‘Voor het blijven verrichten van dit onderzoek is het wettelijke kader van de Wiv 2017 noodzakelijk.’
Was getekend, Kajsa Ollongren, minister van Binnenlandse Zaken in de recente brief aan de Tweede Kamer over de dreiging met desinformatie en digitale aanvallen. De term ‘dit onderzoek’ slaat op de voorafgaande passage over aanvallen van ‘statelijke actoren…De AIVD onderzoekt de digitale dreiging en deelt — indien mogelijk- informatie over aanvalskenmerken met overheids- en private organisaties.’
Ollongren beschrijft ‘dit fenomeen’ uitvoerig als de digitale oorlogsvoering van landen, Rusland voorop. Ze geeft ongeveer aan hoe haar diensten en gremia technische aanvallen pareren, maar niet de desinformatie.
Maar toch die link tussen wat populair ‘nepnieuws’ heet en nieuwe bevoegdheden voor AIVD en MIVD, zonder enige bewijs of argumentatie. Ollongren grijpt de verspreiding van desinformatie door Rusland aan om voor invoering van de Wiv te pleiten, en dus onmiskenbaar gericht op het Wiv-referendum van 21 maart.
Telegraaf Nepnieuws
Het Cybersecuritybeeld 2017 besteedt aandacht aan ‘ondermijning’ van buitenaf, maar voor Nederland blijft het bij vage verhalen (pagina 12) over Ddos-aanvallen op stemhulpen. De AIVD trok zelf al de harde conclusie dat er geen beïnvloeding was van Tweede Kamer verkiezingen in maart 2017. Concreet zijn enkel de Russische misleiding in het MH-17 dossier, en buiten Nederland invloeden in de VS, Engeland (Brexit) en Spanje (Catalonië). Maar ook Nederland liep gevaar, zei Ollongren dus nu. Zonder dat hard te maken.
Ze koos voor bang maken in De Telegraaf, die in de papieren editie van dinsdag 14 november ‘Nepnieuwslawine’ in chocoladeletters kopte. Een week geleden vroegen we ons af welke rol deze krant (en omroep WNL) zou spelen in de campagne voor de nieuwe Wiv (Hoe zal De Telegraaf zich opstellen?). Binnenlandse Zaken wacht niet af, gaat in de aanval en stuurde de brief van Ollongren eerst naar De Telegraaf.
Echter, zonder feitelijke onderbouwing. In dezelfde krant krijgt ze gefundeerd repliek van Nausicaa Marbe. En Attje Kuiken (PvdA): ‘Het kan niet zo zijn dat wij een scoop scoren in de Telegraaf, maar dat vervolgens onduidelijk blijkt wat wij nu precies gaan doen.’
Ze zegt dit in het Kamerdebat over Binnenlandse Zaken woensdag 15 november. Met steun van Martin Bosma (PVV): ‘En welk recht van spreken heeft deze minister inzake fake news als ze zelf een producent is van fake news?’
Dit debat was vooral onthullend over Kees Verhoeven, maar dat pakten de media niet meer op, want parlementaire journalistiek houdt wel van incidenten maar niet van luisteren naar debatten. Leest u mee…
Verhoeven bluft en draait
In het Wiv-debat in de Tweede Kamer van februari 2017 (notulen) eist de D66-specialist in ICT en inlichtingen een hoofdrol op. Dan nog in de oppositie is hij mordicus tegen vergaande AIVD-bevoegdheden en vóór meer privacywaarborgen. Vooral ten aanzien van het massaal data verzamelen, het ‘sleepnet’. Zijn belangrijkste amendementen worden echter verworpen.
De Eerste Kamer gaat in juli akkoord met het Wiv-voorstel, maar verkort de periode van evaluatie van vijf naar twee jaar. Dat komt het nieuwe kabinet goed uit: in het Regeerakkoord wordt de invoering van de Wiv 2017 bevestigd, maar [ter geruststelling] ook dat evaluatie reeds binnen twee jaar zal plaatsgrijpen.
Dit lijkt een koppeling te hebben te hebben met het referendum, maar heeft dat niet. Het Regeerakoord, van de Wiv-voorstanders VVD, CDA, ChristenUnie en ‘tegenstander’ D66, stelt onomwonden dat de inlichtingenwet er zal komen. Dat onderschrijft Sybrand Buma (CDA) in feite in zijn gewraakte Volkskrant-interview, maar iedereen viel over hem heen.
Het gesputter tegen het interview van Buma door Kees Verhoeven was ketelmuziek van D66, zo toont nu ook de brief van Ollongren. D66 ligt direct in de regeringsklem en Ollongren geeft daarvan uiting.
en corrigeert eigen woordgebruik
De tragische worsteling van Verhoeven blijkt het best uit zijn plotselinge kritiek op het gebruik van het woord ‘sleepnet’ van de Wiv 2017 door tegenstanders van de wet, inclusief collega’s in de Tweede Kamer: ‘We moet de wet ook niet "sleepwet" of "sleepnet" noemen, maar gewoon: de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Zo heet die wet… De vraag van het referendum gaat niet over een sleepnet of een sleepwet.’
Een vals frame, zo vindt Verhoeven dus nu. Echter negen maanden terug tijdens het Wiv-debat was hij juist badinerend over de taal van het wetsvoorstel: ‘Onderzoeksopdrachtgericht, noemt het kabinet dat in de wet. In de volksmond heet dat een sleepnet.’ Om vervolgens vele malen in zijn krachtige pleidooien tegen de Wiv het woord ‘sleepnet’ te gebruiken.
‘Kan, mag en zal’ bluf
De D66-jongeren tonen zich van de spagaat bewust tijdens het partijcongres in Leeuwarden zaterdag 19 november. Verhoeven legt de nadruk op de volgende zin in de Regeringsverklaring: ‘Van het willekeurig en massaal verzamelen van gegevens van burgers in Nederland of het buitenland (‘sleepnet’) kan, mag en zal geen sprake zijn.’
Wat betekent dit? Het ‘mag’ niet van D66; het ‘zal’ niet is hooguit een wens; en het ‘kan’ niet een kwestie van uitleg van de wet. Dat is, zoals eerder uitgelegd, nogal vaag: in een bepaald stadium van een ‘gericht onderzoek’ mogen AIVD en MIVD wel degelijk ook van niet-verdachten veel data verzamelen. Dat is immers hard nodig, vinden ze.
Verhoeven onthulde zei tijdens genoemd debat over Binnenlandse Zaken dat deze bezwerende ‘kan, mag en zal’ formule uit het Regeerakoord van hemzelf komt: ‘Ik heb me er dus voor ingezet en ik heb nu een zin in het regeerakkoord gekregen die uitgewerkt kan worden en die een garantie biedt dat we juist niet massaal en willekeurig gaan aftappen.’
En nog een tandje erbij: ‘Daar staat in dat er geen sleepnetfunctie zal zijn zoals beschreven, en als die er wel is, passen we de wet aan. Die garantie had ik niet tijdens de wetsbehandeling, want toen zei een overgrote meerderheid: we gaan die wet niet meer aanpassen, meneer Verhoeven, gaat u maar weg met uw twintig amendementen. Nu heb ik alsnog voor elkaar gekregen dat de wet wordt aangepast.’
En de overtreffende trap: ‘Ik heb dus voor elkaar gekregen dat er geen sleepnet komt. Dat hebben de vier regeringspartijen afgesproken. De andere drie waren allemaal voor deze wet, wij niet. Als die er wel komt, zullen we een aanpassing in de wet doorvoeren om er alsnog voor te zorgen dat het ook wettelijk niet meer mogelijk is.’
Verhoeven schrikt terug
Voor de oppositie een kans voor open doel. Femke Arissen (PvdD) kopt de bal in: ‘Zoals D66 weet, is juist de onderzoeksopdrachtgerichte interceptie de sleepnetfunctie in de wet. Deze treedt gewoon per 1 mei in werking. Als D66 als coalitiepartner nu toezegt dat de sleepnetfunctie uit de wet wordt gehaald, zijn wij heel blij.’
Verhoeven schrikt terug van zijn beloofde wetswijziging: ‘Dan is het ook van belang om te zeggen dat er natuurlijk allerlei andere waarborgen in de wet zitten die ervoor zorgen dat er nooit sprake zal zijn van bijvoorbeeld langdurig, grootschalig en stelselmatig aftappen, want er is bijvoorbeeld een commissie vooraf, een commissie van rechters, die de goedkeuring van de minister van een verzoek van de AIVD moet goedkeuren.’
De Eerste Kamer, voegde Verhoeven eraan toe, heeft de waarborg op het gebied van het toezicht verder versterkt dan: ‘Ook dat is een extra waarborg voor geen sleepnet. Ik hoop echt dat u overtuigd bent. Ik zie u nee schudden.’
Flexibele opvattingen
Dus: Kees Verhoeven bestrijdt in februari 2017 te vuur en te zwaard het Wiv-voorstel, maar verliest. Fietst een zin in het Regeerakkoord die de invoering van de wet in feite bevestigt, wat eerst Buma en daarop ook Ollongren beamen.
Vervolgens zegt Verhoeven dat de passage in het Regeerakkoord juist preludeert op aanpassing van de Wiv. Om dan, als hij op zijn belofte wordt gewezen, zich terug te trekken door te wijzen op voldoende waarborgen in de Wiv dat er geen ‘sleepnet’ zal komen.
Kuiken (PvdA): ‘Ik zie al wel dat u heel flexibel bent geworden in uw opvattingen, dus dat belooft nog wat voor de rest van de komende jaren.’
Verhoeven (D66): ‘Ik ben al zeveneenhalf jaar flexibel in mijn opvattingen. Dat heet voortschrijdend inzicht, praktische politiek, doen wat er nodig is om veranderingen in de wereld te kunnen meenemen in plaats van vastzitten in je eigen dogma's.’
Op zich is het zeer wenselijk dat in debatten in Nederland veel vaker klink 'dank voor uw goede argumenten, ik heb ongelijk'; ook, en vooral in het parlement. Maar de sympathieke Verhoeven bluft in dit geval eerst alvorens schoorvoetend zijn draai als 'voortschrijdend inzicht' te presenteren. Gaat hij in het vervolg zeggen: mijn mening over de Wiv is radicaal veranderd?
D66 heeft baat bij een ‘ja’
Maar D66 is gered uit haar eigen Wiv-draaikolk met een ‘ja’-uitslag van het referendum in maart 2018. Vandaar de actie van Ollongren in De Telegraaf, en dat zal de laatste niet zijn. De ja-campagne is begonnen en kan in bangmakerij wedijveren met de ‘massale privacyschending’ door de Wiv van het nee-kamp.
Een ‘nee’ in het referendum op 21 maart kan niet direct tot een evaluatie van de Wiv leiden, want die gaat pas op 1 mei in. Dan moet er een truc worden verzonnen met een langdurig onderzoek dat overloopt in een evaluatie van de Wiv. Vervolgens komen er na een eventueel ‘nee’ in het referendum wel, net als na het Oekraïne-referendum, cosmetische aanpassingen van de Wiv.
De vraag is of AIVD- en MIVD-methoden dan transparant worden voor de evaluatiecommissie beschikbaar, maar vooral hoe het ‘slepen’ van data wordt verwoord. Vrijwel zeker ontstaat een woordenstrijd. En weten de twee toezichtcommissies dan wel hoe het er in de praktijk aan toegaat? Daar komen we in een volgend artikel op terug.
AIVD versus nepnieuws
Is die Wiv nodig voor bestrijding van desinformatie door trollen en digitale distributie met bots. Verhoeven formuleerde daartoe de Motie nr. 19 (34775-VII):
‘…verzoekt de regering een diepgaand onderzoek in te stellen naar de heimelijke beïnvloeding van de Nederlandse publieke opinie en discussie via sociale en andere media door buitenlandse statelijke actoren en om met voorstellen te komen om de weerbaarheid van onze samenleving op dit punt te vergroten.’
Dit onderzoek richt zich op injecteren van nepnieuws via zogenaamde (Russische) trollen en automatische verspreiding met bots, en ook op advertenties.
Wie gaat dat onderzoeken? En hoe? Hoe absoluut is een uitkomst? Tellen de verdraaiingen van feiten in columns en kletsprogramma’s op tv zoals DWDD daar ook onder? Subtiele vormen van beïnvloeding zijn wellicht invloedrijker dan aantoonbaar nepnieuws.
Maar de motie voorziet niet in onderzoek naar de rol van de AIVD. Ronald van Raak (SP) meent dat dit op het mondiale internet geen zin heeft: ‘Als de Russen advertentieruimte inkopen in de Verenigde Staten, waarom zouden we dan een sleepnet nodig hebben om massaal informatie van Nederlandse burgers binnen te halen?’
Maar de Aivd verzamelt (nog niet) massaal data en gaat dat volgens D66 ook nooit doen. Wel voorziet de nieuwe Wiv in het hacken van vijandige verdachte computers – die desinformatie verspreiden - en vervolgens in het uitschakelen van botnets door gericht aanvallen.
De Motie #trapernietin
Hoe dan ook moet Nederland volgens de Tweede kamer het volk voorlichten om te voorkomen dat Rusland de gemeenteraadsverkiezingen kaapt. Verhoeven (D66) en Harry van den Molen (CDA) willen een ‘pakket aan maatregelen’ van Ollongren. Ze krijgen steun van Middendorp (VVD), Van der Graaf (ChristenUnie), maar ook van Kuiken (PvdA) voor hun Motie nr. 21 (34775-VII):
‘overwegende dat in de Verenigde Staten, Duitsland, Frankrijk en ook in Nederland sprake is van pogingen van beïnvloeding door statelijke actoren in de interne aangelegenheden of democratische processen (waaronder de verkiezingen) van deze landen door middel van nepnieuws, trollen en bots;
overwegende dat het belangrijk is dat mensen zich bewust zijn van dergelijke beïnvloeding en daartegen weerbaar zijn;
verzoekt de regering een voorlichtingscampagne te starten om het bewustzijn te vergroten over beïnvloeding door statelijke actoren van de interne aangelegenheden en democratische processen in Nederland.’
Een #trapernietin campagne moet Nederlanders bewuster te maken van nepnieuws. Ze moeten misleidende, onjuiste informatie leren herkennen. (Leerzaam en geestig alvast, vooruitlopend op de staatsinterventie, een video van Maarten Keulemans.)
Ook gaat minister Ollongren in gesprek met sociale media zoals Facebook om tot een aanpak van nepnieuws, trollen en bots te komen. En poogt, op verzoek van D66 en CDA, transparantie over de afzender van politieke advertenties te bereiken. En zelfs transparantie over werking van algoritmes. En van misbruik c.q. misleiding daarvan met bots en andere technologie om meningen vals te beïnvloeden.
Brussel nodigt trollen uit
En is er veel nepnieuws? We vroegen het expert in bedrieglijke verhalen Peter Burger van de Universiteit Leiden die het project Nieuwscheckers mede leidt: ‘Bijna alles op Nieuwscheckers waar het stempel Hoax op staat, kregen we binnen als melding van Facebookgebruikers - bijna alles sinds 17 maart is een Facebookcheck, al komen er nu ook weer wat andere berichten aan.’
In maart nog werd op Villamedia.nl vastgesteld dat het checken van berichten op Facebook door Nieuwscheckers en Nu.nl nauwelijks werk opleverde. Afgelopen week bevestigde Alexander Pleijter van de Universiteit Leiden op dezelfde site dat de noodkreet over nepnieuws zelf nepnieuws was. De Telegraaf repte van een ‘Nepnieuwslawine’ met een kop in chocoladeletters. Zonder enige onderbouwing volgens Pleijter.
Dat wil niet zeggen dat er geen desinformatie wordt verspreid, zeker door bijvoorbeeld trollen in de reactiepanelen. NRC beschreef juist afgelopen week de door Russen gehanteerde methoden. Dat zal toenemen, ook in Nederland.
De Russische nieuwssite RBK publiceerde over een ‘trollenfabriek’ in Sint-Petersburg; in september 2017, vlak voordat Facebook en Twitter accounts blokkeerden, goed voor 120 groepen op Facebook, Instagram en Twitter, met totaal 6 miljoen volgers.
Niettemin blijkt er, net als gedurende de Koude Oorlog, voor West-Europese politici opportunisme in het spel om zich af te kunnen zetten tegen ‘De Russen’. Geestig is dat Brussel u nu vraagt om uw mening in een ‘public consultation on fake news and online disinformation’.
Een uitnodiging aan 500 miljoen EU-burgers, maar ze hoeven zich niet te identificeren. Wie gaat de bronnen van de inbreng controleren? En hoe? Kan de AIVD Russische en Chinese trollen die de consultatie kapen dan traceren?