De gigantische oogkleppen van Hans Schnitzler

Wederom beschreef Hans Schnitzler zich met impliciete en expliciete waardeoordelen (blijkbaar filosofen eigen, Hermsen ook) onze aanpak weer volledig karikaturaal. Anderen zijn ook kritisch, maar behandelen ten minste de inhoud van onze plannen.

Als je dit leest over de aanpak in Sneek met O4NT begrijp je beter hoe Schnitzler en Hermsen de plank mis slaan. En ik ben ook op een aantal andere scholen geweest, zoals Laterna Magica op IJburg, waar vooral vanuit de interesse van het kind het onderwijs wordt gegeven en veel minder vanuit een van te voren bepaald rooster met daarin de datum wanneer en hoe welke stof gegeven moet worden. Iets wat op een andere manier ook al gebeurt, zoals bij Montessorischolen, Daltonscholen, Jenaplanscholen en Sterrenscholen.

Als je inderdaad het boek van Spitzer serieus neemt, zoals Schnitzler blijkbaar doet, dan heb je werkelijk gigantische oogkleppen op. Dan wil of kan je niet zijn hoeveel voordelen er ook zijn dankzij de digitale media, met o.a. Google, Wikipedia, YouTube, Facebook en Twitter. En dat het klinkklare onzin is dat je daar dommer van wordt. (Het lijkt zo op de wijze waarop de ouderen rond 1960 reageerden op de muziek van Elvis Presley, The Rolling Stones en The Beatles; zij die daar naar luisterden zouden opgroeien voor galg en rad).

Hoe Spitzer wetenschappelijke informatie misbruikt in zijn fundamentalistische kruistocht tegen alles waar het woord digitaal voor staat blijkt o.a. uit dit citaat: “Ten slotte valt het op hoe Spitzer het onderzoek van Sparrow et al (2011) als een bewijs voor negatieve invloed van het net beschrijft, met als essentie ‘Google maakt ons dom’, terwijl de onderzoekers zelf nu juist de positieve conclusie trekken dat dit een voorbeeld is van hoe onze hersenen zeer efficiënt omgaan met informatie.” (Komt uit dit artikel van Pedro de Bruyckere).

Het is voor mij 1995 all-over. Toen ik met mijn boek ‘Dankzij de snelheid van het Licht’ kwam over wat er op ons af zou komen door internet en er ook een massaal ongeloof was: alleen maar voor echte nerds, zeker niet voor ouderen en belachelijk dat ik stelde dat het zulke grote invloeden zou gaan hebben op samenleving en economie.

Het ging en gaat me niet om de digitale heilstaat. Het gaat er alleen om dat de wereld fors anders is door digitale ontwikkelingen, en nog meer wordt, dan de wereld vroeger met weer eigen voor- en nadelen. En daar speel je niet op in door te blijven beweren dat het vroeger beter was, of dat we vooral ons best moeten doen om alles te laten zijn zoals het nu is. Alsof ook het leven en de samenleving vroeger en nu ook geen eigen voor- en nadelen kent.

Digitaal vooral buiten schooltijd

Ik vind het trouwens, en dat wordt ook genegeerd of ontkend, voor ons hele onderwijssysteem een aanfluiting dat vrijwel alles wat met digitale kennis en vaardigheden te maken heeft voor het overgrote deel door leerlingen in het PO- en VO-onderwijs buiten school individueel of met elkaar eigen wordt gemaakt. Op school wordt het op zijn best getolereerd.

Dat komt –en dat is heel begrijpelijk- doordat dat de leerkrachten de snelle ontwikkelingen op het gebied van virtuele wereld, net zoals veel andere volwassenen, moeilijk kunnen volgen.

Maar dat zou je dan moeten erkennen en vervolgens daar een oplossing voor moeten proberen te vinden hoe je dat toch binnen het onderwijs een duidelijke rol kan geven.  In plaats van dat wat je tot nu toe deed als superieur te definiëren ten opzichte van het nieuwe.

Dat scholen maar amper een bijdrage leveren aan kennis en vaardigheden in de digitale wereld creëert trouwens ook een ongelijkheid van kansen onder jongeren. In welke mate een jongere zich op die manier ontwikkelt is dan afhankelijk van de situatie thuis, waarbij de financiële situatie van het gezin een rol speelt en de visie op - en kennis van de ouders van digitale ontwikkelingen.

Volgens mij was ons onderwijssysteem er ook op gericht iedereen in principe gelijke kansen te geven en dat gebeurt dus niet t.a.v. het opdoen van relevante kennis en vaardigheden in het digitale domein.

Maar dat zal Hermsen en Spitzer worst zijn.  Als de leerlingen maar leren van Socrates en Plato en vooral ook leren zich te vervelen. (Daarin slagen veel scholen trouwens heel goed in vandaag de dag). 

Misschien is het ook interessant om deze bijdrage van Jochen Markhorst te lezen. Hij maakt puntsgewijs al volledig, en terecht, gehakt van de eerdere artikel van Joke Hermsen. Over de artikelen van De Bruyckere en Markhorst denk ik trouwens op een aantal punten anders, maar deze schrijvers nemen ten minste niet zo’n belachelijke en vol waardeoordelen doorspekte positie in als de filosofen Hermsen en Schnitzler.

Gelukkig laat Gerard Drosterij met deze column in ieder geval zien dat filosofen niet alleen nostalgisch en wereldvreemd zijn en slecht kunnen lezen.

De gigantische oogkleppen van Hans Schnitzler

Gepubliceerd

10 jul 2013
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0