Echelon is de codenaam voor een internationaal spionagenetwerk, waarin de Verenigde Staten de hoofdrol speelt. Met behulp van geavanceerde afluistertechnologie wordt een groot deel van het Europese telecommunicatieverkeer onderschept.
Over de oorspronkelijke doelstelling doen verschillende verhalen de ronde. Sommige bronnen spreken over militaire bedoelingen, andere bronnen spreken het militaire karakter juist tegen. In ieder geval staat vast dat de Verenigde Staten Echelon heeft gebruikt in de Golfoorlog. Daarnaast richt Echelon zich op burgers en bedrijfsleven.
Het afluisternetwerk bestaat uit vijf landen: de Verenigde Staten, Canada, Groot-Brittannië, Australië en Nieuw-Zeeland. Het 'brein' wordt gevormd door de United States National Security Agency (NSA). De andere landen leveren alleeninformatie aan en hebben doorgaans niet zelf toegang tot de gegevens.
Diverse andere landen, waaronder Duitsland, Japan, Italië, Cyprus en Turkije, werken mee door het plaatsen van afluistercentra. Het grootste afluistercentrum buiten de Verenigde Staten staat in Zuidwest-Engeland. Hier staan 22 grote overkapte satellietschotels. Ze zijn gericht op Europa.
Groot-Brittannië heeft inderdaad een lastige dubbelrol. Het land heeft onlangs het initiatief genomen tot nauwe defensiesamenwerking in Europa. Maar tegelijkertijd is het in staat om de spionagetechnologie van de Verenigde Staten te gebruiken. Hierdoor valt niet uit te sluiten dat Engeland toegang heeft tot commerciële geheimen binnen de rest van de Europese Unie. De Britse regering heeft dit tot nu toe altijd ontkend.
De NSA houdt zich naar eigen zeggen bezig met 'cryptologie' om enerzijds Amerikaanse informatiesystemen te beschermen en anderzijds vijandige berichten te kunnen ontcijferen. Daarnaast is dit orgaan gespecialiseerd in signaalverwerking en in analyse van vreemde talen. De NSA beweert dat dankzij zijn technologie de Tweede Wereldoorlog een jaar korter heeft geduurd.
De NSA bestaat uit dertien onderdelen. Het bekendste is de FBI. In 1998 bedroeg het budget bijna 27 miljard dollar. De NSA wordt bestuurd door de President's Intelligence Oversight Board (IOB) en de Congressional Oversight Committees, en in mindere mate door de National Security Council (NSC) en de ministeries van Defensie en Justitie.
De precieze inhoud en omvang zijn niet bekend, maar het staat vast dat die elke verbeelding tart. Een bloemlezing uit wat er tot nu toe bekend is:
Ja en nee. De juridische kant is schimmig. Echelon laat zich enigszins leiden door de Amerikaanse wetgeving, maar bezit de nodige achterdeurtjes zodra de NSA zich belemmerd voelt.
Volgens de Foreign Intelligence Surveillance Act uit 1978 mag de NSA niet zomaar Amerikanen aftappen. Wanneer zij toch worden afgeluisterd, moet hun naam uit het spionageverslag worden geschrapt. Volgens Mike Frost, voormalig medewerker van de Canadese inlichtingdienst, liet de NSA het afluisteren van Amerikanen daarom gewoon over aan Canada.
De NSA mag wel spioneren 'zolang op zijn minst één deel van die communicatie zich in het buitenland bevindt'. Buitenlanders kunnen dus wel onbeperkt worden afgetapt.
Hoe speelt Echelon het klaar om zoveel verkeer in de gaten te houden?
Dankzij snelle computers, kunstmatige intelligentie en taaltechnologie.
Naar verluidt kan elk afluisterstation twee miljoen boodschappen per uur oppikken, zowel via internet, fax, telex of telefoon. Na automatische filtering blijven er zo'n duizend verdachte berichten over. Daarvan gaan er tien naar analisten, die daarvan nog één overhouden.
Het filteren van berichten is een vak apart. Daarbij wordt een woordenboek van verdachte trefwoorden gebruikt. Zodra een bericht met zo'n trefwoord wordt ontdekt, dan kijkt de computer vervolgens naar de context waarin het woord voorkomt. Is die context ook verdacht, dan gaat het bericht naar de analist.
Dat is niet duidelijk. Volgens Duncan Campbell gebruiken de Verenigde Staten zelfs duikboten die zich op de bodem van de Atlantische Oceaan vastklinken aan de telefoonkabels tussen Europa en Amerika.
Aan de andere kant betwijfelen deskundigen of de NSA in staat is om al het telefoonverkeer af te tappen. Spraakherkenning staat nog in de kinderschoenen. Willekeurig meeluisteren met alle gesprekken lijkt daardoor onbegonnen werk.
Dat is evenmin duidelijk. Het meeste internetverkeer loopt via de Verenigde Staten en dat is natuurlijk prettig voor de NSA. De NSA heeft directe toegang tot negen centrale punten in de transatlantische Internetverbindingen om datacommunicatie af te luisteren.
Maar ook hier wordt weer getwijfeld aan de praktische haalbaarheid. Is een inlichtingendienst in staat om zulke immense hoeveelheden gegevens te verwerken?
De voorgeschiedenis van Echelon gaat terug tot 1947. Toen sloten Groot-Brittannië en de Verenigde Staten een geheime overeenkomst met de naam UKUSA. Dit betekende een bestendiging van hun samenwerking op spionagegebied tijdens de Tweede Wereldoorlog. Later zijn Canada, Australié en Nieuw-Zeeland erbij gekomen en werden de spionagetaken verdeeld.
Ten tijde van de koude oorlog werd vooral radioverkeer afgeluisterd en transatlantisch telefoonverkeer afgetapt. Na de val van de Berlijnse Muur en de ineenstorting van het communisme zou de aandacht zijn verlegd naar bedrijfsspionage.
Het is niet verwonderlijk dat het bestaan van Echelon jarenlang is ontkend. Twintig jaar geleden begon de omvang van het spionagenetwerk voor het eerst contouren te krijgen, toen de Amerikaanse senator Frank Church een onderzoek deed naar de NSA. Church was geschrokken door de vrijwel onbeperkte technische mogelijkheden.
In de jaren negentig verschenen de eerste boeken over Echelon: Spyworld (1994) van Mike Frost, voormalig medewerker van de Canadese inlichtingendienst, en Secret power (1996) van Micky Hager.
Pas in februari 1998 ontstond veel commotie in de pers en de politiek, toen het rapport An appraisal of technologies of political control van de Europese Commissie verscheen. Toen later ook nog eens bleek dat Echelon werd ingezet voor economische doeleinden en maatschappelijke organisaties werden bespioneerd, was het hek van de dam.
Het Europees Parlement heeft scherpe kritiek geleverd op Echelon en de NSA beschuldigd van schending van de mensenrechten door een ongeoorloofde inbreuk te maken op de privésfeer van burgers. De Amerikanen bevestigen het netwerk wel, maar stellen dat het louter gaat om de bescherming van de eigen staatsveiligheid. Groot-Brittannië ontkent het bestaan van Echelon daarentegen glashard.
In februari 1998 reageerde Kamerleden geschrokken op de eerste berichten in de pers. Daarna bleef het stil. Op schriftelijke vragen van Kamerleden kwamen vage antwoorden.
Afgelopen najaar weigerde PvdA-fractieleider Melkert, tevens voorzitter van de Kamercommissie voor de inlichtingen- en veiligheidsdiensten, te verschijnen op een hoorzitting in Brussel. Hij deed een beroep op zijn zwijgplicht.
Pas in januari 2001 hebben de ministers De Grave (Defensie) en De Vries (Binnenlandse Zaken) toegegeven dat ze kennelijk niet op de hoogte waren. De ministers achten het 'aannemelijk' dat Echelon bestaat.
Minister De Grave baseert zich op Belgisch en Frans parlementair onderzoek en op studies van het Europees Parlement. Met andere woorden: Nederland loopt achter bij andere Europese landen. Daarnaast is het de vraag in hoeverre De Grave de BVD heeft ingeschakeld om meer informatie over Echelon te achterhalen.
Ook Nederland spioneert, met name de BVD (Binnenlandse Veiligheidsdienst) en de MID (Militaire Inlichtingendienst). Hun bevoegdheden zullen waarschijnlijk nog groter worden. Bij de Tweede Kamer ligt een wetsvoorstel dat het aftappen van e-mailverkeer mogelijk maakt met toestemming van slechts één minister. Tot dusverre zijn de handtekingen van vier bewindslieden nodig.
Over samenwerking van de BVD met buitenlandse diensten doet het ministerie van Binnenlandse Zaken geen mededelingen. Journalist Duncan Campbell vermoedt dat de MID in Zoutkamp een luisterpost beheert en informatie doorspeelt naar de NSA. Dit is niet door andere bronnen bevestigd. De Grave en De Vries zwijgen hierover.
Waarschijnlijk niet.
Groot-Brittannië ontkent het bestaan van Echelon. In de Verenigde Staten weigerde de NSA de democratische legitimatie van het systeem toe te lichten voor het Amerikaanse Congres. De medewerkers deden een beroep op hun geheimhoudingsplicht.
Micky Hager vertelt in zijn boek Secret power over de wrange situatie in Nieuw-Zeeland. In december 1987 opende premier David Lange de afluisterbasis Waihopai. Hij noemde de basis een voorbeeld van nationale autonomie. Niet langer zou Nieuw-Zeeland afhankelijk zijn van de inlichtingen van anderen. De waarheid was precies anders: de meeste informatie van deze nieuwe basis ging linea recta naar de NSA.
Spionage is van alle tijden. Inlichtingendiensten zijn dat dus ook. Maar het is niet verwonderlijk dat hiervoor maar spaarzame feiten bekend zijn:
Ook minister De Grave beaamt dat niet alleen Amerikanen en Britten de ether afspeuren. Verdere details heeft hij niet gegeven.
Enkele praktische adviezen voor degenen die Echelon menen te moeten ontwijken:
Bronnen: Ministerie van Defensie, Staatscourant, Volkskrant, NRC Handelsblad, Trouw, Europese Commissie, American Civil Liberties Union, CNN, Wired.
Laatste update: 1 februari 2001.