Dit hoofdstuk beschrijft een persoonlijke ervaring met het opvragen van maatschappelijk belangrijke overheidsinformatie. Maar is ook exemplarisch voor de wijze waarop semioverheden, zoals zelfstandige bestuursorganen, zich weten te onttrekken aan maatschappelijke controle.
Tevergeefs deed ik een beroep op de Wet Openbaarheid van Bestuur. Ik ving nul op het rekest. ACM kon zich eenvoudig beroepen op wettelijke bepalingen die openbaarmaking verhinderen.
Echter, zoals blijkt uit het beroepsschrift dat ik vervolgens indiende, had ACM ook moed kunnen tonen en op grond van het algemeen belang wel tot openbaarmaking kunnen overgaan. Zeker op enkele onderdelen. Maar moedig is deze club onder bestuursvoorzitter Chris Fonteijn allerminst.
De details
Eind november 2014 vroeg ik ACM om de volgende openbaarmaking door ACM:
1. De correspondentie van ACM en haar voorgangers (Opta, Consumentenautoriteit) met Pretium Telecom en vertegenwoordigers van dit bedrijf.
2. De correspondentie en vastlegging van data over telefonisch onderhoud en gespreksverslagen van fysiek overleg van ACM en haar voorgangers met het ministerie van Economische Zaken over Pretium Telecom en callcenters die voor Pretium Telecom actief waren en/of zijn.
3. Stukken over en correspondentie van ACM en haar voorgangers met callcenters die voor Pretium Telecom actief waren en/of zijn.
4. De schriftelijke correspondentie van en vastlegging van data van telefonisch overleg van ACM en haar voorgangers met Kamerleden en bewindslieden over Pretium Telecom.
5. Stukken betrekking hebbend op praktijkonderzoek van ACM naar het functioneren van Pretium Telecom en callcenters voor haar actief zijnde in verleden of heden.
6. Stukken aangaande correspondentie en overleg met KPN Telecom waarin Pretium Telecom onderwerp van overleg was.
7. Klachten ontvangen van consumenten over Pretium Telecom, zo nodig geanonimiseerd, behandeling van en antwoorden van ACM en voorgangers op deze klachten
8. Statistiek van aantallen klachten ontvangen bij ACM, daaronder aantallen klachten over telefonie en callcenters en daaronder klachten over Pretium Telecom en callcenters werkende voor Pretium Telecom.
9. Overzicht van klachten over de loyaliteitsprogramma’s Pretium en Privilege en de behandeling hiervan.
Fijne wetgeving
ACM wimpelt mijn Wob-verzoek simpelweg af met een beroep op de Instellingswet ACM (artikel 7) met een ‘geheimhoudingregime’.
In januari 2015 ging ik in beroep met een beroep op ‘lid 2’ van dat artikel 7, dat wijst op een wettelijk voorschrift dat het gebruik van gegevens regelt. In dat geval moet openbaarmaking volgen.
Volgens mij is de Wet openbaarheid van bestuur ook zo’n ‘wettelijk voorschift’. In de Wob zelf staat: ’Een bestuursorgaan verstrekt bij de uitvoering van zijn taak, onverminderd het elders bij wet bepaalde, informatie overeenkomstig deze wet en gaat daarbij uit van het algemeen belang van openbaarheid van informatie’.
Tevergeefs, het beroep wordt afgewezen.
In de herkansing
In maart 2015 doe ik opnieuw een beroep op de Wob om ACM-gegevens te krijgen. Dit keer richt mijn verzoek zich op:
* eerder aan journalisten ter inzage verstrekte klachten;
* Verstrekking van door de ACM vervaardigde transcripts in de (rechts)zaken met Pretium (zoals van 4 mei 2011), zo nodig geanonimiseerd;
* Callscripts, onder meer als bewijsmateriaal ingebracht in de zaken met Pretium;
* Informatie over de herkomst van dit bewijsmateriaal, eventuele invallen en vorderingen bij callcenters;
* Pleitnota’s van de rechtszaken met Pretium;
* Informatie omtrent aantallen klachten ingediend inzake Pretium, Pretium Telecom en Privilege;
* Klachten inhoudelijk en zo nodig geanonimiseerd inzake Pretium, Pretium Telecom en Privilege.
ACM ziet weer kans om het verzoek te weigeren; zelfs eerder wel beschikbare documenten ingebracht in rechtszaken en zelfs de eigen pleitnota’s. Eerst openbaar, later alsnog het slot erop; publiek belang zoals verwoord in de Wet openbaarheid van bestuur? De ACM heeft er maling aan.
Zelfs documenten die journalisten eerder ter inzage kregen van de Consumentenautoriteit, blijven voor mij gesloten.
ACM: ‘De geheimhoudingsplicht is overigens onverkort van toepassing ten aanzien van documenten die in het verleden door één van de rechtsvoorgangers van ACM, in dit geval de Consumentenautoriteit,
openbaar zijn gemaakt, zoals de geanonimiseerde meldingen van consumenten waaraan u refereert in uw verzoek.’
Parlement gelooft het wel
Kortom, met de komst van ACM als fusieorgaan van drie publieke instellingen is de geheimhouding uitgebreid en wordt openbaarheid tegengegaan. Dit is goedgekeurd door de Tweede Kamer. De Raad van State is er in haar advies over de Instellingswet voor het fusieorgaan ACM ook akkoord mee gegaan. Wel is veel gedebatteerd over openbaarmaking van besluiten van de ACM-besluiten.
Dit had ook te maken met Pretium, want die wist te bewerkstelligen dat ACM genomen strafmaatregelen niet openbaar durfde te maken. Daarover meer in het artikel over Pretium en de ACM.
Hartstikke fout
Uiteraard moet de ACM haar werk ongestoord kunnen doen en zo veel mogelijk bewijsmateriaal kunnen verzamelen. Openbaarheid mag die hoofdtaak niet in de weg staan.
Maar er is geen reden om zaken achteraf niet openbaar te maken. Net als bij een rechtbank zou alles openbaar moeten zijn behoudens de beraadslagingen over besluiten.
ACM sluit de deuren op grond van regels, maar treedt die zelf met voeten. De bestuursvoorzitter van ACM, Chris Fonteijn, zegt dat hij liever in zijn kamer achter gesloten deuren bedrijven vaderlijk ‘voor de laatste keer’ waarschuwt, dan optreedt conform zijn wettelijke taak.
Als eenling begin ik geen rechtszaak, kost me te veel aandacht en geld. Procederen voor openbaarheid door ACM vind ik een taak voor de Consumenten- of Journalistenbond.
*) Deze artikelenserie kwam tot stand met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten