De macht van Facebook – Hoofdstuk 5

Dat privacygezeur ook

Mark Zuckerberg, lazen we, vindt privacy ondergeschikt aan transparantie ofwel openheid. Dus probeerde hij privacy steeds op te rekken, en ziet er geen been in om de regels te overtreden. Hij wacht de reacties af, nadat hij tegen de normen aanschuurt om de waarden te testen.

Eerder verscheen:

Inleiding
Hoofdstuk 1
Hoofdstuk 2
Hoofdstuk 3
Hoofdstuk 4

Wat is privacy?

Wat is privacy? Moeilijk te zeggen, want het is cultuur-, tijd-, groeps-, plaats- en persoonsgebonden. Een Bekende Nederlander of Bekende Vlaming heeft volgens rechterlijke uitspraken minder privacy dan een 'gewone burger'. In de Westerse cultuur is privacy stringenter dan in Afrika en Azië. Pas in de afgelopen eeuwen kwam privacy op, en vergaat volgens sommigen in de 21e eeuw. In een voetbalstadion of winkel heb je minder privacy dan op straat. De een hecht er zeer aan, de ander zal het worst zijn. Het verandert ook, denk aan het Belgische en later Nederlandse boerkaverbod dat privacy aantast, maar vooral aan de vele wetten voor opsporing sinds de aanslagen van 9/11/2002.

Privacy is een recht, op geheimhouding van persoonlijke gegevens. Het recht ook om met rust gelaten te worden. De Europese Mensenrechten (EVRM) waarborgen de privacy. In de Nederlandse Grondwet staat het zo: "Eenieder heeft recht op eerbiediging en bescherming van zijn identiteit...De eerbiediging van persoonlijke levenssfeer, gezinsleven, goede naam, huis en particuliere communicatievormen wordt gewaarborgd..." Dan kennen Nederland en België nog een uitgebreide Privacywet, gebaseerd op Europese Richtlijnen. Die regelt geheimhouding tegenover de overheden en bedrijven.

Je kunt privacy nog zo nauwkeurig proberen te regelen, het blijft een vaag begrip. Het is sterk met persoonlijke opvattingen verbonden. Het is ook een moeilijk recht om te formuleren, politiek te behandelen en na te leven.

Geheimhouding als een cirkel

Privacy is volgens mij een soort cirkel. Je kunt haar tot het uiterste bewaken en zomaar één stap van het einde naar het begin van de cirkel maken, om vervolgens volkomen transparant door het leven te gaan: niks te verbergen, de keizer zonder kleren.

Blijft er dan niets geheim? Meer dan je denkt, zelfs bij aanhoudend twitterende midlifecrisisfiguren die ik om me heen ervaar. Je moet je door al hun tijdsbesteding worstelen, maar je leest zelden of nooit de tweet 'lekker zitten masturberen bij het filmpje …', gevolgd door een link naar YouPorn. Zie je wel, ook jij hebt geheimen! Nog veel meer hoor, ik zal je niet tarten.

In een interview met Wouter Keuning van de Volkskrant van 15 juni 2011 klaagde Peter Hustinx, voorzitter van de Europese privacytoezichthouder (EDPS), dat Nederlanders gemakzuchtig zijn als het gaat om privacy. "Van hoeveel apps op uw telefoon weet u precies wat ze bijhouden en bewaren?" luidde zijn retorische vraag. "Er is iets raars aan de hand: uit onderzoek blijkt dat de interesse in het onderwerp in Nederland de afgelopen jaren dramatisch is gedaald. Harder dan in elk ander Europees land. Maar als je aan mensen, en dat geldt ook voor Nederlanders, vraagt: vindt u het goed als uw baas vanaf vandaag al uw e-mails meeleest, zegt iedereen: natuurlijk niet!"

Dan vraagt Keuning heel terecht of het misschien te abstract voor ze is. Hustinx: "Voor veel mensen is het wel een ver-van-mijn-bedshow, ja. Dat geldt trouwens niet alleen voor Nederlanders. Vrijwel overal ter wereld zeggen mensen hun privacy ontzettend belangrijk te vinden, maar als je kijkt naar hun gedrag op dat gebied, blijkt daar vaak erg weinig van. We worden slachtoffer van onze eigen luiheid en gemakzucht."

Dus zo typisch Nederlands is die vermeende onverschilligheid dan ineens ook weer niet. Privacy is een moeilijk onderwerp en wordt slecht uitgelegd. Intensieve debatten erover vonden dan ook op een hoog niveau plaats in de Eerste Kamer, en niet in de Tweede Kamer. Dat zegt al veel. Normen zijn wetten en regels, waarden wat wij met z'n allen vinden. 'Met z'n allen' is wat betreft privacy eigenlijk een leugen, want het wordt eerder elitair dan algemeen gesteund. De meeste mensen maken zich er immers niet druk om en privacyorganisaties zijn vaak kleine clubjes fanatici die absoluut niet door een meerderheid gesteund worden, zelfs geen zwijgende.

Schimmige wereld

Mark Zuckerberg, lazen we, vindt privacy ondergeschikt aan transparantie ofwel openheid. Dus probeerde hij privacy steeds op te rekken, en ziet er geen been in om de regels te overtreden. Hij wacht de reacties af, nadat hij tegen de normen aanschuurt om de waarden te testen.

Daar is niets mis mee. Alle ondernemingen doen dit min of meer: ze zoeken de grens op van wat de markt en de wet toestaan. Als PTT Post, of nee, TNT Post, of was het TNT, nee, PostNL, op maandag geen post meer bezorgt, het parlement heeft dat goedgekeurd en wij zijn op de hoogte, is dat normaal.

Bij Facebook ligt het iets anders. Ten eerste is wetgeving beperkt dan wel zo complex en per werelddeel verschillend dat handhaving niet eenvoudig is. Daar hebben we in Nederland mee te maken, bijvoorbeeld. Dan is het voor een multinational niet eenvoudig om zich in alle landen steeds aan te passen aan daar geldende regels.

Wat gebruikers van Facebook mogen verwachten is openheid en duidelijkheid: wat doet Facebook wanneer met je gegevens, hoe worden die verzameld, gekoppeld en bewaard? Veel schending van persoonlijke geheimhouding gebeurt echter stiekem. De typische manier van omgaan met privacyklachten door Facebook is het spelen van de vermoorde onschuld bij forse overtredingen. En als de bezwaren te heftig worden, zich terugtrekken.

Fraaie formulering op PCworld.com: "Facebook is a charter member and president of the 'It is better to seek forgiveness than ask permission' club." Facebook betuigt liever achteraf spijt dan vooraf netjes om toestemming te vragen.

Sprekend voor de G8 in 2011 was Zuckerberg het hier absoluut niet mee eens: "Privacy is een kwestie van gewenning. In aanvang komt er vaak kritiek op een nieuwe dienst en na verloop van tijd gebruikt vrijwel iedereen die zonder beperkingen." Ongelijk heeft hij niet. De vraag is echter of het echt gewenning is of dat de attractie van de diensten de privacyzorgen domweg naar de achtergrond verdringt.

Aan de hand van de problemen zal ik proberen te duiden hoe Facebook een imago heeft opgebouwd van spitsroeden lopen met privacy, maar tegelijkertijd heeft geworsteld om een evenwicht te bereiken met de eigen wensen en die van gebruikers. Ook zal ik toelichten hoe Facebook zelf speelt en met anderen strijdt rond percepties: de werkelijkheid is niet altijd zo eenvoudig als het op privacy aankomt.

Liever een beetje openbaar

De belangrijkste puur eigen uitvinding van Facebook is de News Feed, later in het Nederlands het Nieuwsoverzicht, de selectie van berichten van 'vrienden', bedrijven etc.. Facebook bedacht een ingewikkelde formule om die selectie voor je te maken, op grond van je eerdere interesses in personen en onderwerpen.

5 september 2006 was een grote dag voor Facebook, toen na vele maanden programmeren de News Feed en Mini-Feed de lucht in gingen. Facebook bouwde Mini-Feed, een overzicht van de laatst aangebrachte veranderingen bij de profielen van je vrienden. Privacy was goed geregeld: je kon daarin zelf dingen weghalen waarvan je niet wilde dat anderen zouden zien dat je die had gewijzigd.

Met News Feed hoefden gebruikers niet meer naar alle Prikborden van de profielen te gaan om te zien wat iedereen zoal had toegevoegd. Lumineus idee, maar daar dachten de leden anders over. Er zwol een massaal verzet aan met wel 740.000 protesterende medestanders in de snel opgerichte groep Students Against Facebook News Feed, op een totaal van toen ruim 9 miljoen gebruikers. Er kwam een boycotoproep voor 12 september 2006.

Student Ben Parr, later journalist, begon deze protestgroep, waar nog een flauw aftreksel van online staat. Echte coördinatie ontbrak, getuige nog een kleine 500 andere protestgroepen op Facebook, met namen als Stalkerbook. Stalken was de meest gehoorde protestkreet, terwijl gebruikers in feite met hun neus op de feiten werden gedrukt van openbaarheid van hun uitingen en een veel te grote online vriendenschare. Gevolg niettemin: protesten voor de bedrijfspoort van Facebook, met in het gevolg tv-camera's. Dit noopte Zuckerberg tot het inhuren van beveiligers.

Wat was hun grootste bezwaar? Dat alles wat ze hadden gepost en geuit zomaar op pagina's van hun vrienden kwam zonder dat ze daar iets over te zeggen hadden. Dat werd, vrij vertaald, ineens 'heel erg openbaar'. Dat was niet de bedoeling.

Het leger virtuele demonstranten had formeel ongelijk: Facebook maakte de selectie immers uit informatie die de gebruikers – toen nog louter studenten – zelf al hadden gepubliceerd. In haar blogpost (nog online) schreef de verantwoordelijke cheffin, de piepjonge Indiase immigrant Ruchi Sanghvi, terecht: "News Feed en Mini-Feed vormen een andere manier van kijken naar het nieuws over je vrienden, maar ze verschaffen louter informatie die reeds zichtbaar was. Je privacyinstellingen blijven hetzelfde – de mensen die je info nu kunnen zien konden dat voorheen ook."

Maar de eerste reactie die binnenkwam was gelijk tekenend voor het gevoel dat de ratio overtrof: "Wat doen jullie nu? Dit is verschrikkelijk. Heb je een feestje, open je Facebook de volgende morgen en zie je direct de foto's die iemand meende te moeten uploaden. Dat verziekt gelijk je goede gevoel."

Maar wat behalve de dubbele kater na feestjes het meest stak: dat een verandering van je status – partner of niet – direct zichtbaar was. Bijvoorbeeld als je relatie ten einde was. Dat wilden de adolescente studenten graag stilletjes doorvoeren, in mijn woorden 'een beetje openbaar maken', maar niet direct in de schijnwerper van de News Feed plaatsen.

Facebook had daar juist over nagedacht, aldus Sanghvi, een grap toevoegend: "Het betreft een hele dag door bijgewerkte gepersonaliseerde lijst van nieuwsverhalen, zodat je het direct weet als Mark Britney Spears toevoegt aan zijn favorieten, of wanneer je geliefde weer single is."

Privacy met je eigen vriend(in)

Jaren later kwamen er meer en meer klachten over Facebooks privacy, ook in Europa. Het Europese privacytoezicht zei aanvankelijk niet veel te kunnen doen aan de privacyschending door Facebook, omdat de beslotenheid het plaatste onder de regels voor huishoudens. Achter de muur van het privéonderkomen heeft de toezichthouder (gelukkig) geen zeggenschap. Toch is dit een terrein dat je goed in de gaten moet houden. Je krijgt er meer geduvel mee dan met je privacy in het openbaar, als je niet oppast.

Dat je lijsten op Facebook goed moet gebruiken om te voorkomen dat je familie (ouders, kinderen, grootouders) te veel te weten komen van je leven met je vrienden, kennissen, collega's etc, kan in nog kleinere kring veel urgenter worden. Bijvoorbeeld met je eigen relatie. Maar je deelt toch alles samen? Nou, juist op deze – vaak letterlijk – ene vierkante meter ligt privacy het gevoeligst. Je moet niet alles van elkaar willen weten, want voor je het weet wordt het dwingend. Waar vrijheid wordt beknot zullen mensen die hoe dan ook proberen terug te winnen. Dan krijg je echt heibel. Het grootste compliment dat ik ooit kreeg in een relatie luidde: "Je bent de enige van alle kerels die ik had die me ruimte geeft als ik erom vraag."

Maar beeldender maakte Ronald Giphart de privacybeklemming in zijn column over een conversatie tussen jonge geliefden, in de Volkskrant van 12 januari 2012, onder de titel 'Jaloezie 2.0'. Meisje woont in Antwerpen, jongen in Rotterdam. Het ging over hun 'Whatsapp', maar geldt in ongeveer gelijke mate voor andere chats zoals met Facebook, Skype en MSN, over vastlegging van je aanwezigheid naar locatie, tijdstip en aanwezigheid.

Meisje: "Ik ga mijn locatie niet altijd met jou delen, alleen maar omdat jij daarom vraagt."

Jongen: "Ik kan namelijk zien wanneer jij op je kot bent."

[…] Meisje: "Zit je dan steeds te kijken of ik al online ben? Je houdt me gewoon in de gaten!"

Jongen: "Ik zag dat jij eergisteravond om 21.17 uur 'voor het laatst gezien was'. Pas de volgende middag kwam je weer online. Waar ben je al die tijd geweest? Heb je wel thuis geslapen?"

Meisje: "Ben je godsamme de hele nacht wakker gebleven om dat te controleren, gek!"

Jongen. "Waar heb jij geslapen?"

"Gewoon bij een vriendin."

Jongen: "O ja? En waarom zei je dan net dat je thuis had geslapen?"

Te dicht op elkaar, privacyschending, dag relatie.

Tussen leraar en leerling

Minder close, maar toch te dichtbij, komen docenten en leerlingen op sociale media. Jennifer Preston schreef erover in de Volkskrant, naar me bleek aan de hand van blogs van verschillende leraren en inspecteurs die online toegankelijk zijn. De teneur: steeds meer scholen in de VS stellen omgangsregels op of verbieden de conversatie tussen leerlingen en hun leraren in het geheel. We praten over de VS, dus gaat het vooral om drank, drugs en seks tussen de generaties.

Vooral jonge docenten zijn iets te toeschietelijk met foto's van zichzelf in wat lijkt een beschonken of gedrogeerde toestand. De docenten willen seks met leerlingen, en soms is dat ook andersom zo. Dat is van alle tijden, maar met sociale media valt het soms wat meer op.

"Privécontact tussen docenten en hun studenten via sociale media kan heel onschuldig beginnen, maar zich heel snel ontwikkelen tot iets heel heftigs", aldus Lewis Holloway, een schoolinspecteur, op weblog Teacher World. Hij verhaalde van een wet in de staat Missouri die contacten tussen leerlingen en docenten via sociale media verbood. De rechter verbood deze wet gezien de tegenstrijdigheid met de vrijheid van meningsuiting. Daarop kregen scholen de aanbeveling om regels op te stellen om de conversaties te beperken.

Docenten vinden de censuur onwelgevallig, daar onderling contact ook nuttig en al te vaak nodig is en uiteindelijk gunstig kan zijn voor de leerprestaties. Dat schreef Nicholas Provenzano, een 32-jarige docent Engels uit Michigan, op zijn populaire, prijswinnende blog 'The Nerdy Teacher'.

In een enquête van Scholieren.com en EenVandaag zei 40 procent van de ondervraagden via sociale media contact te onderhouden met docenten, en de helft (20 procent) ook privé met meestal onschuldige dingen als felicitaties. Een groter deel, 60 procent van deze 1.600 scholieren, vond dat scholen regels moeten hebben voor online omgang waarbij privézaken worden besproken. De uitdaging om verder te gaan kan immers groot zijn, zeker ook met foto's. Zo zei één respondent: "Een keer heeft een meester bij mijn foto gezet: wauw supermodel!" Een op de tien ondervraagden kent een docent die in de problemen is gekomen door contact met een leerling via sociale media, wat een illustratie is, maar statistisch onbetekenend. Het kan om één en dezelfde docente gaan die bijvoorbeeld op GeenStijl te kijk is gezet.

Wat vinden wij van privacy?

Doet privacy er nog wel toe? Die principiële vraag wordt makkelijk overgeslagen. De Europese Commissie wilde wat graag bewijzen dat privacy er echt toe doet, want dat leeft nu eenmaal van regelgeving en ingrijpen. Dus liet de Europese Commissie een massale enquête uitvoeren door TNS. Deze speciale Eurobarometer kwam uit in juni 2011, maar het onderzoek was al eind 2010 gehouden. Met vragen onder 26.500 burgers in de 27 EU-landen was dit volgens de Commissie het grootste privacyonderzoek ooit gehouden in Europa, ofschoon het in de pers nauwelijks aandacht kreeg.

Het was natuurlijk een volstrekt onafhankelijk onderzoek, maar de uitkomsten onderstrepen toevallig wel dat de EU met de hang naar strengere privacyregels op de goede weg is.

Volgens de geënquêteerden zijn de grootste problemen, aldus het persbericht:

Fraude tijdens het online winkelen (gemeld door 55 procent);

Zonder medeweten gebruik van hun gegevens door sociale netwerksites (44 procent);

Zonder toestemming uitwisseling van persoonsgegevens door bedrijven (43 procent).

Dan nog:

Van de deelnemers aan sociale netten meent de helft (ruim 50 procent) onvoldoende controle te hebben over verstrekte data, vooral om die te kunnen veranderen (corrigeren) en/of weg te halen;

Personen verstrekken biografische gegevens (bijna 90 procent), sociale informatie (bijna 50 procent) en gevoelige informatie (bijna 10 procent);

70 procent toonde zich bezorgd over de wijze waarop bedrijven deze gegevens gebruiken en meent gedeeltelijk (26 procent) of helemaal geen (20 procent) controle te hebben over de eigen persoonsgegevens;

74 procent wil dat voor de verzameling en verwerking van gegevens op het internet eerst uitdrukkelijk toestemming moet worden gegeven;

Wat de bescherming van persoonsgegevens betreft, hebben de geënquêteerden meer vertrouwen in overheidsinstellingen – zoals ziekenhuizen (78 procent), regeringen (70 procent) en EU-instellingen (55 procent) dan in particuliere bedrijven zoals winkels (39 procent).

Zijn we echt zo angstig?

Dit alles lijkt te duiden op veel angst en onzekerheid bij burgers over het gebruik van hun data. Maar is die angst wel zo groot als de EU wil doen voorkomen? Wie het onderzoek induikt, ziet dat EU-burgers minder bibberen bij het idee dat datagebruik via sociale netten verkeerd afloopt dan bij andere risico's die ze dagelijks lopen:

Op de vraag naar grote gevaren zegt 44 procent dat ze angst heeft dat gegevens zonder medeweten elders worden gebruikt, 38 procent dat derden er commercieel mee aan de haal gaan, 32 procent dat fraude wordt gepleegd met identiteit (creditcard etc.) en 11 procent dat je verkeerd wordt begrepen en je imago op de tocht staat. (Dit zijn alle percentages van minder dan 50 procent, dus de meerderheid is niet zo bang.);

Nederlandse surfers zijn gemiddeld angstiger dan de andere Europeanen, vooral wat betreft commercieel misbruik van gegevens (53 procent), maar minder voor diefstal van identiteit (35 procent);

Specifiek bij sociale netten is er vooral weer angst voor fraude (41 procent), maar minder voor gebruik van persoonsgegevens in een verkeerde context (25 procent), beschadiging van je reputatie (12 procent), en nog minder voor discriminatie, ook bij het vinden van een baan (7 procent);

De angst voor fraude ligt in Nederland aanzienlijk lager (25 procent), maar voor het belanden van je gegevens in een verkeerde context (29 procent) juist weer hoger.

Op de vraag of burgers vinden dat sociale netten hen goed informeren over datarisico's zegt ongeveer de helft dat dit niet het geval is. Nederlanders zijn daar nog negatiever over.

Afgaande op deze laatste gegevens zou de Europese Commissie zich wellicht minder druk hoeven te maken om aanscherping van privacyregels. Aardige vraag in dit kader: wie is volgens jou verantwoordelijk voor veilig datagebruik?

Zelf: 49 procent

Het sociale net: 33 procent

De overheid met regels: 16 procent

Heb je de standaard privacyinstellingen van je profiel weleens veranderd op sociale netwerksites?

Ja: 51 procent (Nederland: 58 procent)

Nee: 46 procent (Nederland: 34 procent)

(Ontbrekende percentages betreffen niet-weters en ongeldige antwoorden)

Je kunt uit deze Eurobarometer ook de conclusie trekken dat Europese burgers strengere regels niet zo hard nodig vinden. Politiek en ambtenaren willen echter de macht van grote bedrijven graag in bedwang houden en daartoe is privacy een welkom handvat. Maar kan de markt privacy niet het best regelen? Wint niet de partij die de privacy het best respecteert?

Dat laatste denk ik niet: als personen eenmaal via een sociaal net intensief met kennissen communiceren en verbanden hebben gelegd, dan kun je niet zomaar overstappen naar een andere aanbieder. Dan is het handig dat instanties de omgang met je gegevens in de gaten houden. Regels werken in zo'n geval beter dan druk van belangengroepen en de markt, zeker met complexe zaken als privacy.

Gezichtsherkenning komt er 'gewoon'

Het privacygebied is bovendien nog onderhevig is aan snelle technologische innovatie. Google en Facebook zetten beide grote stappen in gezichtsherkenning. In 'De macht van Google' schreef ik daarover al het nodige met een voorspelling. Dit zou de volgende grote testcase worden voor privacy, vooral bij gebruik van mobiel internet met camera's. Ik dacht bij die voorspelling – eind 2010 – dat we er over een jaar of drie tot vijf grootscheeps mee te maken zouden krijgen en er een enorme privacystrijd zou ontbranden.

Dat dacht wellicht ook Googles baas Eric Schmidt, want die zei in het voorjaar van 2010 dat Google openbare gezichtsherkenning niet zou invoeren, want dat is 'creepy' ofwel 'geniepig', een veelvuldig gebruikte term in de VS als het gaat om privacy. Inmiddels is de optie marktrijp, maar Googlemanager Hartmut Neven zei dat gezichtsherkenning toch niet op de markt kan komen vanwege privacyproblemen. "Vooral vrouwen zeggen al snel: 'O, God, stel je eens voor dat een kerel een foto van mij neemt in een café, dan weet hij direct mijn adres omdat dit ergens op internet aan mijn foto hangt.' Dat is ook een enge gedachte. Ik denk dat er dan ook een gulden middenweg gevonden moet worden die op een verantwoorde manier gebruikmaakt van deze krachtige techniek", aldus Neven tegen CNN.

Gezichtsherkenning zal louter worden toegepast als een gebruiker eerst toestemming geeft. Want de eigenaar van een profiel moet toestemming geven om zijn data te koppelen aan het beeld. Dat is de mooie theorie, maar gaat dat werken in de praktijk? Mag bijvoorbeeld je beeld overal worden gescand door bewakingscamera's in winkelcentra, voetbalstadions etc.? Gezichtsherkenning is al in gebruik om voetbalhooligans uit een massa te vissen, zowel met systemen voor toegang tot stadions als met camerabewaking gedurende wedstrijden.

Kun je massale gezichtsherkenning met mobieltjes – en vervolgens taggen – straks voorkomen? Nu nog wel misschien, want het valt op als er zomaar door een vreemde een camera op je wordt gericht. En over implantaten met gezichtsherkenning in of bij het oog hoeven we ons nu nog geen zorgen te maken. Dan zou je niet meer rustig naar het strand kunnen gaan of in de trein kunnen zitten.

Herkenning begint op internet zelf: nu al voor foto's van Facebook en Picasa van Google, straks ook op Hyves en Flickr. Je kunt dan na herkenning van een gezicht direct iemands naam eraan hangen (tagging), zodat zij bij een simpele zoekopdracht wordt gevonden. Er zit immers ook een leuke kant aan herkenning, als onbekenden straks min of meer bekenden kunnen worden. Dit opent wellicht een hele nieuwe wereld.

Facebook introduceerde in juni 2011 voor iedereen gezichtsherkenning voor foto's op de site, na maanden testen.

Echter, de praktijk is nog weerbarstig. Bij een vergelijking van foto's op een datingsite met die van Facebook werd maar 10 procent herkend. Ook webtitel PCWorld meende na een test op Facebook dat de hele toepassing een grote flop is. De computer herkent gezichten alleen als aan een heleboel voorwaarden wordt voldaan. "Op zijn best weet Facebook dat een gezicht een gezicht is", aldus PCWorld.

Ondertussen werken politiediensten in de VS aan invoering van het gebruik van technologie om gezichten en irissen te herkennen bij controles. Als de technologie echt nog zo slecht is, of zelfs als de succeskans 30 procent is, dan is de kans dat je als onschuldige toch als boef wordt opgebracht nogal groot. En dan begint de ellende pas echt.

Als het waterdicht wordt, heeft dat overigens ook genoeg voordelen. Slachtoffers bij rampen kunnen snel worden geïdentificeerd. Je kunt geen boete meer krijgen als je geen identiteitskaart bij je hebt. Ook positief is dat je elders online kunt controleren of iemands portretten op een datingsite niet al te geflatteerd of gedateerd zijn.

Fotoverbod

Volgens de huidige regels moet je beelden op internet van jezelf kunnen laten verwijderen. Als iemand ongewenst een foto van jou plaatst, kun je er dus formeel bezwaar tegen maken. Je vrienden zijn dan aansprakelijk. Dat kan nog een interessante rechtszaak worden. Maar als je de beelden zelf openbaar hebt gemaakt, dan is het voor derden niet verboden om de foto verder te publiceren. Er moet goede grond zijn voor publicatie. Er is nog een voorbehoud, niet de privacy maar het auteursrecht: je bent eigenaar van de foto.

In de meeste gevallen komt het erop neer dat jouw foto's van Facebook alleen met je toestemming elders op internet gepubliceerd mogen worden. Anders kun je een bericht sturen en hopen dat er wordt gereageerd. Bij smaad, laster en/of belediging op internet kun je aangifte doen bij de politie, wat in Nederland nog eenvoudiger is geworden met de toepassing Meldknop.nl. Maar daar wordt niet snel iets mee gedaan. Bij Facebook zelf klagen (rapporteren dat de inhoud niet deugt) biedt wellicht meer soelaas. De uitkomst is dan ongewis.

Behendige Facebooktactiek

Mark Zuckerberg heeft sinds het begin van zijn ondernemersbestaan lak gehad aan privacy. Verschillende conversaties met vrienden uit het prilste begin tonen aan dat Mark het altijd boeiend vond om privé-informatie openbaar te maken.

Hij is daar heel consequent in, vanaf 2004 toen hij als 19-jarige speelde met software om op Harvard privé-informatie bloot te leggen. Hij pochte toen al over gehackt materiaal: "I have over 4,000 e-mails, pictures, addresses, SNS." Studenten en medewerkers die dit lekten waren dommertjes volgens Mark. Op deze onthulling op Business Insider antwoordde Facebook dat privacy van gebruikers het allerhoogste belang is voor Facebook.

Anders dan hardcore hackers was Zuckerberg toen al meer geobsedeerd door de informatie zelf dan door de lekken in systemen die hij blootlegde. Vandaar dat hij de perfecte man was om op basis van persoonlijke informatie een groot ondernemer te worden. Op het hoogste wereldniveau, de G8 topbijeenkomst dit jaar nog, liet hij weten dat privacy voor de meeste van zijn honderden miljoenen klanten geen belangrijke kwestie is. Ze wennen aan de openbaarheid. Tussen die snotjongen op de studentenkamer en de 27-jarige wereldondernemer loopt een logische lijn.

Dit is een vaststelling en geen veroordeling. Vanuit dit gelijk van Zuckerberg is Facebook immers groot geworden. Dat een Duitse toezichthouder meent dat Facebook veel van z'n miljardenwaarden te danken heeft aan privacyschending is wel een negatieve, maar toch gelijkluidende uitleg.

Als geen ander weet Zuckerberg dat privacy bij uitstek dat dunne laagje beschaving is dat mensen gemakkelijk wegblazen, uit een onbedwingbare behoefte aan nieuwsgierigheid en zucht naar aandacht. Je wilt wel weten wat de buurvrouw en je zwager onder de lakens uitspoken, maar de webcam op je eigen seksleven gaat (nu nog) een stapje te ver. Of op de huidige grens: in een discotheek met je mobieltje even het gezicht scannen van een mooie man om uit te zoeken of die single is, vind je een stuk aanvaardbaarder dan dat hij jouw gezicht scant. Of misschien wel niet. Zuckerberg kan gemakkelijk zijn gelijk opeisen.

Al in 2006 leerde hij dat privacy een volstrekt irrationele wending kan nemen, toen zijn grootste vinding ooit, de News Feed, een storm van kritiek te verwerken kreeg. Juist dankzij de handigheid van Facebook kon die zo snel aanzwellen. Dat had tot een heel andere reactie moeten leiden, eenvoudigweg: wat weet Facebook nog meer van mij als het dit al zo handig tot stand weet te brengen? Welke algoritmen functioneren er onder de motorkap?

Net als de macht van Google is de macht van Facebook behalve door de markt begrensd door de toezichthouders in privacy en de publieke opinie, die sterk wordt beïnvloed door lobbygroepen. Tot op heden reageert Facebook doorgaans op een karakteristieke wijze op beschuldigingen van schending van de geheimhouding van gebruikers:

Eerst ontkennen, en dat vanuit Facebook gezien logisch en goed formuleren;

Eventueel verwarring stichten met terminologie en uitleg waarvan de niet-insiders niet precies weten wat ze eraan hebben;

Vervolgens zeggen dat er privacyvernieuwingen in de pijplijn zitten, zonder precies te vertellen welke dat zijn;

De toezichthouders en parlementsleden een kluif toewerpen: toegeven op enkele punten en niet inbinden op de commercieel belangrijker aspecten;

Tegelijkertijd nieuwe functionaliteit invoeren die de productie van persoonlijke, te commercialiseren informatie stimuleert;

Nimmer afstand doen van het belangrijkste principe: passieve toestemming (opt-out of afmelding) als maatstaf en slechts in het uiterste geval overgaan tot actieve toestemming (opt-in) van gebruikers.

Conclusie; Facebook wint glansrijk

Mark Zuckerberg heeft vanaf het prille begin van Facebook en zijn voorganger grenzen van privacy bewust getart omdat hij transparantie belangrijker vindt dan privacy . Hij moest enkele keren door gebruikers op de grenzen van privacy worden gewezen, maar won zijn eerste grote strijd over de News Feed met goede argumenten dat het uiteindelijk gebruikers waren die met hun openbare uitingen zelf op gespannen voet leefden met privacy.

Daarmee werd al duidelijk dat privacy een moeilijk begrip is dat ons ook in verwarring brengt. Ook in eigen kringen, op school, universiteit en werk. Facebook dwingt ons zelfs na te denken over onderlinge omgang met onze dierbaren omdat er nieuwe mogelijkheden komen om tijd en plaats te traceren en om te zien met wie ze contact hebben.

Facebook heeft wereldwijd de afgelopen vijf jaar voortdurend de aandacht weten te trekken van toezichthouders op de privacy.

Juist omdat Facebook 'achter een muur' opereert, waren privacytoezichthouders in Europa gedurende de eerste jaren van groei van Facebook terughoudend. Ze toonden een groot onvermogen om met Facebook om te gaan en richtten zich dus maar op de privacy van kinderen.

Vooral in Canada werd het Facebook lastig gemaakt met een diepgaande analyse. Echter, Facebook wist de aanval te weerstaan en paste zich waar nodig aan. De toezichthouders in Scandinavië trokken zelfs gezamenlijk op om Facebook onder de loep te nemen, maar de uitkomsten waren slap en sorteerden geen effect.

Hetzelfde laken een pak voor de maatregelen die de Amerikaanse overheid nam om Facebook te berispen en tot strengere (?) privacymaatregelen te dwingen. Weliswaar werd Facebook door Washington gedwongen er meer aandacht aan te gaan besteden , maar harde maatregelen legde het thuisland niet op. Wellicht is Facebook daarvoor de afgelopen jaren politiek te belangrijk geworden.

Uiteindelijk moet toch Europa het voortouw nemen. Daarover gaat het volgende hoofdstuk.

Gepubliceerd

6 apr 2018
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0