willen veel data en inbreken; dat gaat hoogstwaarschijnlijk ten koste van privacy.
Privacy en criminaliteitsbestrijding
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
De overheid moet meer bevoegdheden krijgen in de strijd tegen criminaliteit, ook al gaat dat ten koste van privacy van burgers
Zeer oneens: 5 procent
Oneens: 15 procent
Niet eens/niet oneens: 25 procent
Eens: 33 procent
Zeer eens: 15 procent
Weet niet: 6 procent
Deze vraag kent een redelijk afgemeten uitslag: 48 om 20 procent in het voordeel van veiligheid tegenover privacy. Maar opnieuw: een derde deel is neutraal (twijfelt?) en/of weet het niet.
Privacy en terrorismebestrijding
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
De overheid moet meer bevoegdheden krijgen in de strijd tegen terrorisme, ook al gaat dat ten koste van privacy van burgers
Zeer oneens: 5 procent
Oneens: 13 procent
Niet eens/niet oneens: 23 procent
Eens: 34 procent
Zeer eens: 18 procent
Weet niet: 7 procent
Ofschoon we de facto geen terrorisme kennen in Nederland, en een aanslag een minimaal aantal mensen raakt, is het percentage nog hoger dan bij criminaliteitsbestrijding: 52 procent vs. 18 procent voor privacy. En 30 procent is neutraal en/of weet het niet.
Controlevraag privacy vs. Criminaliteit
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
De Nederlandse burger heeft recht op privacy, ook al maakt dat onderzoeken naar criminaliteit lastiger voor handhavende instanties
Zeer oneens: 4 procent
Oneens: 17 procent
Niet eens/niet oneens: 30 procent
Eens: 31 procent
Zeer eens: 13 procent
Weet niet: 6 procent
Nu begint de vraag met ‘recht op privacy’ en dat blijkt van flinke invloed op de uitslag: 44 procent kiest voor ‘recht op privacy’, en in bovenstaande vraag maar 20 procent. Maar het aantal twijfelaars (neutraal/weet niet) is flink groter: wat moeten ze met die afweging zonder specificatie van het niveau van privacy?
Controlevraag privacy en terrorismebestrijding
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
De Nederlandse burger heeft recht op privacy, ook al maakt dat onderzoeken naar terrorisme lastiger voor handhavende instanties
Zeer oneens: 6 procent
Oneens: 18 procent
Niet eens/niet oneens: 27 procent
Eens: 29 procent
Zeer eens: 12 procent
Weet niet: 8 procent
Ineens is het percentage dat voor terrorismebestrijding kiest gedaald van 52 naar 41. Dit toont onmiskenbaar dat de vraagstelling van invloed is op het antwoord. Oftewel privacy versus veiligheid is hier 41:24
Huidige balans goed?
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
In Nederland hebben we een gezonde balans in het borgen van veiligheid van burgers, tegenover hun privacy:
Zeer oneens: 3 procent
Oneens: 11 procent
Niet eens/niet oneens: 34 procent
Eens: 33 procent
Zeer eens: 6 procent
Weet niet: 14 procent
Een hele zinnige vraag naar de status quo: de helft van de respondenten weet simpelweg niet. Ze hebben er geen goed zicht op. Echter, 39 procent is tevreden, 14 procent niet. Zijn degenen die tevreden zijn dan degenen die bij bovenstaande vragen neutraal hebben geantwoord?
Controlevraag: meer veiligheid?
In hoeverre ben je het eens met de volgende stelling?
In Nederland zouden we meer moeten doen om veiligheid van burgers te garanderen
Zeer oneens: 1 procent
Oneens: 4 procent
Niet eens/niet oneens: 22 procent
Eens: 42 procent
Zeer eens: 24 procent
Weet niet: 7 procent
Oeps, tweederde vindt dat er meer aan veiligheid gedaan moet worden. Maar kiezen voor ‘meer’ zonder voorwaarden blijft gratuit: we willen meer reizen, meer lezen, meer tijd voor familie, maar ook hard werken en naar schermen staren. De vraag: wilt u meer veiligheid tegen 400 euro meer belasting per jaar?
Ultieme vraag: privacy of veiligheid voorop?
Vraag: Wat vind je het meest belangrijk?
Privacy: 41 procent
Veiligheid: 46 procent
Vraag: Wat vind je het minst belangrijk?
Privacy: 15 procent
Veiligheid: 9 procent
Dit relativeert de slotconclusie van KPMG bij dit hoofdstuk die luidt: ‘Veiligheid boven privacy’. Immers, 45 procent zit met deze vragen op de wip met veiligheid en privacy.
AVG onbekend, maar niet onbemind
Het onderzoek behelsde ook een aantal vragen over de nieuwe AVG en de omgang van mensen met privacy met data bij bedrijven. De conclusies van KPMG:
minder dan 20 procent van de Nederlanders is op de hoogte van de AVG
80 procent eist herkenbaarheid van bedrijven die persoonsgegevens verwerken
70 procent zet vraagtekens bij bescherming van het Elektronisch Patiëntendossier
“Gewezen op hun nieuwe rechten, wil meer dan 80 procent in actie komen. Dat betekent dat bedrijven en instanties hun borst kunnen natmaken”, aldus Koos Wolters, privacy expert van KPMG. “Als straks het besef doorklinkt welke rechten burgers krijgen, zullen organisaties alle zeilen bij moeten zetten om aan alle eisen te voldoen. Immers, organisaties die hun maatregelen op orde hebben, genieten meer vertrouwen bij consumenten waardoor zij sneller toegang krijgen tot persoonsgegevens.”
Zorgen om bescherming medische gegevens
Uit het onderzoek van KPMG blijkt dat Nederlanders zich met name zorgen maken om de wijze waarop wordt omgegaan met hun medische gegevens. 70 procent heeft twijfels over het gebruik van dit soort persoonlijke informatie, vooral in het elektronisch patiëntendossier (EPD). 90 procent heeft nog nooit het eigen EPD ingezien. Minder dan de helft van de Nederlanders denkt dat medische gegevens die worden bewaard door de huisarts of dokter goed beschermd zijn.