De malle term ‘onbesproken gedrag’

Hoe de mediacratie de keuze voor premier Plasterk nekte; en bij wetsovertreder Schoof het nakijken heeft

Wellicht wordt Dick Schoof een uitstekende minister-president en was Ronald Plasterk als premier een ramp geworden. Dat doet niets aan af aan het stuitende selectieproces vanuit NRC-artikelen dat eens te meer duidelijk maakt dat de mediacratie de democratie domineert.

Rond maandag 13 mei 2024 valt de naam van Ronald Plasterk als kandidaat-premier van het kabinet van PVV, VVD, NSC en BBB. Dit wordt impliciet bevestigd. Plasterk trekt zich op maandag 20 mei terug vanwege de nasleep van artikelen in NRC waarin zijn integriteit in twijfel wordt getrokken.

Onderstaand een (te lange) analyse van de gang van zaken die tot een climax kwam met Pinksteren 2024 wanneer een derde, discutabel artikel van NRC breed wordt overgenomen door andere media als feitelijk juist en door VVD-prominent Johan Remkes wordt benut om Plasterk af te serveren. Het thema in een serie: beeldvorming die een eigen dynamiek gaat vormen.

Het betreft drie artikelen in NRC over Plasterk van de hand van de gerenommeerde onderzoeksjournalist Bas Haan en medeauteurs.

Artikel 1, 22 maart 2024: “Hoe Ronald Plasterk miljonair werd – en de universiteit had het nakijken”

Het eerste artikel onthult dat Ronald Plasterk in zijn eind 2018 opgerichte bedrijf Frame Pharmaceuticals de aan te vragen patenten van zijn vinding voor kankervaccins onderbrengt. Frame wordt in juli 2022 verkocht aan CureVac in Duitsland. Het prijskaartje is, aldus NRC, 32 miljoen euro.

Plasterk laat mede-onderzoeker Jan Koster met wie hij het onderliggende wetenschappelijk artikel schreef, en hun werkgever Amsterdam Universitair Medisch Centrum (AUMC, voorheen AMC) niet meedelen in de opbrengst. Een beoogde test met patiënten samen met Groningen UMC kan door de verkoop niet doorgaan.

Artikel 2, 3 mei 2024: “Amsterdam UMC gaat onderzoeken hoe Plasterk het alleenrecht kreeg op patenten”

Het tweede artikel behelst de hernieuwde reactie van het Amsterdam UMC op het eerste artikel: “Het inzicht dat we hebben gekregen geeft ons reden tot een evaluatie van het proces en de claims, wat we gezamenlijk met Plasterk willen uitvoeren.”

NRC vertaalt dit als volgt “Het Amsterdam Universitair Medisch Centrum (AUMC) gaat zelf onderzoeken hoe hoogleraar Ronald Plasterk het alleenrecht kreeg op een te patenteren kankertherapie en of dat terecht is.”

Het AUMC steekt de hand in eigen boezem: “We kunnen daar al van zeggen dat onze aanpak destijds de schoonheidsprijs niet verdient.”

Artikel 3, 18 mei 2024 : “Patentenkwestie steeds groter probleem voor Plasterk”

Het derde NRC-artikel (zaterdag voor Pinksteren) draagt drie nieuwe feiten aan. Een patentspecialist zegt dat Plasterk regels overtrad en daardoor geen geldige Amerikaanse patenten zal krijgen, met wellicht een schadeclaim tot gevolg. Ten tweede zijn collega-oncologen verontwaardigd, zoals een emotionele oprisping van Kees Punt, voormalig hoofd medische oncologie AMC, uitwijst. Ten derde is er aangifte gedaan tegen Plasterk wegens valsheid in geschrifte met een detail met de jaarrekening van Frame.

1. Jan Koster mede-uitvinder of niet?

Een dag na Plasterks terugtreding, op dinsdag 21 mei 2024 schrijft Maurice de Hond over de patentaanvraag van Plasterk, na eigen onderzoek van patentenregistraties. Niet de R2 Database van Jan Koster op het Amsterdam UMC ligt daaraan ten grondslag maar de openbare databank TCGA van het Amerikaanse kankerinstituut. Ofschoon in het wetenschappelijk artikel voor Nature dat Koster en Plasterk als gelijken publiceerden, wel de R2 databank als basis wordt genoemd.

Plasterk zelf geeft zijn uitleg pas negen dagen later, op donderdag 30 mei 2024, met een vraaggesprek met Boudewijn Geels en Thieu Vaassen in het FD en een interview met Jeroen Pauw op NPO1. Plasterk stelt: “Koster heeft die database doorzocht op iets wat ik had bedacht. Ik had een idee, een potentiële uitvinding, en die moest ik getalsmatig onderbouwen. Dus heb ik iemand gezocht die dat voor mij kon doen, en dat was Jan Koster.

De wetenschappelijke publicatie staat op naam van ons beiden en dat is ook heel goed. Want Koster heeft mij geholpen met het opzoeken van gegevens. Maar hij heeft geen inventieve bijdrage geleverd. Dat was ook de opvatting van mijn octrooigemachtigde. Bij een patentaanvraag is het criterium: wie heeft de inventieve stappen gezet?”

Dit blijft twijfel aan Plasterk oproepen: vanwaar de switch van R2 in de gezamenlijke wetenschappelijke publicatie met Koster in Nature, naar TCGA in de patentaanvraag? Is de rol van Koster daarmee afgewaardeerd, of had hij een cruciale bijdrage aan de vinding van Plasterk? Koster, zijn baas en de universiteit maakten geen aanspraken.

Plasterk desgevraagd: “Die switch is niet gemaakt. Het gehele patent gaat over gegevens uit de TCGA-databank, en het onderzoek van Koster en mij heeft zich daar volledig op gebaseerd. (In de Materiaal en Methoden van het wetenschappelijk artikel vermeldt Koster dat hij voor een zeer specifiek onderdeel, het uitsluiten van genen die te laag ‘aanstaan’ de gegevens van de TCGA-databank via zijn eigen R2 heeft gesluisd, maar ook dat waren gegevens die niet door hem of het AMC zijn gegenereerd maar uit de openbare Amerikaanse databank komen.) Dus het korte antwoord is: het patent is volledig gebaseerd op de TCGA databank, en het artikel feitelijk ook.”

De details zijn niet eenvoudig. Want wat behelst dat patent, hoe exclusief is het en wat is het waard voor CureVac? In hoeverre speelt het nog een rol voor CureVac?  Zo werd afgelopen week bekend dat in Engeland de eerste proeven ter wereld met gepersonaliseerde kankervaccins worden gehouden; zonder dat CureVac of zijn partner GSK in beeld is. En CureVac zelf past momenteel een wat andere methode toe dan door Plasterk is ontwikkeld.

De vraag is niet goed te beantwoorden zonder grondige kennis van de inhoud van het onderzoek, het aanvraagproces van patenten en de uiteindelijke waarde en testen. De evaluatie door UAMC laat te lang op zich wachten. Het wil geen vragen beantwoorden. Wat ze uitzoeken is of Koster medeuitvinder is, zoals kan blijken uit het wetenschappelijk artikel in Nature, of dat hij louter ondersteunend was met data-onderzoek om de vinding van Plasterk te kunnen bewijzen.

2. Handelde Plasterk niettemin integer of niet?

Al in januari 2019 schreef Hans Romijn, de toenmalige bestuursvoorzitter van het AMC, aan Plasterk dat het AMC/AUMC geen reden heeft om aanspraak te maken in het meedelen in het intellectueel eigendom of octrooien die Plasterk zal verwerven met zijn bedrijf Frame.

NRC maakte daarvan geen melding, wel dat het AMC/UAMC geen aanspraken maakte. Maurice de Hond schrijft in genoemd artikel: “In die brief staat dat hem veel succes wordt gewenst en dat het AMC geen aanspraken maakt op aandelen van het bedrijf en/of IP of octrooien die Plasterk of zijn collega’s zouden gaan verwerven. Dat was toen men al wist dat Plasterk zou gaan starten met het aanvragen van de patenten (hetgeen zes maanden later formeel gebeurde, maar een lange aanloopprocedure kent).”

In het vraaggesprek met het FD brengt Plasterk deze mail van Romijn zelf te berde. Het FD beweert: “Die mail van Hans Romijn kwam nog niet eerder naar buiten. Plasterk toont hem nu voor het eerst aan buitenstaanders.” Dat is dus onjuist, want De Hond schreef er al over. Bovendien maakte Frits Wester er in kletsshow Renze op 20 mei melding van, en legt Haan uit waarom die brief niet doorslaggevend is.

De Hond schrijft dat NRC beschikte over de mail van januari 2019 van toenmalige AMC-baas Romijn aan Plasterk met de ‘va banque’, maar die met opzet verzweeg. Plasterk suggereert zulks ook in de vraaggesprekken met FD en NPO afgelopen week.

Bas Haan ontkent dit desgevraagd. Plasterk had bijvoorbeeld in het gevraagde wederhoor de mail kunnen overleggen en heeft dit volgens Haan niet gedaan. We leggen het Plasterk nogmaals voor: Beschikte Bas Haan over de mail van Romijn? In welk stadium? Plasterk: “Ik heb de mail van Romijn herhaaldelijk genoemd, maar Haan toonde geen enkele interesse (omdat het kennelijk niet in zijn verhaallijn paste).”

Haan zegt reden genoeg te hebben om te twijfelen of de brief van Romijn Plasterk werkelijk ontlast of louter die indruk wordt gewekt door Plasterk en De Hond. Bovenal staat al in het eerste artikel in NRC dat Plasterk zijn gang mocht gaan met de patentaanvraag, iets waar het UAMC nu ov er twijfelt.

Welke cruciale informatie heeft NRC weggelaten uit uw wederhoor voor het eerste artikel? Plasterk: “Ik heb geen van de artikelen ter inzage gekregen, alleen korte passages, en naar naderhand bleek niet de meest kritische passages. Zo werd ik verrast door de persoonlijke app van Punt die integraal in de krant stond en die als waarheid ook door Haan op X werd geciteerd. Ik heb daar geen weerwoord op kunnen geven.

Ook de genoemde brief van Romijn is nergens vermeld, en van het weerwoord dat ik heb gegeven, bijvoorbeeld op het eerste artikel, zijn onderdelen hier en daar in de tekst terecht gekomen, terwijl ik had gevraagd om een kort eigenstandig weerwoord te kunnen geven. In een stuk van 4 pagina’s had een kort kadertje met een eigen weerwoord niet misstaan.”

Overigens zat er ook een patroon in waarin de body van de teksten in NRC minder ver ging dan de koppen. En de aankondiging van Haan op X dan nog weer verder ging dan de kop van het artikel. Zo werd ik in een tweet bij het eerste artikel van diefstal beschuldigd (‘pas op als Plasterk je belt om je auto te lenen want je krijgt een fiets terug’). Terwijl in het artikel nota bene het Amsterdam UMC stelt dat men unaniem en bij herhaling heeft vastgesteld dat ik de enige uitvinder ben.”

De tweet van Haan van het eerst NRC-artikel luidt letterlijk: “Hallo, met Ronald Plasterk.” Pas op als je dat telefoontje krijgt. Voor je het weet leen je ‘m je waardevolle zelf gerestaureerde auto uit, en krijg je er een fiets voor terug. (bij wijze van spreken)”

Dan de vraag: in hoeverre is sprake van een ‘onderzoek’ door het AMC/AUMC naar de kwestie. NRC schreef dit, de universiteit zelf: “Amsterdam UMC en de heer Plasterk doen samen een evaluatie van het proces over de patenten. De evaluatie loopt nog.”

Een onderzoek naar financiële malversaties en/of integriteit is geen evaluatie, en wordt bovendien doorgaans door een extern bureau gedaan. Daartoe ziet de universiteit (nog) geen reden.

Plasterk zegt bovendien gebeld te hebben met Hans van Goudoever, de huidige bestuursvoorzitter van het AMC. “En die zei: gebrek aan integriteit is zeker niet onze opvatting.”

De conclusie is dat, onjuist of niet, de universiteit c.q. medisch centrum zelf, Jan Koster en afdelingschef Rogier Versteeg, met de handelswijze van Plasterk expliciet hebben ingestemd. Haan meldt in het eerste grote artikel uitvoerig dat zij Plasterk formeel niets verwijten. Waarom, vraag je je af, is het dan toch zo belastend?

 Omdat NRC het feitelijk juiste verhaal zodanig opschrijft dat de verontwaardiging bij de lezer wordt aangewakkerd, zelfs de geïnterviewde Jan Koster begint te twijfelen of hij zijn bijdrage aan de vinding niet had moeten claimen.

Conclusie: dit alles vormt geen bewijs dat Plasterk zondermeer niet integer heeft gehandeld. NRC: “Maar hij erkent wel dat hij vóór de indiening van het patent met Koster de vraag besproken heeft aan wie het patent toekomt. „Ik heb het hem wel voorgelegd. Ik heb gezegd: wat is jouw opvatting hierover? Want je kunt daar natuurlijk altijd van denken: wat is precies de inventive step?”

Plasterk passeerde universiteitsbureau IXA dat exploitatie van de met publieksgeld gefinancierde academische vindingen behandelt. Waarom? En waarom gunde hij ‘open access’ idealist Jan Koster niet een flinke beloning als al die geldverstrekkers en vooral hijzelf wel mogen profiteren?

Plasterk desgevraagd: “De samenwerking met Koster is zoals al dergelijke samenwerkingen gebaseerd op het uitgangspunt dat uitkomsten gemeenschappelijk academisch gepubliceerd zullen worden, wat is gedaan.

Het is niet gebruikelijk dat voor dergelijke samenwerkingen de academische institutie betaald wordt (het criterium aan de academische kant is of men er de wetenschappelijke waarde in ziet). Als er al sprake zou zijn van een betaling, dan wordt die tevoren afgesproken, en dat is niet gebeurd.”NRC schreef niettemin dat het AUMC na nader onderzoek concludeert “dat de patentaanvragen het werk van Koster betreffen”.  Op een serie nadere vragen van mij wil UAMC niet ingaan: “Zolang de evaluatie nog niet is afgerond, willen we voorkomen dat reacties via de media verlopen.”

3. Heeft NRC een onterecht beeld geschetst van 32 miljoen voor Plasterk?

Eerst door journalist Arno Wellens op 22 mei 2024 en in het kielzog daarvan met een artikel in het FD op 23 mei 2024 – twee dagen na de terugtrekking door Plasterk - worden financiële details van de overname van Frame bekend. Al in het persbericht van de CureVac-overname staat dat a) de prijs in aandelen CureVac wordt betaald b) de helft van het bedrag pas wordt uitgekeerd bij het behalen van toekomstige vastgestelde mijlpalen c.q. resultaten.

In Frame is naar zeggen 5 miljoen geïnvesteerd, door 25 aandeelhouders. De 16 miljoen zijn in aandelen CureVac uitgekeerd. De aandelen van CureVac mochten pas na een half jaar verkocht worden. Toen was de prijs nog maar 10 dollar. (Inmiddels gedaald tot 4 dollar).

Dat betekent dus dat de 25 aandeelhouders ruim 10 miljoen konden beuren terwijl ze 5 miljoen hadden geïnvesteerd. Dus de winst van 5 miljoen moest verdeeld worden over die 25 aandeelhouders.

Plasterk zegt tegen het FD dat er hoge financiële nood van Frame was: “Het was heel moeilijk om geld op te halen bij financiers. We hadden een trial georganiseerd, maar die kostte miljoenen en dat konden we niet betalen. Dat was glashelder. We hadden nog maar geld voor drie maanden salarissen. ‘De keuze was toen: we gaan failliet of we worden overgenomen.”

Plasterk beweert dat zijn vraag aan Sywert van Lienden om zijn ‘mondkapjesmiljoenen’ in Frame te investeren eveneens voortkomt uit de penibele financiële situatie van Frame. Waarom pasten de 25 financiers niet een paar miljoen bij?

NRC schreef wel degelijk in een kader dat CureVac de overname van Frame in twee delen zou uitbetalen. Maar NRC miste de werkelijke bedragen en het aantal investeerders en verspreidde een beeldvorming van ‘Plasterk pakt 32 miljoen’. Het verhaal mag feitelijk juist zijn, qua journalistiek en beeldvorming is dit op het randje of net eroverheen. Zeker met vereenvoudigde weergave in kletsshows .

We vragen Plasterk nogmaals openheid van zaken te geven. Welk percentage had u nog bij de verkoop van Frame en heeft u de aandelen direct na de lock-up verkocht? Hij schrijft: “Deze informatie houd ik vertrouwelijk. Wat betreft het verkopen: er zit inderdaad volgens de regels van Nasdaq een half jaar lock-up op de verkoop, in welke tijd de waarde van onze verkregen aandelen CureVac is gezakt van $16 naar $10.”

Niet willen antwoorden is jammer, maar het is kennelijk een bedrag dat de openbaarheid niet kan verdragen, omdat dit leidt tot het ‘frame’ “Plasterk miljonair door kankervinding.”

We spreken met de medeaandeelhouders, op de eerste plaats Ronald Brus, oprichter van MyTomorrows waar Plasterk in dienst kwam na zijn ministerschap in 2017 (ik interviewde hem toen). Wat vond hij ervan dat Plasterk een eigen bedrijf begon en zijn vinding zomaar meenam?

Brus: “We keken samen bij Cegat in Duitsland, die maakte kankervaccins. Ronald zei in de auto terug direct: “Dat moet nog veel beter kunnen. Cegat maakte vaccins iedere keer toegespitst op die ene patiënt met die specifieke vorm van kanker. Er moet toch een soort common denominator zijn, dat alle kankerpatiënten iets hebben wat gemeenschappelijk is. Wat we in zo'n vaccin kunnen zetten. Ik weet het zeker, want ik was er gewoon bij dat die uitvinding helemaal van hem was.”

Brus vond het goed idee om daarvoor een nieuw bedrijf te beginnen want bij MyTomorrows paste dat niet. “Ik bedong 5 procent aandelen voor MyTomorrows, omdat Plasterk zijn uitvinding uitgewerkt heeft bij het bedrijf.” Daar heeft u dus 1 miljoen euro aan overgehouden? Brus: “Nee, want door de komst van nieuwe investeerders in Frame was het MyTomorrows aandeel bij de verkoop aan CureVac verwaterd tot ongeveer 1 procent.”

Wat was het aandeel van Plasterk? “Dat kan ik me niet meer voor de geest halen. Het is in onze branche vrij uniek dat een CEO meer heeft dan 15 tot 20 procent.” Dat zou betekenen dat Plasterk 1,5 tot 2,5 miljoen heeft geïnd als hij aandelen tijdig heeft verkocht.

Plasterk zegt tegen NRC dat MyTomorrows voor 50.000 euro aandelen kreeg, zonder die 5 procent te noemen. Dat betekent dat Frame bij aanvang gewaardeerd was op 1 miljoen euro. Dan is de waarde van het bedrijf formeel 32 keer zo veel waard geworden bij de verkoop.

Maar er resteerde 10 miljoen dollar in geïncasseerde waarde van CureVac. Dat betekent dat de laatste investeringen in Frame nauwelijks winst hebben opgeleverd. Het gebeurt vaak dat medische startups in cruciale fases, als ze ineens hoge kosten moeten maken om vindingen te testen, onvoldoende kapitaal hebben. De investeerders hadden in 2022 geen vertrouwen meer dat het zin had om meer geld in Frame te pompen. Plasterk moest en wilde snel cashen.

Brus zegt dat met Koster en het Amsterdam UMC in 2018/19 eerlijk is gehandeld: “Plasterk heeft de Amerikaanse database gebruikt en Koster heeft hem aan de juiste data geholpen om zijn vinding te onderbouwen. De aandeelhouders zeiden: ‘Ja, we willen best wel investeren in dit bedrijf, maar we willen wel zeker weten dat het goed zit met dat patent. Dus kun jij een brief overleggen van de universiteit dat die geen recht claimt. Die is vervolgens ook gekomen.”

Brus weet zeker dat NRC de markt voor medische patenten niet goed heeft doorgrond. Zelf heeft hij “een heel leven in patenten achter de rug, wel honderden”, vaak met academische inbreng en veelal uiteindelijk van weinig waarde. CureVac heeft, meent Brus, niet zozeer patenten gekocht, maar een bedrijf in Amsterdam met getalenteerde onderzoekers: “De patenten passen ze niet of nauwelijks toe. In onze branche geldt de stelregel dat een PhD als personeelslid een miljoen euro waard is. Bovendien is Amsterdam een veel betere omgeving voor onderzoekers van Tübbingen.”

Deze opvatting loopt vooruit op een eventuele claim van universiteit Amsterdam om alsnog geld van het patent te claimen bij Plasterk, investeerders en/of CureVac. CureVac wil uiteindelijk geen serie vragen beantwoorden.

Ronald Plasterk in 2018 in de kantoortuin bij MyTomorrows, na zijn ministerschap (Foto: Marjolein Vinkenoog, net als de foto boven.)

4. Hoe sterk was de aangifte tegen Plasterk?

Zelfstandig journalist – voorheen GeenStijl - Bart Nijman schrijft dat de ‘aangifte’ tegen Plasterk, door NRC gemeld in het derde artikel, een actie betreft van Henry Sarolea die zich bestuurslid noemt van ‘Stop Wilders Nu!‘ en eerder als advocaat procedures tegen Wilders verloor. “Maar die achtergrond laat NRC achterwege, terwijl het wel relevant is voor zowel ‘s mans motieven - en met de weglating in zekere zin ook voor die van de krant.”

Henri Sarolea is advocaat in Amsterdam en trad op voor een cliënt tegen Wilders. en was 'geschokt' en 'onthutst' bij vrijspraak van Wilders in 2011. (Op het niet aan hem verbonden Twitteraccount met de onjuiste naam HenrySarolea staat "Stop Wilders Nu"; De advocaat zegt in wederhoor dat zijn zaak tegen Wilders destijds niets te maken heeft met zijn aangifte tegen Plasterk nu. Hij uit uitgebreide  verdenkingen jegens Plasterks handelen nu en in het verleden. Hij zocht en vond een spijker op laag water van Plasterk, die met de patentzaak niets van doen heeft maar bijdraagt aan beeldvorming: aangifte tegen Plasterk.

Het hele derde artikel van NRC vind ik niet sterk: de aangifte is inderdaad een farce. Oncoloog Punt stuurt een emotioneel WhatsApp-berichtje aan Plasterk om dat onmiddellijk te kunnen delen met NRC dat er onterecht gewicht aan toekent. Dat het Amerikaanse patent ongeldig zal zijn omdat Koster als mede-uitvinder niet in de aanvraag staat, blijft staan, maar is in het uitstekende tweede artikel genoemd.

Dat kwam van dezelfde Koos Rasser. Die handelt in patentadviezen met bedrijf Marras Amsterdam BV. Rasser bevestigt het juist weergeven van zijn argumentatie in NRC: “De wetenschappelijke publicatie heeft twee auteurs. Het artikel geeft expliciet aan wat de rol van Jan Koster is geweest. De patentaanvraag van januari 2019 is een op een hetzelfde. De conclusie is dat hij hoe dan ook mede-uitvinder moet zijn.”

Rasser verwijst naar artikel 14 van de Rijksoctrooiwet. Die is echter nogal onduidelijk en kan worden gelezen als een recht te worden genoemd als uitvinder, geen plicht. Rasser: “Maar dan moet er een officieel document van Koster zijn dat hij afziet van dat recht. En op een Amerikaanse  patentaanvraag moet hij vermeld worden.”

Plasterk, zegt Rasser, moet met Koster naar de octrooi-instanties om een correctie door te voeren. “Er is een complicatie want een van de patenten wordt volgende week verleend en daarna is correctie procedureel moeilijker.”

Koster moet als werknemer van de AUMC zijn rechten afdragen. “En dan is het tussen AUMC en CureVac of AUMC die rechten overdraagt aan CureVac, en tegen welke prijs. CureVac kan dat verhalen op de aandeelhouders van Frame.”

De brief van UAMC-voorzitter Romijn was volgens Rasser geen afdoende verklaring om van de rechten af te zien. Rasser maakt de volgende vergelijking: “Stel, twee studenten, Ronald en Jan, bewonen samen appartement dat hun ouders beide voor de helft bezitten. Ronald wil het helemaal opknappen en met winst verkopen, maar Jan zegt: ‘Daar heb ik helemaal geen zin in.’ De vader van Jan schrijft een brief dat hij akkoord gaat dat de winst aan Ronald en diens ouders toekomt. Dat volstaat niet, dat moet je via de notaris regelen.”

Is hier van de kant van Plasterk mogelijk kwade opzet in het geding? Rasser: “In de interviews toont Plassterk een mengsel van naïviteit en kennis van zaken, dus ik weet het eigenlijk niet. Ik heb met dit soort situaties te maken gehad. Je gaat dan aan tafel met de betrokkenen om na te gaan hoe dit misverstand ontstaan is en hoe eruit te komen.”

Dat is precies wat Amsterdam en Plasterk doen. Volgens Rasser is dat te laat: “Ik wil best aannemen dat in 2019 Plasterk te goeder trouw was. Maar hij had direct na de eerste NRC-publicatie moeten zeggen: “Hé, wacht eens even, klopte het toen wel? Dan had dat waarschijnlijk opgelost kunnen worden voordat zijn kandidatuur voor het premierschap. Maar zelfs in de interviews achteraf en tegenover u houden hij en zijn compagnon vast aan het eigen gelijk.”

Voelt u zich verantwoordelijk voor het afserveren van Plasterk een dag later door meneer Remkes? “Plasterk heeft de kans laten liggen om dit te corrigeren. En als hij daarop afgestraft wordt, ja, dan is dat zijn verantwoordelijkheid.”

Dit derde NRC-artikel over Plasterk in het Pinksterweekend wanneer zijn – stille – kandidatuur voor het premierschap volop speelt, stelt: “Het integriteitsprobleem…ligt extra gevoelig nu hij kandidaat-premier is.”

Dat is precies de bedoeling en wordt een selffulfilling prophecy. Het wordt de kern van het debat over de juistheid van een eventuele benoeming van Plasterk tot premier. In WNL op Zondag van 19 mei stelt VVD’er Johan Remkes dat Plasterk zich moet terugtrekken. VVD-partijleider Dilan Yesilgöz zit erbij, zwijgt en stemt dus toe.

In Buitenhof, enkele uren daarna, krijgt Caroline van der Plas de vraag of een premier van “onbesproken gedrag” moet zijn. Dat is in letterlijke zin een onjuiste vraag van presentator Pieter Jan Hagens. Immers, gedrag van BN’ers, onder wie politici, wordt vrijwel dagelijks besproken. Van der Plas twijfelt oprecht in haar antwoord, want ook in de figuurlijke connotatie is de grens fluïde; de een moet vallen over een lucifer, de ander ontwijkt alle bakstenen. Wat is nog ‘onbesproken gedrag’? In dezelfde categorie als ‘grensoverschrijdend gedrag’.

Een dag later, op Tweede Pinksterdag 20 mei 2024, trekt Plasterk zich terug als kandidaat-premier, ofschoon hij die officieel nog niet is.

5. Kapotmaken of ongeschikte kandidaat?

NRC wordt door criticasters – zoals door Maurice de Hond - beschuldigd van het expres kapotmaken (karaktermoord) van de kandidaat voor het premierschap van Wilders; eveneens door Wierd Duk en op OpinieZ. (Dat is ook de aanleiding voor dit artikel.)

Het ‘kapotmaken’ klopt grotendeels feitelijk niet, want de eerste twee artikelen verschenen alvorens Plasterk kandidaat-premier was. Het eerste NRC-artikel vormt de hoofdmoot en heeft zoals elke onthulling wel als doel om te scoren, maar niet om doelbewust een rechtse politicus te vloeren. Plasterk heeft aanzien, stond in het centrum van de macht als verkenner en vormt dus een belangrijk onderwerp van onderzoek.

Het tweede artikel is een uitstekende follow-up van het eerste artikel waarin alle kanten worden belicht, evenzeer dat de universiteit instemde met het ‘exclusieve’ patent van Plasterk dat werd verkocht met Frame. Het derde artikel is gepubliceerd in het cruciale weekend en beoogt effectbejag.

NRC-journalist Bas Haan mocht in Op1 van 15 mei 2024 aanschuiven om zijn onthulling kracht bij te zetten, waarbij Plasterk door presentator Charles Groenhuijsen werd ingeleid als “de mogelijke premier”, terwijl pas een week later zijn kandidatuur bekend werd.

NRC kon bij aanvang van het onderzoek van Bas Haan putten uit de interesse voor ‘miljonair Plasterk’ van Quote, nadat hij ‘verkenner’ voor Wilders was geworden. Quote meldde de verkoop van Frame voor 32 miljoen, plus de 1,5 miljoen aan opgetelde brutosalarissen die Plasterk als politicus inde. Maar met een, achteraf gezien, niet zo slimme conclusie zonder onderzoek te doen: “De grap is dat ook Plasterk miljonair is, al heeft hij geen verdenking van fraude aan zijn broek hangen.”

De polarisatie tussen links en rechts en het oppoken van de tegenstellingen en ophef in kletsshows helpen niet bij het vormen van een gefundeerd, genuanceerd oordeel. Johan Remkes (VVD) serveerde uiteindelijk in WNL op Zondag Plasterk af op grond van ‘feiten’ van het alarmerende NRC-artikel van een dag eerder; die niet ter discussie werden gesteld.

Dat werd geholpen door Plasterk die niet tijdig met feiten kwam die hem al dan niet konden vrijpleiten. Hij heeft ruimte gelaten voor ‘trial by media’. Bovendien voedde hij zelf de mediacratie met het malle excuusbriefje aan Omtzigt – die hem wel degelijk had bedrogen - aan zijn eigen krant De Telegraaf die er vervolgens chocoladeletters op de voorpagina van bakte. En de patentkwestie negeerde.

Plasterk had na het eerste NRC-artikel een slimmere route kunnen kiezen in onze mediacratie, net als Khadija Arib en Matthijs van Nieuwkerk. Arib ging door het slijk door groot uitgevente beschuldigingen in NRC en wist zich verdedigd in de Volkskrant. Bij Matthijs van Nieuwkerk was het precies andersom: uitgebreide beschuldigingen via de Volkskrant en hij mocht zijn ziel schoonwassen in het biechthokje van NRC.

Een gezamenlijke, met feiten onderbouwde stellingname van UAMC en Plasterk en derden via de Volkskrant of De Telegraaf, gesteund door een optreden in kletsshow bij NPO of RTL, had Plasterk voor deze mediacratische ellende kunnen behoeden. “Er is per ongeluk iets misgegaan, we zetten dat recht.”

Dat liet Plasterk na. Zijn commentaar kwam via De Telegraaf, achteraf, niet door anderen of harde argumenten onderbouwd: “De gedane beschuldigingen zijn in essentie onwaar en voor het overige futiel. Ik ben volledig integer, en was bereid om die integriteit uitputtend te laten toetsen door de formateur en zijn adviseurs.”

Pas tien dagen later kwamen de interviews bij Pauw en FD. Met Pinksteren werd Plasterk de man die 32 miljoen achterovergedrukt heeft op kosten van anderen tegen wie aangifte is gedaan en via Twitter door Haan als plaatboef was weggezet.

De partijleiders lieten hem als een baksteen vallen. Uiteindelijk hebben Yesilgöz en Remkes (VVD), Wilders (PVV), Van der Plas/Vermeer (BBB) en (uiteraard) Omtzigt (NSC) de ‘trial by media’ laten gebeuren en Plasterk niet verdedigd.

Vraag aan Plasterk: hoe heeft u het ervaren dat de vier fractieleiders het 'verdict' van Remkes lieten gebeuren? “Daarop geef ik geen commentaar.”

Ombudsman NRC

Arjen Fortuin, Ombudsman in dienst van NRC, boog zich over de berichtgeving over Plasterk, en draagt twee feiten aan zijn collega’s: dat er een Amerikaanse databank is gebruikt en voorzitter Romijn van AMC/UAMC met een brief instemde met de patentaanvraag door Plasterk. Haan en medeauteur Lucas Brouwers “wijzen erop dat die feiten in het eerste artikel staan.”

Die twee feiten staan er niet in. Ze stellen vervolgens: “„Belangrijker zijn de feiten die buiten die discussie staan: Plasterk lichtte het bestuur niet in toen hij het eerste patent registreerde in 2018; het bestuur weet pas dankzij NRC van zes vervolgpatentaanvragen die Plasterk als hoogleraar daarna verzweeg.”

NRC zelf schrijft dat Plasterk aan het hoogleraarschap nauwelijks toekwam. Hij had een nulurencontract, uitzonderlijk voor een hoogleraar. (Wellicht met het oog op scheiding van commerciële en academische activiteit).

Beeldvorming en nieuwe waarheden

Journalistiek werkt mee aan beeldvorming en creëert nieuwe ‘waarheden’, zoals filosofe Marjan Slob stelt. Zij past deze kritiek exclusief toe op het verwoorden en aandikken van publieke verontwaardiging door journalisten, zodra deze willekeurige burgers bevragen over bijvoorbeeld asielaanvragen.

In de Volkskrant wordt Peter Burger geciteerd die voor het blad Onze Taal het themanummer Taalmanipulatie maakte: “De venijnigste vorm van taalmanipulatie verloopt nagenoeg onopgemerkt, via argumenten die op het eerste gehoor goed klinken, maar eigenlijk niet kloppen.”

Beide wetenschappers spitsen dit toe op misleiding en desinformatie, maar niet op de dagelijkse journalistiek. Ik vind dat onterecht. Immers het vormen van ‘nieuwe realiteit’ geschiedt in alle dagelijkse communicatie, zeker door media. Dat loopt uiteen van de Tour de France tot #MeToo, en is maatschappelijk intens met de mediacratie die de democratie overwoekert.

 Is dat manipulatie? Niet zelden staan de wil om te scoren versus het eerlijk weergeven van alle feiten bij journalistiek op gespannen voet met elkaar. Het doel van media, hun handelswaar, is genereren van ‘aandacht’ (volgens mij het tweede betaal/ruilmiddel na geld). Dit is geen exclusief model van ‘influencers’, zoals journalistiek graag benadrukt in de imagovorming.

De onthulling is handelswaar, en maandenlang speuren verdient beloning. Wat in de wetenschap opgeld doet - dat onderzoek zonder bevestiging van een hypothese zelden als waardevol wordt gezien - speelt nog veel meer in de journalistiek: wie aandacht wil voor artikelen of reportages, biedt geen lijstje droge feiten en bronnen maar richt zich op maximalisatie van aandacht. Beter nog; de verontwaardiging oftewel de #ophef teneinde een felbegeerde plek aan de kletstafels op tv te scoren.

In vrijwel al onze communicatie en is dagelijkse praktijk in de journalistiek: de scoringsdrift en ijdelheid van politici als Plasterk en van journalisten – zoals ik en genoemde collega’s – verschillen niet zo veel.

Elk woord, elk zinsverband creëert een beeld. Zo laat NRC de universiteit Amsterdam in het eerste artikel uitgebreid zeggen dat haar wetenschapper Plasterk juist heeft gehandeld; vermeldt NRC in een kader dat Plasterk niet de volle mep krijgt van de overname. Maar slaagt er toch in om een verhaal over Plasterk te schetsen waaruit een geur opstijgt dat ‘de man van 32 miljoen die collega Koster laat barsten’ allesbehalve integer is.

Dat behelsde het eerste NRC-artikel dat dus feitelijk grotendeels klopt, maar qua beeldvorming altijd voor discussie vatbaar is. Jan Koster wilde voor publicatie zijn uitspraken in de toegestuurde concepttekst herzien, maar dat werd geweigerd. Immers, Koster heeft de uitspraken gedaan en intrekking zou het verhaal schaden. Wellicht kun je zeggen de onzekere goedzak Jan Koster door zowel Ronald Plasterk als Bas Haan gebruikt is.

Het tweede artikel van NRC over het ‘onderzoek’ door universiteit Amsterdam is feitelijk juist, de ‘damage control’ door Plasterk schiet tekort. Effectbejag kleurt vooral het derde NRC-artikel in het Pinksterweekend, met de emotionele uiting van Kees Punt en de futiele ‘aangifte’ die niets met de zaak te maken heeft. Terwijl Plasterk zelf de fout maakte met al zijn ervaring de werking van de mediacratie schromelijk te onderschatten. En eerderde schade had kunnen beperken.

Polarisatie speelt uiteraard weer. Ronald Brus weet zeker: “NRC heeft Plasterk, op z'n Hollandse gezegd, gewoon afgemaakt. Feiten selectief gebracht, niet onderzocht hoe het werkelijk zat en buitengewoon tendentieus bericht. Ik ben veertig jaar lezer van het NRC Handelsblad, heb de krant nog bezorgd als tiener, maar heb opgezegd. Dit was niveau schoolkrant.”

Om positief te eindigen: Baas Haan en Johan Remkes hebben familieleden van Ronald Plasterk een goede daad bezorgd: opa Roon heeft alle tijd voor de (klein)kinderen.

Wetsovertredingen van Dick Schoof

De vier regeringspartijen hadden geleerd van deze faux pas met Plasterk als afgeserveerde kandidaat. Hun volgende kandidaat-premier Dick Schoof werd dinsdag 30 mei 2024 met een volkomen zeker- en eensgezindheid gepresenteerd. De media en mediacratie mochten er braaf achteraan hobbelen met uitgebreide, speculatieve portretten over ‘tricky Dick’.

Dat hij al in de coulissen stond toen VVD’ers Remkes en Yesilgöz kandidaat Plasterk 10 dagen eerder het mes in de rug staken, is niet duidelijk. Schoof is qua loopbaan van ‘law and order’ dat de VVD graag ziet en werkt al lang nauw samen met minister Yesilgöz.

Dick Schoof heeft, meer dan Plasterk, wettelijke grenzen niet enkel opgezocht, maar zo nodig overschreden (als chef van de NCTV en AIVD), maar komt daarmee weg. Met andere woorden: de malle duiding ‘van onbesproken gedrag’…

Gepubliceerd

6 jun 2024
Netkwesties
Netkwesties is een webuitgave over internet, ict, media en samenleving met achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen.
Colofon Nieuwsbrief RSS Feed Twitter

Nieuwsbrief ontvangen?

De Netkwesties nieuwsbrief bevat boeiende achtergrondartikelen, beschouwingen, columns en commentaren van een panel van deskundigen o.g.v. internet, ict, media en samenleving.

De nieuwsbrief is gratis. We gaan zorgvuldig met je gegevens om, we sturen nooit spam.

Abonneren Preview bekijken?

Netkwesties © 1999/2024. Alle rechten voorbehouden. Privacyverklaring

1
0