Zoals het verhaal over de periode VNU (1980-1987) toont, was Hans Nyks een van die schare bijzondere Nederlandse zakenmannen die Hollands welvaren diende in het buitenland.
Over de periode daarna, tussen 1988 en 1994, lijkt nauwelijks iets te achterhalen over Nyks. Hij keert niet terug bij een groot bedrijf. Heeft hij genoeg van een ‘corporate’ baan waarbij je steeds verantwoording moet afleggen aan minkukels? Staat hij niet meer op het netvlies van de belangrijke headhunters na problemen en het conflict bij VNU?
Met Jan Kuijten
Nyks verdwijnt van de radar en komt niet meer voor in de personeelsrubrieken van kranten. Tot duidelijk wordt dat hij de partner in de VS is van Jan(-Jürgen) Kuijten. Ze stichtten in Washington, Nyks’ woonplaats, investeringsbedrijf Avacus Partners LP (een soort vennootschap onder firma). In Avacus neemt Kuijten waarschijnlijk de meerderheid met zijn investeringsbedrijf Reiss & Co, Nyks een minderheid.
Commentaar van de advocaat van Nyks, later toegevoegd: Er waren geen aandeelhouders, maar het ging om een Limited Partnership waarin Nyks als General Partner de leiding had en Reis & Co een van de Limited Partners was. Volgens hem had Kuijten, ondanks zijn partnerschap, met de bedrijfsvoering van Avacus niets van doen.
Hun samenwerking is geen toeval, want Kuijten en Nyks waren in hun jonge jaren tegelijkertijd werkzaam voor McKinsey in Amsterdam. Kuijten vertrok volgens collega’s na niet te tolereren gedrag.
Kuijten verwerft gedurende de jaren tachtig grote bekendheid als een van de beroemdste c.q. beruchtste investeerders in de ontluikende Nederlandse IT-markt. Hij ontpopt zich als een van de opvallendste Nederlandse ondernemers in de tweede helft van de twintigste eeuw met ondermeer Computer Company en conglomeraat HCS. Strategisch financieel handelen levert hem een door Quote ruw geschat vermogen op van 235 miljoen euro (2013).
HCS koopt ook Amerikaanse deelnemingen en die worden meer dan eens toegevoegd door bemiddeling van Avacus, in de persoon van Nyks. In het FD van 1 december 1989 wordt Nyks de ‘Amerikaanse scout’ van Kuijten genoemd; de man met kennis van zaken van de lokale markt, die jaagt op geschikte overnamekandidaten.
Nyks over Kuijten
Nyks laat in wederhoor weten: ‘Het lijkt er overigens op dat u de heer Kuijten vooral in een—ten onrechte ongunstig daglicht plaatst om middels de relatie tussen de heer Kuijten en de heer Nyks, de heer Nyks door associatie in een kwaad daglicht te plaatsen. Dit doet u via een andere onwaarheid, namelijk de stelling dat Avacus een beleggingsbedrijf zou zijn dat door de heer Nyks en de heer Kuijten samen ‘gevoerd’ zou zijn. De heer Kuijten was echter helemaal niet betrokken bij de bedrijfsvoering van Avacus.’
Boeiend weerwoord van de advocaat: Kuijten bemoeide zich nooit met de bedrijfsvoering, maar had wel de meerderheid. Dat kan. Maar dit is in tegenspraak met een bericht in NRC van 2 maart 1989 waarin direct opereren van Kuijten met Avacus wordt genoemd:
‘Drs. J.J. Kuijten, oprichter en binnenkort president-commissaris van HCS Technology, heeft zich met zijn eigen participatiemaatschappij Reiss & Co ontpopt als een Amerikaanse 'raider'. Doelwit is het op de incourante markt (Nasdaq) genoteerde Info Technology (Infotech)…
Inmiddels is acht procent van de aandelen Infotech verworven door Avacus Ltd. Partnership, een voor dit doel opgerichte onderneming waarin Reiss & Co een meerderheidsbelang heeft. Dat heeft Reiss-directeur H.A. Koopmans gisteren bekendgemaakt.’
Heftig gevecht rond vermaard persbureau
Na maandenlang aandelen te hebben verworven, opent Avacus begin 1989 de aanval op Infotech(nology). Dit concern is een grote prooi: eigenaar van onder meer biomedische - en informatiebedrijven waaronder gespecialiseerd persbureau Financial News Network.
Infotech heeft in 1988 het algemene persbureau United Press International (UPI) overgenomen, een monument uit de Amerikaanse persgeschiedenis. Dat daarna in duizelingwekkende vaart naar de afgrond gaat: van 6.000 naar 1.000 werknemers. Een verkeerde overname door Infotech, vindt Nyks.
Slecht beleid is de oorzaak van veel problemen van Infotech volgens Nyks en Avacus maakt dit tot inzet van de strijd om de zeggenschap bij het concern. Het bestuur zet de hakken in het zand. En krijgt de steun van andere aandeelhouders tegen de vijandige overnamepoging door de Hollandse raiders.
Avacus laat zich niet afbluffen, verwerft tot 9,2 procent in Infotechnology en roept van de daken een vijandig bod te overwegen. Nyks gaat er hard in, compromisloos naar het schijnt op grond van Amerikaanse nieuwsberichten.
In augustus 1989 begint Avacus een rechtszaak tegen het bestuur van Infotechnology, met name gericht tegen topman Earl Brian, die wordt beschuldigd van fraude met dochterbedrijven van Infotech. Avacus vordert een schadevergoeding van 25 miljoen dollar.
De brutaliteit van die Hollanders! Immers, Brian is ondanks de problemen met Infotech op dat moment een zeer gerespecteerde Amerikaanse topman: voormalig neurochirurg, vele malen gelauwerd militair en CIA-agent sinds jaren. Hij heeft politieke invloed, was lid van het team van Ronald Reagan in Californië vóór deze het tot president schopte.
Nyks wint glorieus
Maar hier is ‘Johannes Nyks’, zoals hij in de Amerikaanse pers wordt genoemd (vooral New York Times, Washington Post en Wall Street Journal) op zijn sterkst. Vlijmscherp fileert hij de malversaties van Earl Brian, die bijvoorbeeld een bedrijf van hemzelf voor ruim honderd keer de waarde verkoopt aan Infotech.
Een boeiende dochter van Infotech is Financial News Network. Bekend mediatycoon Ted Turner (CNN) aast nog even op FNN waarop de koers van moederbedrijf Infotech stijgt. Nyks haalt zijn gelijk en krijgt het ook toebedeeld in de Amerikaanse pers: dat Infotech aanvankelijk ondergewaardeerd was.
Earl Brian weet niettemin de aanval van Avacus af te slaan, onder meer met een aantal discutabele handelingen. Maar Infotech gaat toch bankroet. In 1991 is het einde oefening, UPI meeslepend in de val.
De Hollandse jagers hebben gelijk, maar moeten jaren strijden om het ook te krijgen. De geschiedschrijving Down to the Wire bevestigt het wanbestuur van Infotechnology.
Uiteindelijk volgt er pas in 1996 een juridische schikking die Avacus een niet geopenbaard deel oplevert van de geëiste 25 miljoen dollar. Earl Brian wordt uiteindelijk in een zinderende affaire veroordeeld tot vier jaar gevangenisstraf, een afgang van jewelste voor de gerespecteerde baas. Haalt dit feit over Brian nog hier en daar de Nederlandse pers, de bijzondere inbreng van Nyks in deze hele affaire blijft in Nederland, vreemd genoeg, geheel buiten beeld.
Vlijmscherp acquireren
Nyks draagt in deze beginjaren ’90 ook actief bij aan de intrigerende opbouw van HCS tot een conglomeraat van vele IT-bedrijven. Zoals met deelnemingen in de Amerikaanse kopieermachinemakers Savin en Colorocs. Met overnames wordt HCS een speler van formaat op de Europese IT-markt, met onder meer merk Nashuatec.
HCS gaat in 1986 naar de beurs en in 1993 met veel kabaal failliet. Echter, dan zijn Kuijten en Nyks er al uit en is onder anderen Joep van den Nieuwenhuijzen, nog beruchter dan Kuijten, verantwoordelijk.
In NRC van 14 juni 1988 schrijft redacteur Paul Frentrop over harde kritiek op HCS en ook: ‘HCS wil zichzelf ook vrijwillig omvormen tot structuurvennootschap. In die juridische vorm wordt de zeggenschap van aandeelhouders beknot ten faveure van die van commissarissen, die dan zichzelf en de directie mogen benoemen.
Op de vergadering van donderdag worden twee nieuwe commissarissen voorgedragen, beiden oude vrienden van Kuijten. De een is Kuijtens voormalige McKinsey collega J.M.K. Nyks, die bij Ahold en VNU heeft gewerkt en nu investment banker in de VS is. De ander is H.A. Koopmans, de directeur van Kuijtens privé-onderneming Reiss.
De opstandige aandeelhouders willen voorkomen dat de zeggenschap in HCS op deze wijze volledig bij Kuyten en zijn vrienden terecht komt.’
In volgende verslagen wordt het verzet gemeld, de uitkomst niet. In wederhoor zegt de advocaat: ‘…de heer Nyks is bijvoorbeeld nooit commissaris geweest bij HCS…’
H. A. (Henk) Koopmans (1944), nog actief als technologiebelegger en adviseur na een bewogen loopbaan, was van begin 1984 tot eind 1992 directeur van Reiss & Co, het beleggingsbedrijf van Kuijten. Koopmans leerde via Kuijten eerder Nyks kennen.
‘Een oude kennis uit het tijdperk McKinsey, die goed de weg wist in de Verenigde Staten, en Reiss & Co en HCS vanuit Washington hielp op de Amerikaanse markt. Nyks had daar een eigen praktijk in fusies en overnames’, herinnert hij zich nu.
Nyks en Koopmans werkten bijvoorbeeld nauw samen bij de overname van het Nederlandse IT-bedrijf Microlife door Reiss & Co, later met tumult doorverkocht aan HCS. Koopmans: ‘Terwijl geruchten over die transactie in de krant stonden, probeerde ik samen met Hans Nyks om Microlife aan Saatchi & Saatchi te verkopen in Washington. Wat overigens niet doorging.’
Dochter woonde bij Nyks
Nyks paste goed bij Kuijten, aldus Koopmans. ‘Een typische McKinseyaan. Altijd heel zorgvuldig in de feiten. Heel goed op de hoogte van de achtergronden van bedrijven en deals, vaak opgedist uit boeken en promoties. Daarmee legde Hans Nyks de basis voor hele krachtige argumentatie.’
In een later gesprek over Nyks voegt hij daaraan toe: ‘Razend intelligent en altijd scherp op de bal, maar niet een man die makkelijk in grote teams opereert.’
Koopmans kon met Nyks, net als met Kuijten, heel goed samenwerken. Ook privé klikte het. De dochter van Koopmans woonde gedurende een studiejaar in de Verenigde Staten bij Hans en Ruth Nyks in Washington.
Koopmans kent de slechte reputatie van Nyks wel: ‘Een buurman in Broek in Waterland, waar ik lang woonde, was een oud-jaargenoot van Nyks op Nijenrode. Hij zei: ‘wat heeft die Nyks er een rotzooi van gemaakt’.’
Allemaal onjuiste beelden die volgens Koopmans ontstaan door beeldvorming van elkaar napratende media die niet oordelen op grond van feiten maar met morele opvattingen:
‘Het is verbijsterend hoe slordig mensen met de feiten omgaan. Op grond van geringe kennis van zaken worden oordelen geveld die bedreigend zijn voor individuen.’
Koopmans had er dus geen enkel probleem mee toen Nyks, terug in Nederland - en weg bij zijn vrouw – hem in 1994 vroeg om mee te doen in een volgend bedrijf.
KADER: Kuijten en HCS
De samenwerking van Hans Nyks met Koopmans en vooral Kuijten is van belang om een goed beeld te krijgen van Nyks en hem op z’n merites te beoordelen. Ze spelen het spel van deelnemingen op het scherpst van de snede, legitiem, maar in de pers worden ze neergesabeld. Ethisch is het handelen niet in de haak volgens de publicaties. Vooral de saga van Jan Kuijten, Nyks’ vertrouweling sinds McKinsey, is boeiend.
‘Meedogenloze zakkenvuller’
De ontmanteling van HCS leidde tot langdurig onderzoek door curatoren, en onderwijl tot beschuldigingen van malversaties en belangenverstrengeling tussen Reiss en HCS, die mede geleid zouden hebben tot Kuijtens geschatte vermogen van meer dan 200 miljoen gulden.
In regionale kranten, waaronder de Leeuwarder Courant van 14 november 1991, verschijnt een portret van Jan Kuijten onder de kop ‘Bedrijvenmelker J. Kuijten speelt ijzig spel’: 'Sluw en meedogenloos', 'zakkenvuller', 'bedrijvenmelker' en 'illusionist te Laren’; het zijn weinig vriendelijke bewoordingen voor multimiljonair J. J. Kuijten.
‘Intussen schuift hij met enorme kapitalen, met hele en halve bedrijven ... Op het moment dat een bedrijf door zijn toedoen in de problemen komt, blijkt Kuijten er al lang weer vertrokken.
De econoom drs. Jan J. Kuijten is op die manier uitgegroeid tot 's lands meest beruchte 'raider’. De snelle financier die bedrijven opkoopt en die vervolgens 'leegzuigt'. Vaak net binnen de grenzen van de wet, vaak over de grenzen van het 'betamelijke' heen, maar altijd ten koste van anderen’.
Beroep op mensenrechten
In 1995 vernemen we nog van Kuijten onder de kop Bange Kuijten claimt recht op geheimhouding; hij wil onder de publicatieverplichting uitkomen voor Reiss & Co en stapt naar de Commissie voor de Rechten van de Mens, met een beroep op privacy. De financier is bang dat publicatie van de cijfers criminelen aantrekt. Dat zegt hij althans. Is niet algemeen bekend dat Kuijten meer dan genoeg heeft om losgeld te betalen? Een beroep op de mensenrechten van dit slachtoffer boeit natuurlijk.
Behalve met HCS stuitte Reiss & Co ook met beleggingsbedrijf Venture Fonds Nederland (VFN) op grote weerstand bij beleggers en pers. VFN ging in 1986 naar de beurs, maar Kuijten bleef het via Reiss & Co controleren.
In 1990 bericht De Financiële Telegraaf onder de kop ‘Waardebepaling van VFN blijft ondoorzichtig’ over de overname van twee andere fondsen: IM en IMN. Beide ook voor een meerderheid in handen van Reiss & Co, wat uiteraard leidt tot argwaan over de waarderingen.
Door de overname van IM en IMN ziet Kuijten het belang in VFN toenemen van 45 tot circa 90 procent. De koers van VFN daalt echter van 45 tot 4,50 gulden.
‘Er ontstond langzamerhand een Sasea-achtige toestand en nu willen we de doorzichtigheid voor de aandeelhouders vergroten en de verhandelbaarheid van hun aandelen verbeteren’, aldus Henk Koopmans, directeur van Reiss en van VNF in De Telegraaf.
Het voornemen sorteert weinig effect, kritiek vanwege ondoorzichtigheid blijft. Begin 1992 willen, volgens ANP, enkele grote certificaathouders van VFN en de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) naar de rechter stappen. Ook eisen aandeelhouders een enquête door de Ondernemingskamer vanwege de lage prijs die ze krijgen voor hun aandelen VFN. Komt niets van terecht.
Verkeerd beoordeeld
In 1998 lukte het Menno Tamminga van NRC om Kuijten tot een interview te verleiden, nadat hij door curatoren van blaam is gezuiverd. Hij zegt dan: ‘Ik had de schijn tegen. De emoties onderschat. Ik weet niet waarom ik vuur trek.’
Zijn partner Nyks had het zelf kunnen zeggen: alle handelen was toch wettig, vanwaar dan die verontwaardiging en beschuldigingen?
De vraag is of dit misnoegen van Kuijten getuigt van veel kennis van de effecten van zijn handelen. Het voortdurend schuiven met bedrijven en waarden, onder gebrekkige transparantie, wekte aanhoudend argwaan op. In de pers, maar zeker ook bij aandeelhouders die Kuijten meer dan eens beschuldigden van onethisch handelen.
Of dat in één adem tot veroordelingen als notoire boef moet leiden, is een ander verhaal. ‘Dat was onterecht’, zegt nu H. A. (Henk) Koopmans, van begin 1984 tot eind 1992 directeur van Reiss & Co, het beleggingsbedrijf van Kuijten.
Hij vindt dat Kuijten, Reiss & Co en iedereen die zich inzette voor de bedrijven, altijd onheus beoordeeld zijn. ‘Het was veel kinnesinne en verhalen die maar rondgingen en versterkt werden. De transacties van Reiss & Co waren in Nederland nu eenmaal ongebruikelijk in die tijd. De allure waarmee Kuijten opereerde was nog nooit vertoond.’
Volgens Koopmans worden personen als Kuijten met hun transacties voortdurend in een verkeerd daglicht gezet, omdat ze anderen te slim af zijn. Geen sluwheid, maar slimheid kenmerkte Reiss & Co, vindt Koopmans.
Dat onjuiste beeld geldt wellicht ook voor Hans Nyks, die eveneens op het scherpst van de snede acteerde met zijn bedrijven zoals Pretium Telecom, net binnen de grenzen van de wet en daarmee tegen ethische beoordelingen aanloopt.