Samenvattend: Pretium Telecom werd het Nederlandse MKB-bedrijf met de meeste louter negatieve aandacht ooit in de Tweede Kamer: ruim 100 keer genoemd, (nagenoeg) altijd negatief.
Harde woorden en vele Kamervragen spreidden echter vooral onmacht ten toon. ‘De politiek’ kon er geen vat op krijgen. De inhoud van het belangrijkste debat en de reeks Kamervragen en antwoorden komen in aparte artikelen aan bod.
Wat Economische Zaken, Consumentenautoriteit ( en opvolger ACM), maar ook Tros, Vara, Max, Volkskrant, Telegraaf en AD niet vermochten op straffe van een dure rechtszaak, konden politici straffeloos doen: de zwaarste termen uit de kast trekken voor Pretium. Zonder voor de rechter te worden gesleept.
Parlementsleden genieten immuniteit of onschendbaarheid, in het parlement zelf althans. Noch media, noch een toezichthouder kunnen hetzelfde beweren. Als het mogelijk was geweest dan zouden de Tweede Kamerleden zoals Mei Li Vos en Astrid Oosenbrug (PvdA), Sharon Gesthuizen (SP) en Ton Elias (VVD) volgens mij zeker gedaagd zijn door Bird & Bird, advocatenkantoor van Pretium Telecom. Wegens het stellen van suggestieve vragen, het toebrengen van schade aan de onderneming of ‘stalking’.
Overdreven beschuldiging
Sterker nog, in één van de Tweede Kamerverslagen zegt staatsecretaris Frank Heemskerk van EZ, zelf ook onschendbaar: ‘Er is ook een advocatenkantoor dat in deze moeilijke tijden heel veel geld verdient, want er wordt nogal wat geprocedeerd en er worden vele brieven geschreven. Ik geloof zelfs dat Kamerleden is gevraagd om af te zien van hun grondwettelijke recht om Kamervragen te stellen.’
Zo'n brief ontving hij ook in 2009, over een volgens Pretium en Bird & bird onterecht gebruikte bandopname met een conversatie voor klantenwerving die verkeerd geïnterpreteerd zou zijn. Het bekende liedje: wij zijn brandschoon en worden onterecht te grazen genomen. ‘Daarbij kan Pretium op dit moment niet uitsluiten dat het hier een gemanipuleerd telefoongesprek betreft met het uitsluitende doel om Pretium Telecom in een kwaad daglicht te stellen.’
Dat eerste is volkomen juist, maar het laatste opzienbarend; nog nooit eerder van gehoord en ongelooflijk: pogen met juridische druk Kamerleden de mond te snoeren? Poetin-praktijken in Nederland?
Mei Li Vos (PvdA-Kamerlid), desgevraagd, met de feiten: ‘Bird en Bird stuurde de griffie van de Tweede Kamer per fax een brief dat het persbericht over de Kamervragen die ik stelde ingetrokken moest worden.’
Dus Heemskerk uitte zich feitelijk slordig. (Een lot dat Pretium vaker trof en van rechtswege rechtgezet moest worden.) Kamerleden is niet gevraagd af te zien van het stellen van Kamervragen, maar van het uitbrengen van een persbericht. Niettemin is het uniek dat een bedrijf via een advocaat druk uitoefent op een Kamerlid om openbaarheid over haar Kamervragen te mijden. Zelfs als ze suggestief zijn, wat zo vaak – noodzakelerwijs - het geval is.
Ook Frank Heemskerk, staatssecretaris van EZ voelde zich niettemin inzake Pretium begrensd in zijn uitingsvrijheid. Daar de rechter een stokje stak voor openbaarmaking van straffen voor Pretium, moest hij zich daaraan houden. Heemskerk bracht in het debat over Pretium niet meer uit dan dat hij ‘staat te popelen’ en dat zijn ‘handen jeuken’ om Pretium aan te pakken.
Pas toen de straf van de toezichthouder Consumentenautoriteit (nu ACM) eindelijk openbaar werd, voelde Heemskerk zich vrij om over Pretium uitgebreid in negatieve termen te spreken.
Heeft dit veroordelen van een bedrijf door het kabinet vervolgens ook zin? Wel voor zover dat in de media gevolg krijgt. En dat viel wat tegen; Haagse journalisten letten daar destijds niet op. Zoals er zo veel belangrijke zaken in Den Haag geen aandacht krijgen omdat het op de bühne met ‘opmerkelijke uitspraken’ veel gezelliger en boeiender is.
Schuld en boete
Bovenal: zou straf van de toezichthouder enig effect sorteren voor de werkwijze van Pretium en de rechten van betrokken consumenten?
De politiek heeft het waken over markten afgewenteld op toezichthouders met eigen regels. Het toezicht over Pretium van de Consumentenautoriteit botste op juridische procedures die Pretium prompt aanspande na elke maatregel van een toezichthouder.
De ACM kon zelfs een besluit met een strafmaatregel niet openbaar maken door juridische druk van Pretium. Die slagboom ging de eerste keer omhoog toen Pretium zelf paginagrote krantenadvertenties publiceerde, gericht tegen een straf. En daarmee een voorsprong nam in de publiciteit.
Waarop de ACM haar bericht over de strafmaatregel wel naar buiten bracht. De boetebedragen waren overigens niet hoog. Kamerlid Ton Elias merkte op dat de kosten voor het adverteren, volgens hem zo’n 350.000 euro, al veel hoger waren straf van de Consumentenautoriteit. Signaal van hem: de geldstraf voor Pretium is een wassen neus.
Uniek debat
Het debat op 2 april 2009 speciaal over Pretium heeft de pers nauwelijks gehaald, wat betreurenswaardig is. Natuurlijk, het ging niet over ING of ABN Amro, Shell of Ahold, en niet over een bank- of hypotheekcrisis, maar louter om werving voor telefonie-abonnementen. Echter, juist dat het een klein bedrijf betrof en de felle bewoordingen maakten het debat uniek.
Maar weinig politieke debatten gaven zo omineus de machteloosheid van verontwaardigde politici weer. En waren zo exemplarisch in het onvermogen van politici om het falen van een markt aan te pakken. Het enige effect zou geweest zijn dat kranten en tv de harde woorden van politici over Pretium uitgebreid geciteerd zouden hebben. Maar die kans lieten ze lopen, want op het debat werd geen acht geslagen door journalisten.
Dit debat geef ik verkort weer in een apart artikel. Opdat het aan de vergetelheid onttrokken wordt en binnen het geheel van de Pretiumgeschiedenis een plek krijgt. Ook noblesse oblige tegenover een hard werkend parlement.
Vertrouwen verloren
Ton Elias, Kamerlid van de VVD, die doorgaans belangen van het bedrijfsleven steunt, bezigde de zwaarste bewoordingen waarmee dit artikel begon. Pretium is de rotte appel die de mooie telecommarkt verziekt, zo betoogde Elias.
De echte horzel in de pels van Pretium in het parlement was Mei Li Vos (PvdA). In datzelfde debat van de Kamercommissie Economische Zaken kwam ze tot de volgende kern van keiharde praktijken in klantenwerving:
‘Waarom vinden mijn fractie en ik deze zaak zo pijnlijk? Omdat vooral oudere mensen het slachtoffer zijn van dit soort verkooptechnieken. Je wilt niet weten hoeveel mensen hun laatste restje zelfvertrouwen kwijt zijn geraakt door deze verkoopmethoden.
…Mijn vrees is dat andere bedrijven zullen opstaan die met precies dezelfde praktijken denken succes te kunnen behalen, over de rug van de consumenten, als Pretium succes heeft met op deze manier de regels te tarten en de randen van de wet op te zoeken.’
Onvermogen aan te pakken
Sharon Gesthuizen (SP), die na Vos de meeste Kamervragen stelde over Pretium, in dit debat: ‘Vandaag hebben wij het niet alleen over een telecomaanbieder die vele mensen tegen hun zin een telefoonabonnement heeft aangesmeerd, maar vooral over het klaarblijkelijke onvermogen van de Nederlandse overheid en de toezichthouders om vast te stellen wat iedereen allang weet, namelijk dat dit een piraat is die over de rug van kwetsbare mensen geld verdient.’
Onvermogen, zelfkritiek door het parlement. Maar het bleef toch veelal bij harde woorden. En Kamervragen en nog eens Kamervragen. En weer Kamervragen. En aan het eind van liedje: Kamervragen. Met alle plichtmatige antwoorden, voorzichtig ook, want de juridische assertiviteit van Pretium werd op Economische Zaken niet onderschat.
Met dank aan Pretium
Resultaat ten langen leste: de Consumentenwetten werden aangepast, mede een gevolg van Europese Richtlijnen.
Zo werd het ‘koud bellen’ - het zomaar opbellen van potentiële klanten - aan banden gelegd met wettelijke verankering van het bestaande Bel-me-niet register. Ook kwam er de wettelijke Schriftelijkheidsvereiste: de noodzaak voor schriftelijke bevestiging van een telefonische overeenkomst. Zes jaar nadat Mei Li Vos – ook naar aanleiding van klachten over Pretium – deze maatregelen voorstelde en haar partijgenoot, staatsecretaris Frank Heemskerk, dit aanvankelijk bestempelde als een te grote hinderpaal voor vrije handel. De liberale tijdgeest was bepalend, net als bij toezicht op banken en vele andere sectoren.
Toen de maatregelen eindelijk wel genomen werden, jubelde de Consumentenautoriteit: ‘Consument is kampioen: nieuwe consumentenregels vanaf 13 juni 2014’. Die strenge regels heeft Nederland dus mooi aan Pretium Telecom en andere vermeende piraten van telefonische acquisitie (zoals energiebedrijf NEM) te danken. Dank die Pretium daarvoor nooit heeft mogen incasseren.
Na de invoering van de regels blijft het gedurende de zomermaanden van 2014 rustig aan het colportagefront. Echter, Pretium en callcenters laten zich met de nieuwe belregels niet voor één gat vangen.
In het najaar brengt Radar de eerste overtredingen van de nieuwe regels al naar buiten. Dit keer zonder dat er een rechtszaak volgde. Pretium nam een maatregel en zette het callcenter aan de dijk. Maar is de consument werkelijk kampioen?
Buitensporig veel aandacht
In een bijlage is de meeste parlementaire aandacht voor Pretium verzameld en beschreven. Via Rijksoverheid.nl zijn de vragen en antwoorden verzameld met zoekterm ‘Pretium’. Via TweedeKamer.nl. leverde dat de volgende resultaten op:
11 keer genoemd in vergaderingen;
96 keer in Kamerstukken;
waarvan 27 keer in Kamervragen;
6 keer in een brief van de regering.
Deze aandacht, is niet enkel buitensporig voor een MKB-bedrijf, maar was bovendien onverdeeld negatief. In geen enkele vraag, antwoord of brief werd Pretium geprezen.
Kennelijk voelde Pretium zich ook niet geroepen om deze imagoafbreuk in ons nationale parlement te bestrijden. Behalve via advocaat Bird & Bird die het uitbrengen van dat persbericht probeerde te stoppen. Dit had slechts een averechts effect. Pretium bleef het meest gehate Nederlandse bedrijf in het parlement. Nou ja, juridisch gezien: een van de meest gehate bedrijven.