Afgelopen woensdag blies Wall Street Journal in de bus met het artikel 'Google’s Quiet Influence Campaign.' Dat verscheen online als Paying Professors: Inside Google’s Academic Influence Campaign, met als ondertitel: ‘Company paid $5,000 to $400,000 for research supporting business practices that face regulatory scrutiny; a ‘wish list’ of topics.’
En als aanhef: ‘Google operates a little-known program to harness the brain power of university researchers to help sway opinion and public policy, cultivating financial relationships with professors at campuses from Harvard University to the University of California, Berkeley.’
Dit is één de meest vergaande beschuldigingen die in dit geval zowel de wetenschap als een concern als (te beïnvloeden) politici en ambtenaren kan treffen: valse informatie verschaffen met het kopen van onderzoeken en onderzoekers teneinde politieke besluitvorming te beïnvloeden.
Ruim 300 onderzoeken meebetaald
De bron voor het WSJ-artikel vormt het Google Transparancy Project van Campaign for Accountability dat onder de snijdende titel Google Academics Inc. een lijst met onderzoeken gesponsord door Google publiceert en een animatie over de invloed ervan met verbindingen en citaten.
Tussen 2005 en 2017 heeft Google geld verstrekt voor 330 onderzoeken op het gebied van politieke kwesties die van invloed konden zijn op de regulering van Google. In 54 procent van de gevallen ging het geld direct naar de onderzoekers, in de andere gevallen via een fonds, organisatie of instituut.
In twee derde van de gevallen, bij 215 onderzoeken, maakten onderzoekers de sponsoring door Google niet openbaar. Bij de directe betalingen aan wetenschappers is het 94 keer niet gemeld en 85 keer wel gemeld, aldus Campaign for Accountability (CfA).
De bijdragen varieerden van 5.000 tot 400.000 dollar. De intensiteit van onderzoeken liep redelijk gelijk op met de dreiging voor Google van toezichthouders en politiek, aldus CfA: met een climax in 2012 toen zowel in Washington als in Brussel de concurrentiepositie van Google het meest werd bedreigd door mogelijk ingrijpen.
In 2015 namen volgens CfA de onderzoeken toe die van invloed konden zijn op het Europese voornemen om Google te straffen, dat recent culmineerde in de boete van 2,4 miljard euro voor Google. Over de zwaarte en het effect ontstond debat.
Vermaarde wetenschappers
De lijst bevat geen Nederlandse studies, wel een Belgische studie, van de KU Leuven: High-Technology Employment In The European Union. In het rapport bedanken de onderzoekers Google voor de steun, en stellen onafhankelijk te hebben onderzocht.
De lange lijst van onderzoeken van CfA is indrukwekkend, maar zegt niets over de mate van beïnvloeding. Soms is die evident, zo blijkt e-mail die met een beroep op de Foia-wet (Wob) verkregen is. Zo vroeg en kreeg rechtenprofessor Paul Heald van de University of Illinois 20.000 dollar voor onderzoek, zonder dat te melden.
Daniel Sokol schreef een gunstige publicatie voor Google met de expliciete vermelding dat hij geen steun ontving. Echter, hij werkte wel parttime voor een advocatenkantoor dat Google als klant had en kreeg betaald voor medewerking aan evenementen van Google.
Het melden van betaling kan tegen je werken bij de erkenning van onderzoek, zo luidt een argument om de steun niet openbaar te maken. Terwijl het onderzoek inhoudelijk wel degelijk onafhankelijk is, kan het dan toch als partijdig worden weggezet.
De meest opvallende, en ook veel voorkomende naam in de lijst (negen keer) is die van Chris Jay Hoofnagle van Berkeley, die ook in Nederland op congressen sprak. De steun van Google verliep indirect via zijn instituut.
Ondermeer voor de publicatie ‘Beyond Google and evil: How policy makers, journalists and consumers should talk differently about Google and privacy’. Met als teneur dat we moeten ophouden over en met Google te discussiëren in termen van goed en kwaad. De inhoud is gunstig voor Google, maar niet onredelijk. De betaling wordt niet gemeld. Geen enkele keer overigens volgens CfA.
‘Geen invloed kopen’
De reactie van Google was fel: het CfA-rapport is ‘zeer misleidend’. Google verwijst naar haar lange traditie van wetenschappelijke samenwerking en financiering, die intensief blijft.
Volgens Google is een vereiste van financiering dat onderzoekers die altijd openbaren. En het bedrijf wil absoluut geen invloed op de inhoud van onderzoek en publicaties. Ook de invloed op beleid is volgens Google open, een uitzondering volgens Google. Het publiceert inderdaad een hele lange lijst met lobby-invloeden.
Bovenal slaat Google terug naar CfA, dat volgens Google zelf verzwijgt dat het wordt betaald door Oracle, één van de grootste bestrijders van de macht van Google. Ook worden andere lobbyorganen betaald door concurrenten van Google.
Wetenschappers lelieblank?
De Europese woordvoerder van Google wijst ons in wederhoor bovendien op een hele serie uitingen van wetenschappers die ten onrechte zijn genoemd. Of die weliswaar geld van Google ontvingen, maar zich ‘uiteraard’ volstrekt niet laten beïnvloeden. Die Pavlov-reacties zijn niet van heel veel waarde.
De vragen zijn: waarom financiert Google onderzoek als ze bij de uitkomst totaal geen belang zou hebben? Waarom nemen wetenschappers geld aan van Google als ze volkomen onafhankelijk onderzoek willen doen? En vooral: kun je als financier en onderzoeker onafhankelijk blijven als je geld geeft of ontvangt.
Boeiend is de reactie van professor Dan Crane. Wall Street Journal voert hem op als onderzoeker die sponsoring door Google weigerde en kritiek heeft op collega’s die dat wel doen. Crane noemt de publicatie van CfA – niet de WSJ – ‘slordig, zeer misleidend en grof’.
Crane schrijft dat hij in eigen onderzoek naar concurrentie en Google Search frequent contact had met Microsoft en Google om relevante informatie uit te wisselen. En ook herhaaldelijk een Google Research Grant kreeg aangeboden. Dat laatste weigerde hij, het eerste was wetenschappelijk noodzakelijk. Dat CfA die contacten ook bekritiseert, vindt Crane te zot voor woorden, en velt een vernietigend eindoordeel:
‘Ik kan begrijpen dat de CfA-campagne poogde om Google slecht uit de bus te laten komen, en niet mij, maar zulke bevooroordeelde, oneerlijke, onvolledige, en notoir suggestieve rapportages van dit soort doet hun reputatie geen goed.’
Google koopt sympathie
Google voert een grote, uitgebreide lobby om beleidsmakers te beïnvloeden, net als nagenoeg elk (groot) bedrijf en belangenorganisatie. Dat poogt Google ook te doen via de wetenschap door onderzoek te betalen en via sprekers op congressen.
Maar de mate waarin de invloed wordt aangewend en geaccepteerd maakt een groot verschil. Bij indirecte financiering is de kans op beïnvloeding van uitkomsten geringer dan bij directe financiering, maar niet uit te sluiten.
Bij directe financiering is de kans op beïnvloeding groter, maar de integriteit van de onderzoeker(s) kan die uitsluiten. Zondermeer dom is het niet vermelden van financiering waardoor de verdenking van beïnvloeding toeneemt.
We kunnen dit doortrekken naar de journalistiek met de dezelfde ethische vraag: wiens brood men eet, diens woord men spreekt? Zo is er het Google Digital News Initiative (DNI) waarmee Google uitgevers en journalistiek in Europa steunt en paait. Tot de medeoprichters van het fonds behoren gerenommeerde kranten als NRC en El Pais en Nu.nl (Sanoma) is gewoon lid.
Het lijkt erop dat Google’s eerste doelstelling is om journalistiek digitaal sterker te helpen maken. Met als bijbedoeling het eventueel gebruik van oude en nieuwe technologie van Google, zoals Youtube en nieuwe middelen van Google om te publiceren.
P.r.-instrument
Het staat echter buiten kijf dat dit ook een p.r.-instrument is om de media gunstig te stemmen in het debat of Google News en Google Search oneigenlijke concurrentie uitoefenen. En DNI is, ten derde, ook een goedmakertje voor de miljarden aan advertentiegeld die Google uit de markt haalt ten koste van traditionele media.
Er ging tot op heden 70 miljoen euro naar 350 projecten. Meer dan duizend media hebben ‘interesse getoond’ (geld gevraagd). Dus zijn ze niet bevreesd voor deze financiële afhankelijkheid.
De volgende Nederlandse projecten van bekende nieuwsuitgevers kregen geld:
Gamification of Investigative Journalism van Follow the Money
Trees van de Vpro
BNR Smart Radio van Het Financieele Dagblad
Digital Newsfeeds for Children van het ANP
Vpro maakt melding van de Google-steun. De BNR-baas is blij met de Google-steun. Ook het ANP noemt de steun van Google. In alle drie gevallen gaat het om specifieke informatie over het project.
Follow The Money noemt de steun van Google niet expliciet bij de financiers: Stimuleringsfonds voor de Pers en fonds Adessium. Maar het geld van Google, naar 60.000 euro, gaat ook naar een project. Dat is een vaag idee gebleven.
Voor media als Follow The Money – dat Google nog niet als onderwerp heeft - kan het principe gelden: het doel heiligt de middelen; het doet er niet toe van wie en waar het geld komt omdat de onderzoeksjournalistiek maatschappelijk hard nodig is. En Google roomt tenslotte ook heel veel media-inkomsten af.
In die redenering sponsoren Google en Facebook straks ook noodzakelijkerwijs de gezondheidszorg als ze de data- en consumentenmarkt voor zorg deels beheersen. Moet de dokter dan een badge dragen: gesponsord door Google?
Trouwens: van wie krijgt Netkwesties geld? Van geen enkel bedrijf, zo kunnen we zeggen. Maar het is na de oprichting in 2000 drie jaar goed gesponsord door Xs4all, voor iedereen zichtbaar. Met als principe: ethiek bewaak je zelf, met je lezers. Maar invloed heeft het waarschijnlijk wel; net als reclame waarvan ook iedereen ontkent dat ze je denken stuurt.
Zouden we geld van Google mogen aannemen en/of een projectaanvraag indienen bij het Digital News Initiative? En wil Google geld steken met het oog op het archief van 90 artikelen dat over Google is opgebouwd? Zou de teneur van de verhalen dan veranderen?